Samenvatting alle tentamenstof Transforensische Zorg 2021-2022 Universiteit Maastricht
Transforensische zorg Week 1: Stoornis en delict Samenvatting Stof
Algemeen Forensische zorg
Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg voor mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd of daarvan verdacht
worden. Hun delict is mede het gevolg van hun psychische stoornis. De forensische psychiatrie biedt geestelijke
gezondheidszorg aan personen die zich van de rechter moeten laten behandelen, als onderdeel van hun strafrechtelijke
maatregel. In de forensische psychiatrie gaat de zorg gepaard met bescherming van de samenleving. Transforensische
psychiatrie richt zich op mensen met ernstige psychopathologie met daaraan gekoppeld disruptief gedrag.
Dit disruptief gedrag is vaak agressief. Reguliere zorg zit daar vaak niet op te wachten en willen liever dat politie en justitie zich
ermee gaan bemoeien. Daarnaast loopt de GGZ leeg, je kunt ergens anders meer geld verdienen, een betere nachtrust krijgen
en minder afbreukrisico lopen door publieke opinie.
Disruptief gedrag is potentieel delictgedrag. Het doen van aangifte maakt disruptief gedrag tot delictgedrag en bepaald het
parcours. Sommige mensen zullen bijv. eerder aangifte doen van huiselijk geweld, andere gaan misschien eerst nadenken hoe
het doen mijn aangifte hun leven veranderd.
Reguliere psychiatrie Focus op de stoornis en de behandeling (bijv. depressie,
psychoses, ADHD, autisme). Wordt geacht te diagnosticeren
en behandelen. Richt zich op mensen die psychisch iets
mankeren.
De kloof → het niemandsland tussen regulieren en Hier zat de moordenaar van Els Borst, Bart van U. Hij was
forensische psychiatrie. eerder opgenomen maar weer teruggegeven aan de
maatschappij, in afwachting van de zitting, lange
wachttijden.
De oplossing? → kijken naar psychopathologie,
gedragsrepertoire en zorgbehoefte. Doe wat nodig is en Ook steekincident Den Haag ‘’geschipper met Malek F. liep
stop het ‘afschuiven’ van moeilijke mensen. fout af’’
Transforensische zorg is de ‘missing link’ tussenbeide. ‘’Geschipper’’ = doorgeven van wie naar wie? Wat moet je
met deze persoon?
Forensische psychiatrie Focus op het delict en delictpreventie. Veiligheid van de
maatschappij staat voorop. Je wil vooral bewegen met
respect voor de veiligheid van de maatschappij.
Waar hoort ‘de verwarde persoon’ thuis?
→ Prevaleert zorg (wit) of veiligheid (justitie; blauw), wie voelt zich verantwoordelijk?
→ Toeval speelt een rol, wie komt er als eerste bij?
→ Dezelfde persoon met soortgelijk incident komt op verschillende plekken terecht, het is maar net hoe het loopt.
Transforensische zorg
Transforensische zorg is een ventiel voor overspannen reguliere zorgaanbieders en een antwoord op een maatschappelijk
probleem. Het vult een gat in de zorg. Het gat tussen reguliere en forensische psychiatrie is te groot → leidt tot risico van
ontwrichting en criminalisering.
Voor wie? → mensen die lijden aan ernstige psychopathologie en daaruit voortvloeiend disruptief (pre-)delictgedrag.
Tegenargumenten: 1) Financieel (GGZ bezuinigt juist op bedden)
2) Afbouwen (bij afbouwen nemen de incidenten bij verwarde mensen juist toe)
3) Separaties (afzonderingen, afscheidingen)
Voor-argumenten: 1) Kijk naar psychopathologie, gedragsrepertoire en zorgbehoefte
2) Doe wat nodig is en stop het afschuiven van ‘moeilijke mensen’
Het aanbod? → aandacht voor behandeling van onderliggend lijden + aandacht voor risicomanagement.
