Samenvatting argumentatie
Eemeren, F.H. van en A.F. Snoeck Henkemans (2021). Argumentatie. Inleiding in het analyseren
en beoordelen van betogen. (6e dr.) Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
H1 Standpunten en verschillen van mening
H2 Argumenteren en discussiëren
H3 De presentatie van argumentatie
H4 Verzwegen standpunten en verzwegen argumenten
H5 De argumentatiestructuur van het betoog
H6 De deugdelijkheid van argumentatie
H7 Regels voor het voeren van een redelijke discussie 1-5
H8 Regels voor het voeren van een redelijke discussie 6-10
H9 Strategisch manoeuvreren
H10 Strategisch manoeuvreren in verschillende
communicatieve activiteitstypen
1
,Hoofdstuk 1 Standpunten en verschillen van mening
De analyse van een betoog begint met het identificeren van het verschil van mening waar het betoog of de
discussie om draait.
1.1 Expliciete en impliciete verschillen van mening
Mensen verschillen nogal van mening. Er is sprake van een verschil van mening, zodra er een standpunt is dat
niet door iedereen volledig gedeeld wordt. Dit is het geval als iemand een standpunt naar voren heeft gebracht en
een ander er niet meteen van overtuigd is dat dit standpunt aanvaardbaar is, maar daarover twijfelt. Bij een
meningsverschil zijn altijd twee partijen betrokken. De ene partij verkondigt een standpunt, de ander trekt het in
twijfel of verwerpt het standpunt.
Paula: ‘Volgens mij zouden ze in het onderwijs veel meer aandacht aan schrijven en spreken moeten
besteden.’
Peter: ‘Ik weet het niet, ik heb er eigenlijk nooit zo over nagedacht.’ (Twijfel)
Peter: ‘Wat een onzin, daar wordt al meer dan genoeg aandacht aan besteed.’ (Verwerpen)
Bovengenoemde voorbeeld is het verschil van mening expliciet: zowel het standpunt als de kritiek daarop wordt
uitdrukkelijk onder woorden gebracht. Gaat niet altijd zo, kan ook impliciet: wanneer maar een van beide partijen
aan het woord komt (schriftelijke communicatie). Twijfel andere partij wordt verondersteld. Als je direct
argumenten geeft, ga je ervan uit dat het standpunt niet meteen door iedereen aanvaard wordt. Als er geen
verschil van mening bestaat, dan zijn de argumenten overbodig.
1.2 Positieve en negatieve standpunten
Bij een verschil van mening worden er twee verschillende posities ingenomen over een bepaalde kwestie.
Propositie: de kwestie die de inzet vormt van het verschil van mening. Propositie kan naar voren komen in:
Een feitelijke constatering (‘Het bioscoopbezoek is dit jaar met drie procent afgenomen’)
Een voorspelling (‘Een goede beheersing van Engels zal bij sollicitaties een belangrijkere eis worden’)
Een oordeel (‘Amsterdam is de schoonste stad van Europa’)
Een aanbeveling (‘Je moet op wijnvlekken meteen zout strooien’)
De positie die in een standpunt tegenover een propositie wordt ingenomen kan positief, negatief, of neutraal zijn
en deze positie bepaalt of er sprake is van een positief standpunt, een negatief standpunt of van een houding die
geen standpunt is (‘nul’-standpunt).
Peter: ‘Volgens mij is homeopathie kwakzalverij.’ (Positief standpunt)
Paula: ‘Volgens mij is homeopathie geen kwakzalverij.’ (Negatief standpunt)
Alied: ‘Ik weet niet of homeopathie wel of geen kwakzalverij is.’ (‘Nul’-standpunt)
1.3 Standpunten en uitingen van twijfel
Omdat mensen overal een mening over kunnen hebben, kunnen ze standpunten hebben over de meest
uiteenlopende proposities. Of een propositie nu betrekking heeft op een betrekkelijk eenvoudige of juist op een
bijzonder ingewikkelde materie, er kan altijd een standpunt over worden ingenomen. Propositie waarover
standpunten worden ingenomen, kunnen niet alleen qua onderwerp variëren, maar ook qua reikwijdte. Het kan op
iedereen of op alle onderdelen van een geheel slaan, maar kan ook alleen op specifieke aspecten of individuen
betrekking hebben. Kracht waarmee propositie een standpunt naar voren brengt kan variëren. Er zijn bij
standpunten over proposities dus diverse gradaties van kracht en reikwijdte.
