Biologie leerjaar 4 hoofdstuk 6
Soms lijken twee dieren qua uiterlijk op elkaar, maar blijken het toch geen soortgenoten
te zijn. Hun gedrag, voedsel, voortplantingstijdstip of leefgebied zijn totaal verschillend.
Tot voor kort gebruikten biologie twee criteria om vast te stellen of individuen tot dezelfde
soort behoren: overeenkomsten in uiterlijke kenmerken en de mogelijkheid om
vruchtbare nakomelingen te kunnen krijgen. Bij grote uiterlijke variatie geeft het
voortplantingscriterium de doorslag. Tegenwoordig gebruiken biologen informatie uit
DNA-onderzoek als aanvulling, om vast te stellen of twee organismen tot dezelfde soort
behoren. Een soort alleen beschrijven aan de hand van het uiterlijk van een
‘voorbeeldexemplaar’ is ontoereikend: daarvoor is er te veel variatie tussen de
individuen. Beschrijvingen van de soort gaan daarom uit van de gemiddelde kenmerken.
Tekeningen laten de soortkenmerken over het algemeen goed zien. De tekenaar heeft
ze extra benadrukt. Is een soort eenmaal beschreven, dan krijgt deze een
wetenschappelijke naam. Die bestaat uit twee delen: de geslachtsnaam (met een
hoofdletter), gevolgd door de soortaanduiding (met een kleine letter). Dit is de
binominale naamgeving. Achter de tweedelige naam staat soms nog een letter of een
naam. Dat is bijvoorbeeld de naam van de ondersoort of een toevoeging, bijvoorbeeld
‘L’. van Linnaeus (de persoon die de soort als eerste beschreven heeft). Een ondersoort
is meestal een geografisch afgescheiden groep soortgenoten met iets afwijkende
kenmerken. In de naam laten wetenschappers soms een eigenschap van de soort zien.
Domesticus heeft met huis te maken. Dat klopt voor de huismus: hij leeft in de buurt van
huizen. Deze naamgeving is door de Zweed Linnaeus ingevoerd. Geboeid door de
taxonomie, de wetenschap die soorten indeelt in groepen, heeft Linnaeus duizenden
dieren en planten ingedeeld. Hij lette daarbij vooral op overeenkomstige kenmerken.
Biologen gebruiken de indeling van Linnaeus nog steeds. De taxonomie plaatst
organismen bijeen in steeds grotere groepen: organismen > soorten > geslachten >
families > orden > klassen > afdelingen > rijken > domeinen. Door het fokken van
dieren of het kweken van platen ontstaan variaties, rassen. Rassen maken geen
onderdeel uit van taxonomie. Taxonomie is heel specialistisch werk. Er zijn bijvoorbeeld
een paar mensen op de wereld die de verschillende soorten nematoden (bodemaaltjes)
uit elkaar kunnen houden. De kenmerken die de ene taxonoom gebruikt om de
nematoden in een bepaalde klasse onder te brengen, vindt de andere taxonoom minder
belangrijk. Linnaeus gebruikte als hoogste indelingsgroep het planten- en dierenrijk.
Later is daar het bacterierijk bij gekomen. Tegenwoordig gebruiken taxonomen
domeinen als hoogste groep. Zij onderscheiden drie domeinen, elk met een eigen type
rRNA (ribosomaal RNA): de archaea, de bacteriën en de eukaryoten. Archaea zijn net
als bacteriën prokaryoten, eencelligen zonder kernmembraam. Hun cirkelvormig DNA
ligt los in de cel. De bouw van het celmembraan bij archaea wijkt af van dat bij de beide
andere groepen. Het membraam bestaat uit een enkele laag fosfolipiden met lange
vetachtige (isopreen) staarten. De celmembranen van bacteriecellen en eukaryoten
cellen hebben een dubbele laag fosfolipiden. Eukaryote cellen hebben het DNA in een
celkern. Biologie gebruiken DNA- onderzoek om tot een meer betrouwbare indeling van
soorten te komen. Zij analyseren genen voor eiwitten die in veel verschillende
organismen voorkomen, zoals het hemoglobine-gen. Genen die met een constante
snelheid muteren, vormen voor biologen een moleculaire klok. Met behulp hiervan
kunnen ze vaststellen welke soorten verwant zijn en hoelang die soorten al op aarde
aanwezig zijn. Nauw verwante hebben een vrijwel gelijk hemoglobinegen. Hoe meer
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Tamara10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.