Transforensische zorg kan klinisch (via een gedwongen machtiging, niet strafrechtelijk) en ambulant (thuissituatie; buiten de
inrichting). Een ambulante Transforensische patiënt is een persoon met problematiek (alles mogelijk) met disruptief
gedragsrepertoire als uitkomst. Deze personen zijn afgewezen bij de reguliere zorg en er is geen reclasseringstoezicht.
Veel regulier gedwongen opgenomen personen vertonen distruptief gedrag, maar blijven verstoken van een forensisch
behandelaanbod. Heeft veel te maken met risicomanagement.
1
,Samenvatting alle tentamenstof Transforensische Zorg 2021-2022 Universiteit Maastricht
De verwarde mens
Uitzending van de Monitor ‘Verwarde Mensen’
→ Ook het afgelopen jaar (2016) waren er weer meer incidenten met verwarde mensen: ruim 75.000. Onder hen een groep van
enkele duizenden die gevaarlijk gedrag vertonen. Hoe moeten deze mensen worden geholpen? Sinds de bezuinigingen op de
geestelijke gezondheidszorg neemt het aantal incidenten met verwarde mensen toe.
Uitzending Een Vandaag ‘Familie verwarde personen: voorkom drama’s Els Borst door eerder in te grijpen’
→ Voorkom drama’s zoals de moord op Els Borst en zorg dat extreem verwarde personen veel eerder een goede behandeling
krijgen. Dat is de oproep van hulpverleners, artsen en familie van verwarde personen. Waarom moeten we wachten tot het
vreselijk misgaat, voordat mijn zoon goede zorg kan krijgen? Joke van der Meulen is moeder van Kees; een man van 28 met een
autistische stoornis. Zo makkelijk als dat hij was als kind, zo ingewikkeld wordt hij als puber. Al op zijn 13e levensjaar komt hij in
aanraking met drugs en stapelen de problemen zich op. ‘’Op het moment dat hij drugs ging gebruiken werd hij voor ons steeds
moeilijker bereikbaar. Hij voelde zijn pijn niet meer, maar daarmee verergerden de problemen eigenlijk alleen maar.’’
‘’Bang dat er slachtoffers zouden vallen’’
Joke zag haar zoon steeds verder afglijden, ze waarschuwde dat het fout zou gaan, maar niemand greep in. ‘’Ik zag hem steeds
angstiger en daardoor agressiever worden. Je hoort die verhalen uit de media waar het fout gaan. Was echt heel bang dat er
slachtoffers zouden vallen.’’
Als ‘’hete aardappel’’ doorgeschoven
‘’De situatie van Joke is zeker niet uniek’’ zegt hoogleraar en behandelaar Niels Mulder. Veel meer families lopen tegen een
muur aan. Mulder: ‘’Als je in dit soort gevallen geen goede zorg verleent, dan creëer je echt risico’s. In plaats van dat deze zeer
verwarde patiënten een goede behandeling krijgen, gaan ze eindeloos heen en weer tussen crisisopvang en thuis.’’ Mulder: ‘’Ze
gaan veel te veel van loket naar loket. En we weten dat ze dan juist extra kwetsbaar zijn en in de problemen kunnen komen.’’
‘’Waarom wachten tot het fout gaat?’’
Joost à Campo, psychiater in Heerlen, maakte zich grote zorgen en besloot iets concreets te doen voor deze groep. Hij lanceerde
een nog niet bestaande vorm van zorg, ‘transforensische’ zorg. Dat komt erop neer dat à Campo deze groep niet alleen op de
reguliere manier behandelt, maar ook kijkt naar hoe voorkomen kan worden dat deze psychiatrische patiënten met het
strafrecht in aanraking komen. Daarom neemt à Campo deze patiënten gedwongen op met een civielrechtelijke machtiging.
