Blok 5 Zorg en gezondheid
GWZ1025
Fleur van Rosendaal
,Taak 1 Waar komt het geld vandaan waaruit de zorg wordt betaald?
1) Hoe is het zorgstelsel ontwikkeld? (Meest recente veranderingen dus niet te ver
terug gaan. Vooral dat AWBZ in 2015 is opgesplitst is het belangrijkst. 2006
zorgverzekeringswet.)
Verandering zorgverzekeringssysteem
Op 1 januari 2006 heeft het Nederlandse zorgverzekeringsysteem een grote verandering
doorgemaakt. Voor 2006 was 63 procent van de Nederlands gedekt via de wettelijke verplichte
zorgverzekering geopereerd door ziekenfondsen en 37 procent werden gedekt door particuliere
zorgverzekeringen (hogere inkomens). Ze wilden dit veranderen, omdat dit gezien werd als
ongelijkheid.
Een systeem dat de gehele populatie zou dekken, zou de solidariteit van de zorgverzekeringen
vergroten. In 1974 argumenteerde de viceminister van Volksgezondheid Hendriks voor een
enkelvoudig openbaar stelsel, maar zijn verzoek werd nooit direct vertaald in een wet.
De Commissie-Dekker introduceerde dit enkelvoudige stelsel in een rapport: Bartholomee, Y.,
Maarse, H. (2006). Health Insurance reform in the Netherlands. Eurohealth (Health Policy), (2), 7-10.
Commissie-Dekker
De markthervorming van de zorg begint bij het verschijnen van het rapport ‘Bereidheid tot
Verandering’ in 1987 van de commissie-Dekker. Zij vonden met het oog op doelmatigheid en
betaalbaarheid een andere inrichting van de zorg noodzakelijk. De kern van het rapport was de
invoering van een verplichte basisverzekering waarin ziekenfonds, particuliere verzekering en de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) waren samengevoegd. Het verzekerde pakket van
deze verzekering dekte 85 procent van de zorguitgaven en burgers konden ervoor kiezen de
resterende 15 procent af te dekken door een aanvullende verzekering. De basisverzekering zou
worden gefinancierd met een inkomensafhankelijke premie plus een nominale premie. De hoogte
van de inkomensafhankelijke premie werd door de overheid vastgesteld en zou 75 procent van de
uitgaven van de verzekeraars moeten dekken. De hoogte van de nominale premie werd door de
verzekeraars zelf vastgesteld en zou zorgen voor 10 procent van de uitgangen (samen de benodigde
85 procent). Burgers mochten zelf hun verzekeraar kiezen waarbij voor de verzekeraar een
acceptatieplicht gold. De overheid besliste over de inhoud van het basispakket. Ook moest er een
systeem van risicoverevening worden ontwikkeld met behulp van normuitkeringen uit de centrale
kas. Dit systeem moest verzekeraars afdoende compenseren voor een oververtegenwoordiging van
slechte risico’s.
,1a Wat waren de doelen erbij? Welke ideeën zaten daarachter?
De ongelijkheid van middelste groep inkomen te beteren. Ook gingen de zorgverzekeraars
concurreren waardoor de uitgaven van zorgkosten verminderd werden.
2) Wat zijn de belangrijkste wetten? (drie: WLZ, WMO en ZVW) Begin met ZVW
- Hoe wordt de financieringsstroom geregeld/waar komt het geld vandaan?
- Wie ontvangt het geld? Wie heeft daar recht op? Wie is de doelgroep?
- Wie betaalt het geld vervolgens uit? Welke organisaties spelen daarbij een rol?
