100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting minor oncologie basiskennis €13,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting minor oncologie basiskennis

 79 keer bekeken  6 keer verkocht

Deze samenvatting is gemaakt voor de basiskennis toets van de minor oncologie. In deze samenvatting zijn alle hoorcolleges samengevat

Voorbeeld 4 van de 42  pagina's

  • 5 juni 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
liannereitsema
Week 1
donderdag 10 februari 2022 15:45

Wat is kanker?
Kanker is de resultante van veranderingen in kritische genen die cel- proliferatie, differentiatie en
overleving van de cel regelen.

Goedaardige tumoren: Benigne tumoren (eindigt met -oom).
- Geen metastasering
- Expansieve groei (De omliggende weefsels worden weggeduwd en de tumor groeit er als het
ware tussendoor)
- Rustig microscopisch beeld
- Meestal niet levensbedreigend. (afhankelijk van de locatie van de tumor kan een benigne
tumor wel levensbedreigend zijn. Denk aan plekken in het hoofd- en halsgebied. Dit kan voor
vernauwingen zorgen)

Kwaadaardig tumoren: maligne tumoren (eindige op -carcinoom of sarcoom).
- Infiltrerende en destructieve groei. (De vertakkingen van de tumor groeien de omliggende
weefsels binnen. Dit heeft vaak vernietiging van de weefsels tot gevolg.)
- Metastase
- Onrustig microscopisch beeld
- Leidt onbehandeld tot dood

Solide tumoren: Hechten zich vast. Ze ontstaan in een orgaan of weefsel. Ze blijven op 1 plek. (denk
aan: borstkanker, darmkanker en prostaatkanker)
Niet-solide tumoren: Niet solide tumoren ontstaan in weefsels of cellen die op verschillende plekken
in het lichaam zitten. Ze ontstaan in bloed makende organen. (denk aan: leukemie, lymfeklierkanker,
multipel myeloom)

Metastasen (uitzaaiingen):
- Lymfogene metastasering
- Hematogene metastasering
- Percontinuitatum: rechtstreeks aan het betrokkengedeelte, door weefselspleten.

Preventie:
- Primaire preventie is gericht op het voorkomen van het ontstaan van kanker
- Secundaire preventie is gericht op het zo vroeg mogelijk ontdekken van kanker en het geven
van een adequate behandeling
- Tertiaire preventie is erop gericht om de gevolgen van de aandoening zo veel mogelijk te
beperken en een eventuele tweede tumor te voorkomen.

Exogene factoren:
- Roken
- Voeding
- Bewegen
- Alcohol
- Zonnen
- Overgewicht
- Ioniserende straling
- Beroepsrisico
- Geneesmiddelen
- Infecties
- Milieu

Endogene factoren:
- Hormonale invloeden
- Genetische factoren

Basiskennis Pagina 1

, - Genetische factoren
- Gevolgen van andere ziekten

Etiologie:
(Onder etiologie wordt de leer van ziekte en ziekteoorzaken verstaan.)
- Multifactorieel: individuele factoren
- Multi causaal: meerdere factoren, een leefstijl.

Carcinogene factoren:
- (chemische) stoffen.
- Virussen (2 type virussen: DNA oncogenic viruses & RNA oncogenic viruses)
- Ioniserende straling
- Zonlicht

Mensgebonden factoren:
- Leeftijd
- Erfelijkheid
- Obesitas
- Chronische ontsteking
- Immuunsuppressie
- Dieet

Pathofysiologie:
Een kwaadaardige gezel ontstaat door verstoring in de verhouding van de activiteit van:
- Proto-oncogenen: Een gen dat codeert voor een eiwit dat groei en celdeling stimuleert. Als
een mutatie in het proto-oncogen ontstaat, kan dat leiden tot extra activiteit. Hierdoor kan
de cel abnormaal snel gaan groeien en delen.
- Tumor-suppressor-genen (vb p53): Een gen die abnormale celdelingen stopt. Zodra er een
mutatie in dit gen is worden abnormale celdelingen niet meer gestopt.
- Essentie van beginnende kanker, cel luistert niet naar andere cellen bij doordeling.
- Genen zijn bepalend, maar chemische signalen zorgen ervoor dat er ongerepte deling komt.
- DNA-reparatiegenen:

Classificatie:
TNM classificatie:
T: Tumorgrootte, de diameter of mate van ingroei (T1-4)
- T1 = tumor kleiner dan 3 cm
- T2 = tumor groter dan 3 cm en verder dan 2 cm verwijderd van de splitsing (ofwel: carina) van
de trachea (luchtpijp) in een linker en rechter hoofdbronchus (luchtwegtak)
- T3 = elke tumor minder dan 2 cm van de carina gelegen óf ingroei in borstkaswand, middenrif,
hartzakje of longvlies thv mediastinum (ruimte tussen longen in)
- T4 = tumor die ingroeit in mediastinum, hartspier, grote bloedvaten, slokdarm, wervels, carina
of vocht met tumorcellen in de borstholte
N: Node (lymfeklier), aantal/plaats van lymfeklieruitzaaiingen (N0-2)
- N0 = geen lymfeklieruitzaaiing
- N1 = uitzaaiingen in de dichtstbijzijnde lymfeklieren (lichtblauw op bovenstaande afbeelding)
- N2 : uitzaaiingen in verder gelegen lymfeklieren (rood op bovenstaande afbeelding)
- N3 : uitzaaiingen in klieren aan de andere zijde of buiten de long gelegen (zie ook
bovenstaande afbeelding (rood))
M: Metastasen (uitzaaiingen) op afstand van de tumor in bv andere organen, botten etc.(M0-1)
- M0 = geen uitzaaiingen elders in het lichaam
- M1 = uitzaaiingen elders (bv hersenen)

Soorten onderzoek:
- Cytologie: Celleer, er wordt door middel van een punctie onderzoek gedaan naar de cellen.
- Histologie: Weefsel onderzoek. Door middel van een biopt wordt er een stuk weefsel
onderzocht.
- Echografie: Techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van onhoorbaar supergeluid. Hiermee

Basiskennis Pagina 2

, - Echografie: Techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van onhoorbaar supergeluid. Hiermee
wordt het verschil tussen hard en zacht weefsel zichtbaar
- CT-scan: Een CT-scan is een röntgenapparaat dat een serie foto's maakt. Telkens verschuift de
opname een paar millimeter totdat het hele gebied in beeld is gebracht. De computer legt de
opnames op elkaar waardoor een 3-dimensionaal beeld ontstaat.
- MRI-scan: De MRI-scan werkt met sterke elektromagnetische straling.
- PET-scan: De meeste kankercellen hebben een verhoogde stofwisseling. Hierbij wordt veel
suiker verbruikt. Met een PET-scan maakt de arts hier gebruik van. Hij of zij dient een
radioactieve stof toe die op dezelfde manier als suiker in cellen wordt opgenomen. Doordat
kanker een verhoogde verbranding heeft, nemen vooral de kankercellen de radioactieve stof
op. Zo kan de arts kankercellen zien.
- Nucleaire D.

Stagering: Aantonen - of uitsluiten dat tumor alleen een lokaal probleem is en er geen sprake is van
locoregionale problematiek of zelfs systemische ziekte.

Behandeling:
Bij de behandeling van kanker kan op 2 verschillende invalshoeken bekijken:
- Curatie: Streven naar totale genezing met maximaal behoud van functie en integriteit van de
patiënt.
- Palliatie: Streven naar verbetering van het welbevinden van patiënt en zijn/haar omgeving in
wetenschap de patiënt niet te kunnen genezen. Er wordt hierbij vooral gekeken naar het
verbeteren of behouden van het kwaliteit van leven.

