100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting 1e jaar bank en verzekeringen - Bedrijfsmanagement - Arteveldehogeschool - docent: Jan Claes €12,29   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting 1e jaar bank en verzekeringen - Bedrijfsmanagement - Arteveldehogeschool - docent: Jan Claes

 2 keer bekeken  0 aankoop
  • Vak
  • Instelling

Samenvatting 1e jaar Bank en Verzekeringen

Voorbeeld 4 van de 188  pagina's

  • 1 juni 2022
  • 188
  • 2019/2020
  • Samenvatting
avatar-seller
H1: Het Belgische financiewezen
1. Financiële sector in brede zin
 bestaat uit ‘iedere instelling die een beroep doet op het spaarwezen en/of zorgt voor de financiering
van de ondernemingen en/of fungeert als tussenpersoon tussen het spaarwezen en de kredietnemers’.

We kunnen volgende categorieën onderscheiden:

 Kredietinstellingen (KI)
 Participatiemaatschappijen
 Beleggingsondernemingen
 Institutionele beleggers



1.1. Kredietinstellingen
De kredietinstelling (KI)  de belangrijkste categorie van de ‘brede’ financiële sector en hun functies
en activiteiten worden daarom verder in het boek grondig besproken


Omschrijving

Artikel 4 van de ‘wet op het statuur van en het toezicht op de kredietinstellingen’ of de bankwet van 25
april 2014 omschrijft een kredietinstelling als een onderneming waarvan de werkzaamheden bestaan
uit:

 In ontvangst nemen van gelddeposito’s en andere terugbetaalbare gelden
 Verstrekken van leningen, incl. consumentenkrediet, hypothecair krediet, factoring en
financiering van handelstransacties (incl. Forfaiting)




Daarnaast zijn de volgende activiteiten uitdrukkelijk door de wet toegelaten:

 Leasing
 Betalingsverrichtingen
 Uitgifte en beheer van betaalmiddelen
 Verlenen van garanties en stellen van borgtochten
 Transacties voor eigen rekening of voor klanten met betrekking tot geldmarktinstrumenten,
valuta’s, futures en opties, swaps en effecten
 Deelneming aan effectenemissies
 Advies aan ondernemingen
 Bemiddeling op de interbankenmarkt (= geldmarkt waar banken elkaar onderling geld lenen)
 Vermogensbeheer en beleggingsadvies
 Bewaargeving van effecten
 Commerciële inlichtingen

,  Verhuur van safes
 Uitgeven van betaalinstrumenten in de vorm van elektronisch geld



De volgende instellingen vallen niet onder het toepassingsgebied van de wet op de
kredietinstellingen:

 NBB, ECB en BPost (nv naar publiek recht)
 De ondernemingen die kapitalisatieverrichtingen uitvoeren



Functies

Uit de bovenstaande wettelijk toegelaten activiteiten kunnen we de 3 belangrijke functies van de KI
afleiden:

 Financiële intermediatie = de hoofdactiviteit van de KI, bestaat erin op eigen risico als tussen
persoon of financiële bemiddelaar op te treden tussen enerzijds economische actoren met een
teveel aan financiële middelen en anderzijds die met een tekort. (H2)

 Beheer betalingsverkeer = KI organiseren girale en elektronische kanalen voor betalingen. (H3)

 Aanbieden van financiële diensten = leveren extra inkomen of commissies op (H4)



Register van de nationale bank van België (NBB)

Om in België actief te zijn, moet een KI beschikken over een vergunning en geregistreerd zijn op de lijst
van kredietinstellingen bij de NBB.

Zo maakt bij de ‘Kredietinstellingen met vergunning in België’ een onderscheid tussen:

 Kredietinstellingen naar Belgisch recht
 KI-bijkantoren in België buiten de Europese Economische Ruimte (EER)
o Bv. Bank of India, JPMorgan Chase Bank (VS)



Bij de KI naar Belgisch recht maakt de NBB een onderscheid tussen:

 Banken
 Spaarbanken of spaarkassen
 Effectenbanken (EKI)

BANKEN

= de grootste groep op de lijst van KI

= ze zijn als gevolg van de diversiteit in hun verrichtingen zeer heterogeen


We kunnen ze nog verder indelen, als we kijken naar de geografische actieradius waarin ze actief zijn:

 Grote banken; hebben een uitgebreid net van filialen en agentschappen, waardoor ze goed
bereikbaar zijn voor het publiek
o Bv. The Belgian Big 4 = Fortis, KBC, ING, Belfius

,  Gespecialiseerde/ regionale banken; oefenen lokaal een grote invloed uit en/ of door hun
specialisatie bekendheid verworven hebben
o Bv. Bank Delen, VanLandschot (nl)

 Kleine banken; hebben een gering aantal vestiging en met beperkt (meestal ook)
gespecialiseerd cliënteel
o Bv. Bank Nagelmackers



Gaan we echter uit van de distributiekanalen die ze gebruiken, dan onderscheiden zich traditionele
banken en onlinebanken.

