ARW1
Aantekeningen voor tentamen – Hoorcolleges
Week 3
Nog extra bronnen recht:
Algemene rechtsbeginselen
Gepubliceerde beleidsregels
Beginselen rechtspraak:
1. Openbaarheid
Artikel 121 GW
Zitting (uitzonderingen, bijv. kinderen of persoon- en familiezaken))
Uitspraak (geen uitzonderingen)
2. Onafhankelijkheid
Benoeming en ontslag artikel 117 GW
Incompatibiliteiten artikel 44 Wrra (wat een rechter niet mag)
Aantal rechters (is een rechter nog niet officieel benoemd, uitspraak nietig)
Geen hierarchie, geen instructie (niet gehouden om oordelen van bijv. Hoge Raad op te volgen over
vergelijkbare zaken)
Beroepsrechter (geen juryrechtspraak)
3. Onpartijdigheid
Wraking en verschoning (rechter trekt zichzelf terug)
Geen contact advocaten/partijen artikel 12 RO
Op terechtzitting geen blijkt overtuiging (on)schuld verdachte artikel 271 Sv
Geheim van de raadkamer artikel 7 RO
4. Deugdelijke procedure
Redelijke termijn artikel 20 Rv (zaak niet langer uitstellen)
Hoor en wederhoor
Uitspraak deugdelijk gemotiveerd artikel 121 GW (moet inzichtelijk zijn hoe rechter tot zijn oordeel
komt, controleerbaar en aanvaardbaar. Zo niet, vormverzuim)
Rechterlijke macht
Staande magistratuur is OM (OvJ), zittende is rechter.
Verschillen:
1. OM meestal bij strafzaken, strafrecht.
2. OM vraagt om oordeel en rechter geeft oordeel.
3. Rechters geen hiërarchie, OM wel.
Rechtbank: enkelvoudig
Gerechtshof: meervoudig, drie raadsheren
Hoge Raad: meervoudig, vijf raadsheren
Terminologie:
Strafrecht/burgerlijk recht: Hoofdregel is rechtbank wijst vonnis, het hof/HR wijst arrest
Verzoekschriftprocedure kan bij alle drie, is beschikking
Bestuursrecht: Rechtbank/hogere bestuursrechter doet uitspraak
Bevoegdheid:
1. Absolute competentie (welke soort rechter?)
Bij rechtbank ook nog welke sector, hof, HR
2. Relatieve competentie (welke rechter van die soort? Welke plaats?)
11 arrondissementen (rb), 4 ressorten (hof), 1 HR
Voorbeeld, het hof: Ressort Arnhem-Leeuwarden = arrondissementen Midden-NL, Gelderland, Overijssel,
Noord-NL
, Absolute competentie
Relatieve competentie (artikel 99 Rv en verder)
1. Civiel: Woonplaats gedaagde (verwerende partij, werkelijk verblijf)
Mede-bevoegd, soms uitsluitend bevoegd
2. Strafrecht: Hoofdregel OM, plaats van delict (artikel 2 Sv)
3. Bestuursrecht: Plaats bestuursorgaan, gedecentraliseerde overheid
Hoger beroep: civiel en straf
Gerechtshof kijken opnieuw naar feiten en recht
Grieven
Zodra beide partijen in hoger beroep gaan: principaal appel (eerste in hoger beroep), en incidenteel appel
(tweede in hoger beroep). Ook voorwaardelijk incidenteel appel.
Partijen: appellant – geïntimeerde
Verzoeker in appel – verweerder in appel
Kan niet altijd in hoger beroep:
Civiel: lager dan 1750 euro artikel 332 lid 1 Rv
Straf: overtredingen zonder strafoplegging of max 50 euro artikel 404 lid 2 Sv
Appelverboden: artikel 676a Rv
Cassatie (artikel 79 RO):
1. Vormverzuim (‘onbegrijpelijk, ontoereikend gemotiveerd’)
2. Schending recht (‘onjuiste rechtsopvatting’)
Kijkt niet naar feiten
Belangrijke taak Hoge Raad rechtseenheid en rechtszekerheid bevorderen, artikel 81 lid 1 RO
Eiser tot cassatie – verweerder in cassatie
Cassatiemiddelen
Conclusie van P-G/A-G
Advies
Verwerpen of vernietigen (casseren)
Zodra casseren, -terugwijzen (gerechtshof opnieuw behandelen) -verwijzen (ander gerechtshof behandelen) -
ten principale afdoen (zaak zelf afdoen, niet altijd mogelijk want: ze kijken niet naar de feiten
Prejudiciële vragen: een vraag voorleggen aan de hoge raad
Burgerlijk procesrecht
Tripartiete geschilbeslechting
1. tussenpersoon
2. mediation (vrijwillige bemiddeling o.l.v. onafhankelijke derde. Uitkomst is vaak compromis)
3. bindend advies (vrijwillig aangaan (overeenkomst). Advies wordt onderdeel van overeenkomst, marginale
toetsing door rechter)