Soorten behandelingen:
- Chirurgie: Secretie van de tumor en het omliggende weefsel.
- Radiotherapie: Bestraling. Er wordt gestraald op een specifieke plek. Je moet dan stil liggen.
Het apparaat wordt ingesteld zodat bijna alleen de kwaadaardige cellen worden bestraald.
- Chemotherapie: Grijpt in tijdens de deling van de cel. Snel delende cellen zoals haarcellen en
cellen in de darm kunnen hierdoor ook aangevallen worden en uitvallen. Daarom kan je kaal
worden van chemotherapie
- Diversen
○ Hormonaal: medicatie die de werking van hormonen remmen of blokkeren of de
aanmaak hiervan verminderen. Hormoontherapie wordt gebruikt bij de volgende
kankersoorten; borstkanker, prostaatkanker en baarmoederkanker.
○ Immunotherapie: Bij een behandeling met immunotherapie bij kanker wordt het
immuunsysteem van de patiënt gebruikt om de kankercellen aan te vallen. Het
immuunsysteem wordt door de behandeling ondersteund of extra actief gemaakt.
○ Gentherapie: Het DNA van de T-helpercellen wordt in het laboratorium aangepast. Door
het DNA van de T-helpercellen te veranderen kunnen de afweercellen de kankercellen
nog sneller herkennen en doden
○ Angiogeneseremming: Angiogenese is de stuwende kracht achter tumorgroei en
metastasering. Angiogenese is de vorming van nieuwe bloedvaten vanuit bestaande
bloedvaten.
○ Hyperthermie: Hyperthermie is een plaatselijke behandeling waarbij het tumorgebied
wordt verwarmd. Hyperthermie als enige behandeling heeft weinig effect. De
behandeling wordt altijd gegeven in combinatie met radiotherapie of chemotherapie.
- Alternatieve geneeskunde (Vaak geen wetenschappelijk bewijs dat het werkt)
- Palliatieve therapie: Behouden of verbetering van kwaliteit van leven. Totale genezing is niet
meer mogelijk




Basiskennis Pagina 3

, Week 2
dinsdag 15 februari 2022 11:05

Het ontstaan van kanker?
Apoptose: geprogrammeerde celdood. Hiermee worden kankercellen door het lichaam zelf
uitgeschakeld. Geen apoptose leid tot mutatie.

Dysplasie: de weg van gezond weefsel naar kankerweefsel.




Differentiaties:
I: laaggradig
II: intermediair
III: hooggradig
IV: anaplastisch

1. Fouten in het DNA
Je DNA ligt opgeslagen in de celkern. DNA is het receptenboek van hoe eiwitten gemaakt moeten
worden. mRNA is het kopietje van een recept uit het receptenboek (DNA). mRNA wordt naar de
ribosomen gestuurd. De ribosomen maken de eiwitten.
De vorm van een eiwit bepaald wat voor soort eiwit het is, en welke functie het eiwit zal hebben.
Zodra er een foutje (mutatie) in het DNA zit, zit er ook een foutje in het mRNA. Hierdoor maken de
ribosomen een verkeerd eiwit met een andere vorm. Hierdoor veranderd de functie van het eiwit.
De functie kan verloren gaan, kan minder gaan werken of krijgt een totaal andere functie.

T=A
C=G

Puntmutatie: Er veranderd maar op 1 plek 1 lettertje.
- Silent: Wel verandering in het DNA. Er is 1 lettertje anders. Maar het triplet codeert voor het
zelfde aminozuur.
- Nonsense: Door puntmutatie wordt er een 'stop codon' gemaakt. Hierdoor wordt het eiwit
korter dan dat de bedoeling was.
- Missense:
○ Conservative: Er ontstaat een ander aminozuur. Dit aminozuur lijkt echter wel op het
gewenste aminozuur. Hij is wel anders, maar de verandering en het effect is niet groot.
○ Non-conservative: Er wordt een compleet ander aminozuur ingebouwd. Dit effect is wel
groot. Het eiwit krijgt hierdoor mogelijk een andere eigenschap.

Framshiftmutatie: Er valt 1 letter weg uit de serie. De rest schuift daardoor naar voren. Hierdoor
ontstaan hele andere setjes van 3. Hierdoor veranderd de hele code.

Normaal: AAG TCA CTC GTA


Basiskennis Pagina 4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper liannereitsema. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€13,49  6x  verkocht
  • (0)
  Kopen