‘’Er is nu een groep die letterlijk tussen wal en schip valt; waarvan de gewone GGZ zegt dat ze die niet aankunnen. En forensische
behandeling kunnen we nu pas aanbieden als er een strafbaar feit is begaan. Maar moeten we dan eerst wachten tot het fout
gaat, voordat we mensen goed gaan behandelen?’’
Joost à Campo heeft 8 (inmiddels 16) bedden waar hij deze ‘transforensische’ zorg toepast. Volgens de psychiater is zijn aanpak
zeer succesvol en hebben al meerdere GGZ-instellingen interesse getoond.
3.000-5.000 zeer verwarde personen
Naar schatting zijn er zo’n 3.000-5.000 psychiatrische patiënten met zeer verward gedrag die moeilijk binnen de reguliere zorg
te handhaven zijn. Een groot deel hiervan is nog niet in aanraking geweest met strafrecht. Vaak zijn er wel zorgen van familie dat
het ieder moment fout kan gaan.
á Campo: ‘’Transforensische psychiatrie: een brug tussen de reguliere en forensische psychiatrie’’
Het kan erg kan afhangen van de omstandigheden en weloverwogen keuzes van professionals of een patiënt wordt behandeld
in de reguliere psychiatrie of in een gedwongen forensisch psychiatrisch zorgkader belandt. Binnen forensische klinieken kom ik
patiënten tegen die, net zo goed, of naar mijn mening, zelfs beter af waren geweest binnen een regulier zorgkader. Naar
aanleiding van een relatief licht vergrijp kan iemand een forensische titel krijgen, terwijl andere patiënten in uitzonderlijke
gevallen met poging tot doodslag ggz-patiënten blijven. Omgekeerd ook.
Veel van de regulier gedwongen opgenomen patiënten die disruptief gedrag vertonen, zijn in feite een maatje te groot voor de
huidige reguliere psychiatrie, waardoor zij verstoken blijven van een adequaat zorgaanbod waarin ook risicotaxatie een
belangrijke rol speelt en voldoende aandacht en tijd kan worden geïnvesteerd in het terugdringen van het agressieve en
destructieve gedrag en het potentiële delictgevaar. Eerder agressief en delictgedrag is immers een van de belangrijkste
voorspellers voor toekomstig delictgedrag. Echter, wanneer een patiënt eenmaal in de reguliere psychiatrie gedwongen is
opgenomen, is hij of zij moeilijk naar een forensisch zorgkader te plaatsen.
Kunnen we een patiënt met ernstige psychopathologie en daaruit voortvloeiend disruptief gedrag, die (nog) niet is veroordeeld
door een strafrechter, niet beter preventief een zorgkader bieden dat een gezonde hybride is tussen het aanbod van de
reguliere zorg en een risico-verminderend forensisch zorgkader?
2
, Samenvatting alle tentamenstof Transforensische Zorg 2021-2022 Universiteit Maastricht
Spanningsvelden:
• Allereerst geldt dat een typische patiënt uit deze categorie zichzelf doorgaans als een niet te behandelen subject ziet.
De psychiater in zo’n setting zit daarmee vaak in een moeilijke positie omdat het een vrij uitzonderlijke dokter-patiënt
relatie betreft. Het is de uitdaging om, met respect voor de autonomie van het individu, de patiënt te begrijpen in zijn
gedragingen, ook wanneer die destructief zijn.
• Zo’n team moet het kunnen opbrengen om tegen allerlei weerstanden, dreigingen en agressie in, toch in contact te
blijven met de patiënt. In mijn ervaring is de grens van wat GGZ-medewerken van patiënten tolereren naar beden
verschoven.
• Een derde belangrijk huidig spanningsveld is naar mijn mening gelegen in het feit dat veel grote GGZ-instellingen
inmiddels zijn gaan werken in een bedrijfscultuur met glossy folders over zorgprogramma’s met fantastische
behandeluitkomsten. De psychiater binnen een gesloten setting heeft niet een positie dat hij kan adverteren met een
leuk behandelaanbod. Op een specifieke stoornis gerichte, geprotocolleerde zorgprogramma’s bevatten vaak meer
exclusie- dan inclusiecriteria.