Een standpunt hoeft niet op slechts één propositie betrekking te hebben, maar kan ook op meer proposities
tegelijk slaan. Wel nauw verband met elkaar, soms door verbindingswoorden zoals en en maar.
‘Ik vind het onaanvaardbaar dat jij zonder mij iets te vragen mijn kamer binnendringt, boeken uit mijn kast haalt
en die vervolgens ook nog aan iemand anders uitleent.’
Bij een positief standpunt zijn het ingenomen standpunt en de propositie dikwijls niet goed van elkaar te
onderscheiden. Ze worden in één uitspraak weergegeven en het positieve karakter van het standpunt wordt
veelal niet nog eens apart benadrukt.
‘Zussen zijn gezellig.’
‘Mijn standpunt is dat het wel degelijk zo is dat mannen kleinzeriger zijn van vrouwen.’
2
,De grens tussen een negatief standpunt en een uiting van twijfel is niet altijd even scherp te trekken. Negatief
standpunt kan in de buurt komen van louter twijfel. Twijfel kan bij nader inzien toch een negatief standpunt zijn,
omdat mensen uit beleefdheid liever niet zo duidelijk laten merken dat ze het ergens niet mee eens zijn. ‘Ik vraag
me af of dat wel zo’n goed idee is.’
Het uiten van een negatief standpunt heeft andere consequenties. Je moet het tegengestelde standpunt
verdedigen, terwijl iemand die twijfel uit nergens aangehouden kan worden.
1.4 Typen verschillen van mening
Het eenvoudigste type verschil van mening bestaat uit standpunt dat op een uiting van twijfel stuit (basisvorm).
Het standpunt kan namelijk positief of negatief zijn, er zijn van deze basisvorm twee varianten:
[1] Peter: ‘Nederlandse mannen zijn niet romantisch.’
Alied: ‘Dat weet ik eigenlijk nog zo net niet.’
[2] Peter: ‘Nederlandse mannen zijn romantisch.’
Alied: ‘Is dat zo?’
Enkelvoudig, omdat een verschil van mening van de basisvorm betrekking heeft op slechts één propositie.
Omdat er ten opzichte van deze propositie niet meer dan één standpunt ingenomen wordt, heet het verschil van
een mening van de basisvorm ook niet-gemengd. Er is immers maar één partij die een verdedigingsplicht voor
een standpunt op zich heeft genomen.
Je hebt ook meervoudige en gemengde verschillen van mening. Die kunnen op hun beurt weer op allerlei
manieren gecombineerd zijn tot gemengd meervoudige verschillen van mening.
Bij een meervoudig verschil van mening wordt er ten opzichte van meer dan één propositie een standpunt
ingenomen. Gebeurt bv. als iemand tegelijk een heleboel verschillende dingen ter discussie stelt. Zodra er zowel
een standpunt als twijfel wordt geuit over meer proposities, is het verschil van mening meervoudig: ‘Nederlandse
mannen zijn niet romantisch, en ook niet spiritueel, maar ze zijn wel betrouwbaar.’
Bij een gemengd verschil van mening wordt er ten opzichte van dezelfde propositie tegengestelde standpunten
ingenomen. De ene partij brengt een positief standpunt naar voren en de ander stelt negatief standpunt
tegenover.
