Dyslexie praktijk
Hoofdstuk 10: Diagnostiek van
dyslexie
10.1) Inleiding
Diagnostiek is de activiteit of het proces waarbij wordt nagegaan of en in hoeverre de
algemene definitie van dyslexie van toepassing is op het individuele kind. Het diagnostisch
onderzoek vindt plaats op drie niveaus :
- Het niveau van de waarneembare verschijnselen
De diagnose bepaalt of er sprake is van een achterstand/probleem in technisch lezen en/of
spellen. Momenteel moet er sprake zijn van een score lager of gelijk aan pc. 10 op een
woordleestest en spellingtoets.
- Het niveau van de met dyslexie samenhangende variabelen en factoren (dyslexie-
voorspellers)
De diagnose bepaalt of er sprake is van taalproblemen met betrekking tot de fonologische,
morfologische, syntactische en semantische aspecten. We denken hierbij ook aan ‘word
fluency’, automatisatietaken en eventuele orthoptische problemen.
- Het niveau van de oorzaak
De diagnose stelt ten slotte vast of zoekt naar aanwijzingen die tot bepaling van de oorzaak
kunnen leiden, door ondermeer na te gaan wat bekend is over de familiale erfelijkheid en
verzamelt zo mogelijk oorzaak-gerichte aanwijzingen voor het disfunctioneren van het
recoderingsmechanisme. Ook onderscheid primaire – secundaire leerstoornis is zeer
belangrijk.
Tot slot moet nog worden aangestipt dat het criteruim ‘hardnekkigheid’ momenteel in
Vlaanderen wordt afgetoetst op 6 maanden intensieve begeleiding. Indien na deze periode
geen noemenswaardige verbetering is vast te stellen, mag men dan pas de diagnose
‘dyslexie’ uitspreken. Via psycho-linguïstich middel een leestest.
RIZIV aanvaard niet alle testen dat logopedisten gebruiken. RIZIV neemt percentiel 6 als
terugbetaling voor dyslexie.
Familiale erfelijkheid is niet een absolute voorwaarde omdat het soms kan zijn dat het een
generalisatie overslaat.
Dyslexie is een primaire leerstoornis.
Het doel dat door de diagnostiek wordt nagestreefd is derhalve :
1
, 1. Te bepalen wat het probleem van het kind is en of dat probleem gedefinieerd kan
worden als dyslexie ;
2. Dat probleem af te grenzen van andere, er mogelijk op lijkende, problemen ;
3. Zo mogelijk vast te stellen wat de oorzaak van de dyslexie is ;
4. Een behandelingsplan op te stellen.
Het diagnostisch proces kent drie aspecten die bestaan in :
Het afnemen van een anamnese of, met andere woorden, een reconstructie van het
probleem ; Uitvoeren van intakegesprek.
Het toepassen van tests om bij het kind vast te stellen welke de actuele stand is van
zijn functies, capaciteiten en prestaties. Psycho-linguïstische tests.
Het onderzoeksgesprek (bewutsmakingsmoment)
Het is belangrijk om aan alle kanten van de diagnostische procedure evenveel belang te
hechten. Nog al te dikwijls wordt het anamnese-gesprek overgeslagen en begint de logopedist
op basis van een vluchtige telefoonaanmelding met het onderzoek.
Het moet echter zo zijn dat de logopedist op basis van de anamnese reeds een aantal
hypothesen gaat formuleren om die dan te kunnen aanvaarden of verwerpen met behulp van
tests en/of toetsen.
In grote lijnen omvat de diagnostische procedure bijgevolg volgende onderdelen :
A. anamnese : reconstructie van de ontwikkelingsgeschiedenis van het kind :
- persoonsgegevens en persoonsgeschiedenis van het kind
ontwikkeling van de grove motoriek
ontwikkeling van de fijne motoriek
individuele, emotionele en sociale ontwikkeling
- schoolgegevens en schoolgeschiedenis (Welke school?)
- medische voorgeschiedenis
- ontwikkeling van taal en voorwaarden voor lezen en spellen (Gelinkt aan de
taalontwikkeling, aspecht fonologie)
- gezinsgeschiedenis
B. diagnostisch onderzoek:
- medisch(-neurologisch) onderzoek
- intelligentie-onderzoek
- onderzoek van de voorwaarden en functies die met lezen en spellen samenhangen,
met name de taalvaardigheid
- onderzoek van mogelijk andere correlerende factoren (word fluency, ...)
- onderzoek van het lezen en spellen
- onderzoek van de persoonlijkheidsontwikkeling van het kind en van het
opvoedingsmilieu van het kind.
C. afsluitend gesprek
2
, 10.2) Bespreking
Anamnese: reconstructie van de ontwikkeling:
Onmiddellijk kan men zich de vraag stellen, wie de aangewezene is om de voorgeschiedenis
van het probleem te reconstrueren. Een volledige anamnese bevat immers vragen omtrent
zwangerschap en geboorte, waarvan de antwoorden moeilijk door een logopedist(e)
geïnterpreteerd kunnen worden. Net zoals antwoorden op vragen over de gevolgde
leesmethode moeilijk door een (revalidatie)arts op hun waarde kunnen worden beoordeeld.
Voor diegenen die later in teamverband tewerkgesteld zullen worden, heeft het een zekere
vanzelfsprekendheid dat de arts in het team de medische anamnese afneemt, de sociaal
assistent de gezins- en schoolgeschiedenis, de psycholoog de individuele ontwikkeling van
het kind en dan nog de logopedist het eigenlijke probleem aanhoort. In de praktijk levert dit
echter het bezwaar op dat de ouders vier gesprekken zouden moeten voeren over de
voorgeschiedenis.
Het is dan voor de hand liggend om een medische en niet-medische anamnese te
onderscheiden, en één van de niet-medische teamleden te belasten met de niet-medische
anamnese.
Voor hen die niet in teamverband werken is het belangrijk een zeer brede kennis te
ontwikkelen omtrent ontwikkelingspsychologie, de theorieën omtrent het lezen en het
onderwijs, anatomie, fysiologie en pathologie. Een zekere interesse en specialisatie in dit
aspect van de diagnostiek is aanbevelenswaardig.
Hoedanook, graag geven wij per ontwikkelingsonderdeel nog een aantal belangrijke mijlpalen,
die door de anamnese-afnemer als standaardkennis moeten beheerst worden.
GROVE MOTORIEK
(Het gaat hier om de momenten waarop de verschillende mijlpalen van de ontwikkeling bereikt
zouden moeten zijn, alsook de kwaliteit van de onderdelen op die momenten.)
Er is geen oorzakelijke relatie met dyslexie, toch kunnen een aantal antwoorden verhelderend zijn.
• 0;3 Kan hoofd omhoog houden
• 0;5 Kan zitten met steun
• 0;6 Kan zitten zonder steun
• 0;8 Staat met steun
• 0;10 Kruipt op handen en knieën kan zich optrekken tot staan.
• 1;0 Loopt aan hand kruipt op handen en voeten.
• 1;6 Grijpen en loslaten is volledig ontwikkeld loopt alleen, hoewel nog stijf kruipt
achterstevoren trap af.
• 2;0 Vast loopritme rent springt met beide voeten van trede gooit bal klein eindje verder.
• 3;0 Kan over lijn lopenkan op één been hinkelen evenwicht op één voet voor een paar
seconden kan van stoeltje springen zet ene voet voor de andere bij het trap opklimmen kan
op driewieler rijden.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper logostudentambi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.