Zorgverzekeringswet (ZVW)
Iedereen die in Nederland woont of in Nederland loonbelasting betaalt, is verplicht een
zorgverzekering af te sluiten, tenzij je als militair in actieve dienst bent of principiële bezwaren tegen
verzekeren hebt (mensen die in een klooster wonen). De Zorgverzekeringswet verplicht alle
Nederlanders verzekerd te zijn van een basispakket aan zorg. In dit pakket zitten onder meer
huisartsenzorg en de meeste medische specialistische zorg, genees- en hulpmiddelen, geestelijke
gezondheidszorg en een deel van de tandheelkundige zorg voor jeugd tot 18 jaar. Verzekeraars zijn
, wettelijk verplicht iedereen toe te laten de tot de basisverzekering. Verzekerden kunnen zich
hiernaast aanvullend verzekeren. De wettelijke acceptatieplicht geldt niet voor aanvullende
verzekeringen. Zorgverzekeraars mogen mensen wel weigeren voor de aanvullende verzekeringen.
De ZVW regelt verder de financiering van de curatieve zorg. Deze wet verplicht tot slot
zorgverzekeraars om de declaraties van zorgaanbieders te controleren.
Bekostiging
De helft van de inkomsten van de verzekeraars voor de basisverzekering komt uit de
inkomensafhankelijke premies (deze wordt door de werkgever een deel van betaald. Hier zit ook
een grens. Dit wordt van je loon afgehouden) en de andere helft uit de nominale premies (dit sluit je
af bij de verzekeraar. Hier kies je zelf voor hoe duur die is) (waarbij de overheid de premies voor de
jeugd voor zijn rekening neemt). De inkomensafhankelijke premies en de rijksbijdragen voor
kinderen tot 18 jaar worden gestort in het Zorgverzekeringsfonds, dat naar rato van het risico van
elke verzekeraar (afgeleid van de populatiekenmerken van het verzekerdenbestand van elke
verzekeraar) wordt verdeeld. Populatiekenmerken zijn bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en gezondheid.
De uitkering uit het Zvw-fonds is gedeeltelijk risicodragend, zodat verzekeraars jaarlijks zowel winst
als verlies op hun zorgpolissen kunnen maken.
De verzekeraars financieren de instellingen en vrije beroepen op basis van beleidsregels van de NZa.
Zo worden de ziekenhuisbudgetten gevuld via tarieven per geleverde diagnose-behandelcombinatie
(DBC’s).Voor vrije beroepsbeoefenaren gelden deels vrije maar met name maximumtarieven. Voor
een groot deel van de ziekenhuisproductie van diagnose-behandelcombinaties (70 procent) geldt
vrije prijsvorming.
Boot, J. (2018). Organisatie van de gezondheidszorg (4e herziene druk. ed.). Assen: Koninklijke Van
Gorcum.
Nominale premie 1500
WLZ
De Wet langdurige zorg (Wlz) is met ingang van 1 januari 2015 van kracht. De Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten bestaat vanaf dat moment niet meer. De WLZ is een volksverzekering en
bedoeld voor kwetsbare ouderen en mensen met een beperking (lichamelijk, verstandelijk of
zintuigelijk) of psychische stoornis. De Wlz regelt dat mensen die 24 uur per dag, zeven dagen per
week zorg en toezicht nodig hebben (verpleeghuiszorg), recht hebben op zorg aan huis of in een
instelling. De Wlz is kortom een wet voor mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Zij hebben
een verzekerd recht op een volledig zorgpakket dat bestaat uit:
- Verblijf
- Persoonlijke verzorging
- Begeleiding
- Verpleging
- Behandeling
- Vervoer naar dagbesteding en dagbehandeling
Bekostiging
De WLZ wordt gefinancierd uit inkomensafhankelijke premies en eigen bijdragen van de gebruikers
van deze zorg en ook een rijksbijdragen. Deze wordt gestoord in het Fonds langdurige zorg (Flz) dat
wordt beheerd door het zorginstituut. De zorgkantoren bekostigen de zorg verlenende instelling op
basis van het aantal ingekochte zorgzwaartepakketten, waarvoor met hen tarieven zijn
overeengekomen binnen de maximumtarieven die daarvoor door de Nederlandse Zorgautoriteit
gesteld zijn.
Boot, J. (2018). Organisatie van de gezondheidszorg (4e herziene druk. ed.). Assen: Koninklijke Van
Gorcum.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleurvanrosendaal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.