Het naar voren brengen van een tegenovergesteld standpunt impliceert altijd dat er tegelijk ook twijfel wordt geuit
aan het standpunt van de andere partij. Als dat andere standpunt al aanvaard werd, en er dus helemaal geen
sprake is van twijfel, zou het immers geen zin hebben om een tegengesteld standpunt naar voren te brengen. Alle
meer complexe verschillen van mening kunnen geanalyseerd worden als een combinatie van meningsverschillen
van de basisvorm. Zo bestaat het volgende gemengd enkelvoudige verschil uit twee verschillen van mening van
de basisvorm:
Peter: ‘Jij reageert altijd veel te snel.’
Alied: ‘Helemaal niet!’
Het eerste basisverschil wordt gevormd door Peters positieve standpunt t.o.v. de propositie ‘Alied reageert altijd
veel te snel’ en Alieds twijfel aan dit standpunt; het tweede basisverschil door Alieds negatieve standpunt t.o.v. de
propositie ‘Alied reageert altijd veel te snel’ en Peters twijfel aan dit standpunt.
Vier typen verschil van mening:
1. Niet-gemengd enkelvoudige verschillen (de basisvorm)
2. Gemengd enkelvoudige verschillen
3. Niet-gemengd meervoudige verschillen
4. Gemengd meervoudige verschillen
1.5 Hoofdverschillen en subverschillen
Bij het oplossen van een verschil van mening ontstaan vaak weer nieuwe geschilpunten doordat de argumentatie
die ter verdediging van een standpunt wordt aangevoerd zelf ook weer op twijfel of tegenspraak stuit. Daarom
verschil tussen hoofdverschil en eventuele subverschillen.
3
, Irma: ‘Ober, volgens mij is deze soep bedorven.’
Ober: ‘Mevrouw, dat is onmogelijk.’
Irma: ‘Maar kijkt u dan, er drijft gewoon schimmel in.’
Ober: ‘Dat is geen schimmel, dat zijn stukjes broccoli.’
Irma: ‘Nou, ik heb nog nooit zulke vreemde broccoli gezien.’
Het hoofdverschil is de propositie ‘Deze soep is bedorven’ en het is gemengd enkelvoudig. Tevens is er een
(meervoudig gemengd) subverschil ontstaan over de proposities ‘Er drijft schimmel in de soep’ en ‘Er drijven
stukjes broccoli in de soep’.
Hoofdverschil kan ook stap voor stap tot uitdrukking worden gebracht, zodat pas geleidelijk aan duidelijk wordt
waarover de discussianten nu eigenlijk precies van mening verschillen. Hetzelfde standpunt kan later ook nog
eens op een wat andere manier worden herhaald. Nieuwe formulering kan afwijken van oorspronkelijke, lijkt op
eerste gezicht ander standpunt te zijn. Hoewel het anders kan zijn, is het in de regel zo dat de nieuwe formulering
eerder het standpunt waar het hoofdverschil om draait weergeeft dan de oorspronkelijke formulering: ‘De
Fransman is chauvinistisch. Ik bedoel: de meeste Fransen zijn dat. Ik zal aangeven waarom ik dat vind.’
1.6 De prestatie van standpunten en van twijfel
Er zijn een paar uitdrukkingen met behulp waarvan een standpunt uitdrukkelijk als zodanig kan worden
gepresenteerd:
[1] Mijn standpunt is
[2] Wij zijn van mening toegedaan dat
[3] Ik vind dat
[4] Mijns inziens
[5] Volgens mij
[6] Daarom
[7] Ik kan niet anders dan concluderen
[8] Dus
[9] Ergo:
[10] Kortom,
[11] Het zit namelijk zo dat
[12] Ik meen te mogen stellen dat
[13] Het is dan ook niet zo dat
[14] Waar we het over eens moeten zijn, is
[15] ... ten onrechte altijd gedacht dat
[16] Het is onzin dat
[17] Het verdient aanbeveling om
[18] Zoals ik het zie,
4