 Traditionele banken; voorstander van de ‘omnichannelstrategie’
o Ze investeren in meerdere distributiekanalen waaruit de klant kan kiezen.
o Ze beschikken over een eigen kantorennet, wel of niet in combinatie met een net van
zelfstandige agenten (of makelaars), callcenters, bankwebsite, app,…
o Bv. Fortis, KBC, ING, Belfius

Een bankkantoor, geleid door een medewerker in loonverband, bestaat meestal uit 3 zones:

 De selfbankruimte
 De zonde met de loketten
 Advieszone


Het bankkantoor heeft al distributiekanaal een aantal nadelen:

 Enkgel toegankelijk na afspraak
 Beperkte openingsuren
 Regelmatig personeelsverloop


Het aantal bankkantoren is gros gedaald als gevolg van fusies en overnames, maar ook door toedoen
van digitalisering  wil niet zeggen dat KI er minder aandacht aan besteden, maar ze focussen meer op
het ‘kantoor van de toekomst’ met persoonlijk advies en gebruik van de nieuwste technologieën



 Online banken;
o banken zonder kantorennet die het internet als exclusief distributiekanaal kiezen en
daardoor minder kosten hebben dan traditionele banken
o De focus ligt op de verkoop van standaardproducten en het plaatsen van beursorders
o Bv. NIBC, Keytrade, MeDirect



SPAARBANKEN

 Er zijn 5 spaarbanken in België
 Hun hoofdactiviteit bestaat uit het verstrekken van hypothecaire leningen
 Opmerkelijk is de relatief belangrijke plaats van de overheidsobligaties in hun actief.
 In vergelijking met de banken hebben spaarbanken meer cliëntendeposito’s en geven ze meer
krediet aan de particuliere sector
 Dus in het segment retail zijn spaarbanken belangrijker dan banken
 Bv. Argenta Spaarbank, VDK, CPH, CKV,…

Kunnen we opdelen in:

,  Retailbanking
= bankieren voor iedereen, “Jan met de pet”
Bv. Argenta

 Wholesalebanking
= voor ondernemingen, vermogende particulieren
Bv. VDK bank



EFFECTENBANKEN

= situeert zich tussen een KI en een beursvennootschap

 Effectenverrichtingen en vermogensbeheer
 Depositorekeningen
 Geen kredietverlening
 Het typische aan effectenbanken ligt dus niet in het wettelijke statuut, maar in de feitelijke
specialisatie
 Kan klassieke banktaken verzorgen, maar zal zich hoofdzakelijk toeleggen op
effectenverrichtingen en vermogensbeheer
 = de ‘Belgische zakenbank’
 Bv. Van de Put & Co Privaatbankiers, Bank Dierickx Leysµ


Beursvennootschappen, die ook behoren tot de financiële sector in brede zin, moeten aan dezelfde
voorwaarden voldoen als de effectenbanken, maar de EKI mogen posities innemen met middelen van
hun cliënten.

Bij beursvennootschappen is er een verplichte segregatie van de wachtgelden van de cliënten, die
moeten worden gestort bij een erkende kredietinstelling.

De effectenbank = een KI die voornamelijk gecreëerd word opdat beursvennootschappen gemakkelijk
zouden kunnen overstappen naar het statuut van KI, maar de rubriek heeft niet veel succes want hij telt
slechts 2 instellingen.



1.2. Participatiemaatschappijen
Participatiemaatschappijen = ‘participeren’ in ondernemingen of met andere woorden ze verschaffen
aandelenkapitaal of risicokapitaal.

In tegenstelling tot particulieren kopen ze grote hoeveelheden aandelen en zijn de
referentieaandeelhouder(s) van de onderneming.


Naargelang hun oogmerk kunnen we participatiemaatschappijen indelen in:

 investeringsbanken (-fondsen)
 zakenbanken
 holdings



1.2.1. investeringsbanken (-fondsen) of zakenbanken
Zakenbanken (= merchant banks, investment banks)  leggen zich toe op corporate banking, maar
hun activiteiten kunnen zeer sterk van elkaar verschillen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper axper. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,29. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73314 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€12,29
  • (0)
  Kopen