• Een vierde belangrijke frictie is gelegen in het domein van de publieke opinie. Wat we zien is dat in de media vooral
op calamiteiten wordt ingezoomd.
• Een vijfde knelpunt is dat het in de reguliere psychiatrie tegenwoordig een belangrijk streven is om patiënten kort
opgenomen te laten zijn, zeker als het gaat om een gedwongen opneming. Er is echter een deelverzameling van
patiënten die je echt niet in een dag of tien weer veilig kunt ontslaan uit een gesloten klinische setting.
Als antwoord hierop presenteerde ik de transforensische psychiatrie: een zorgaanbod dat bestaat uit toepassing van forensische
behandelmodules en methodieken maar dan gericht op reguliere gedwongen opgenomen patiënten met ontwrichtend
(mogelijk pre-delict) gedrag. Het is een ultieme behandelpoging voor de duur van gemiddeld zes maanden, waarmee beoogd
wordt te voorkomen dat sommige civielrechtelijk gedwongen opgenomen patiënten later alsnog strafrechtelijk veroordeelde
forensische patiënten worden. Het unieke van de transforensische benadering is daarbij dat complexe problematiek als geheel
wordt aangepakt. Een patiënt is misschien zwakbegaafd, schizofreen, verslaafd en neigt naar criminaliteit. De transforensische
zorg pakt dat tegelijk aan, terwijl de reguliere GGZ vaak gespecialiseerd is in één probleem.
Het transforensische zorgaanbod kan ook onderdeel zijn van het antwoord op de maatschappelijke discussie rond de personen
die in het vizier komen onder de noemer van ‘de verwarde mens’. De deelverzameling van deze categorie die serieuze
psychiatrie vertoont en daaraan gekoppeld risicovol gedrag c.q. feitelijk delicten pleegt, zou gebaat zijn bij een dergelijk
behandelaanbod.
Prinsen & Meynen: ‘’De psychische stoornis in het strafrecht’’
Het strafrecht en de psychiatrie raken elkaar op verschillende punten. Nadrukkelijk gebeurt dit bij de rapportage pro Justitia (PJ).
Veruit de meeste strafzaken waarin PJ-rapportage plaatsvindt, dienen voor de meervoudige kamer van de rechtbank. De
meervoudige kamer beoordeelt de zwaardere en ingewikkeldere zaken, waarin de officier van justitie-een gevangenisstraf eist
die langer is dan twaalfmaanden.
De forensische gedragskunde is bij een strafzaak van belang met het oog op twee aspecten:
1. De invloed van een stoornis op het tenlastegelegde (in het kader van de toerekenbaarheid);
2. en een inschatting van toekomstig risico (en daarmee verband houdend advisering over al dan niet opleggen van een
maatregel of een behandeling in het kader van een voorwaardelijk strafdeel).
Uitgangspunt vormen de wetsartikelen 39, 37a, 37b, 38 en 77S uit het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikel 2.3 van de Wet
forensische zorg (WFz).
Veranderend stoornisbegrip
In het strafrecht speelt de stoornis op meerdere plekken een rol. Het bekendste is het toerekenen uit artikel 39 Sr:
‘Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of
verstandelijke handicap niet kan worden toegerekend.’
Per 1 januari 2020 is in artikel 39 Sr de oude terminologie, ‘de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de
geestvermogens’, vervangen door nieuwe terminologie: 'de psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke
handicap’.
De stoornis is de kern van het niet toerekenen, namelijk de legitimatie voor de rechter om te oordelen dat hoewel een verdachte
een strafbaar feit gepleegd heeft, die verdachte zelf niet strafbaar is. Als geen stoornis kan worden vastgesteld, zal de rechter
3