Collegebundel Cognitieve psychologie
, 03-02-2022 Menselijk gedrag en ons brein
Cognitieve psychologie: studie van de afzonderlijke psychische functies en processen (waarneming,
bewustzijn, aandacht, geheugen, leren, denken, taal, emotie en motivatie). Doel van de wetenschap
achter cognitieve psychologie is om de complexe relaties tussen brein, cognitie en gedrag te
begrijpen.
Ieder college samenvatten met een eigen weergave, vorm is vrij, maar wel divers. Zoek eigen
bronnen erbij.
Het bewustzijn
Mensen zijn georganiseerd en gestructureerd. Hierin onderscheidt de mens zich van dieren.
Het bewustzijn is serieel: het kan maar één ding tegelijk, multitasking is dus moeilijk.
Het geheugen heeft een beperkte capaciteit. Zaken die van belang zijn onthoud je sneller. De
bewuste verwerking van informatie is maximaal 60 bits per seconde.
Neuronen
90-95% van ons gedrag is onbewust, we maken 500 miljoen onbewuste beslissingen per dag. Praten
gaat onbewust, maar op den duur ook zaken als autorijden. Dit leer je aan.
Systeem 1: Snel, onbewust, automatisch, alledaagse beslissingen, gevoelig voor fouten
Systeem 2: Langzaam, bewust, moeite, complexe beslissingen, betrouwbaar
We gebruiken beide systemen, afhankelijk van de situatie.
Door het recency-effect kies je het meest recente uit als favoriet, die ga je meer waarderen
(experiment met bekertjes water).
Bij een onderzoek, wees eerlijk en transparant, vooral bij experimenten. Ook al behaal je niet het
gewilde en verwachte resultaat.
Prefrontale cortex
Gericht op bewust nadenken, bewuste keuzes (systeem 2). Gaat om het kiezen, besluiten nemen.
Ook reguleert het emoties. Bij kinderen werkt dit nog niet optimaal, daarom huilen ze vaker.
Alcohol kan de ontwikkeling van de prefrontale cortex in de weg staan.
PFC wordt vooral gebruikt voor kiezen, besluiten, concentreren, in de toekomst kijken, plannen,
doorgronden, emoties reguleren, bewustzijn, aansturen andere gebieden.
Spiegelneuronen → kuddegedrag, schapengedrag: wordt gedaan vanuit evolutionair oogpunt.
Kinderen doen hun moeders na.
Limbisch systeem
In de kern van de hersenen. Gelinkt aan emoties, motivatie, verwerking. Verschillende onderdelen:
hippocampus (zorgt ervoor dat iets van het werkgeheugen naar geheugen gaat), amygdala (wordt
actief bij angst), thalamus (legt de linkjes tussen wat binnenkomt en waar het aan gekoppeld moet
worden, geur gaat hier niet langs), insula (walging en afschuw).
Nucleus Accumbens
Beloningscentrum. Wanneer je bepaalde dingen ziet, komt er een bepaald stofje vrij (dopamine). Dit
zijn triggers waarvan we denken dat we er gelukkig van worden.
Een nudge is een duwtje in de goede richting, je verplicht het niet, maar maakt het makkelijker voor
iemand.