Dit is een beknopte samenvatting van verbintenissenrecht. Ik heb gemiddeld een 8.5 voor mijn rechtsvakken. Disclaimer: dit is uiteraard geen garantie dat u door deze samenvatting ook een hoog cijfer behaald. U heeft de presentaties en het maken van huiswerk ook nodig voor een optimaal resultaat.
Definitie verbintenis: een juridische relatie tussen 2 of meer partijen waarbij de ene partij verplicht
is tot een op geld waardeerbare prestatie waarop de andere partij recht heeft.
De gebruikelijke definitie: een verbintenis is een vermogensrechtelijke relatie tussen twee of meer
partijen waarbij de ene partij verplicht is tot een prestatie waarop de andere partij recht heeft.
Kenmerken: Je bent verplicht om iets te doen of laten (prestatie), de verplichting tot prestatie moet
geld waard zijn (op geld waardeerbaar) en moet je nakomen. Kom je het niet na: aansprakelijkheid
voor de gevolgen.
Het ontstaan van een verbintenis: overeenkomst of wet.
Overeenkomst:
Definitie: een afspraak tussen 2 partijen.
Kenmerken: aanbod en aanvaarding + wilsovereenstemming. Een overeenkomst heeft meestal 2
verbintenissen. Tenietstelling: een overeenkomst wordt nagekomen. Object: het object van de
verbintenis (bijv. Geld). Rechtssubjecten: dragers van rechten en plichten. Schuldeiser: heeft recht
op een prestatie. Schuldenaar: de partij die de prestatie moet verrichten. Je wordt bij een
overeenkomst dus zowel crediteur als debiteur waarbij de prestatie het object is.
Partijen: schuldenaar/debiteur ---- prestatie---schuldeiser/crediteur
Tekortkoming in de nakoming: wanprestatie (als je de overeenkomst geheel of gedeeltelijk niet
nakomt en tekortkoming in de nakoming van een verbintenis). Verbintenissenrecht regelt wie er dan
aansprakelijk is voor de wanprestatie.
Nakoming in de praktijk: zowel de prestaties als de nakoming kan eenvoudig of complex zijn.
Doen en laten: meest voorkomende is betaling van een geldsom, levering van een goed of het
verrichten van een dienst. Kan ook gecombineerd worden.
Nalaten: verplichting om iets te laten (vb concurrentiebeding).
1.3 Verbintenissen uit de wet: onrechtmatige daad
Vb: bij schade die je verricht aan de schuldeiser (wettelijke aansprakelijkheid). 1 verbintenis.
WA- verzekering: een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. De verbintenis: jij betaalt de
premie en de verzekeraar vergoed de schade wanneer een bepaald verzekerd risico zich voordoet.
Opzettelijk of onopzettelijk: er is geen dekking als je de schade opzettelijk veroorzaakt. Staat in de
algemene voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst. Strafrechtelijk: opzettelijk schade
veroorzaken (vernieling) is strafbaar, maar er is nog steeds sprake van een onrechtmatige daad.
Voor de aansprakelijkheid bij verbintenissenrecht maakt het geen verschil.
1.4 Rechtmatige daad
Onverschuldigde betaling: als iemand je per ongeluk iets betaalt wat niet de bedoeling was, moet je
het terugstorten. Er ontstaat een verbintenis om het terug te betalen (geen verbintenis). Artikel 39
Betaling vóór de vervaldag geldt niet als onverschuldigd. 6:39 lid 2 BW
Ongerechtvaardigde verrijking: als je verrijkt wordt in een situatie, terwijl er geen goede reden was
daarvoor.
Zaakwaarneming: iemand draait (tijdens schade bijv.) voor je op voor de kosten of vertegenwoordigt
je voor iets terwijl je daarvoor geen wilsovereenstemming hebt gegeven.
, 1.5 Verbintenissenrecht: onderdeel van het privaatrecht
Belangrijkste taak: biedt een oplossing in situaties waarbij partijen bij een overeenkomst een verschil
in mening hebben.
Privaatrecht: het recht dat de betrekkingen tussen (rechts)personen onderling regelt/de verhouding
van (rechts)personen tot hun vermogen. Rp: bedrijven die door juridische constructies ook dragers
zijn van rechten en plichten.
Publiek- en privaatrecht
Definitie: betrekkingen tussen de overheid en burgers. Bestuursrecht: een verzamelnaam voor alle
terreinen waarin de overheid, door middel van het recht dingen regelt in het maatschappelijk
verkeer (milieurecht, belastingsrecht, het onderwijsrecht, het socialezekerheidsrecht).
Staatsrecht: organisatie en inrichting van de overheid en de wijze waarop de overheid regelgeving
tot stand brengt.
Internationaal recht: regelt de verhoudingen tussen NL en de andere staten, het EU- recht en de EU.
1.6 Vermogensrecht en personenrecht
Personenrecht: bepaalt wie er in het privaatrecht dragers zijn van rechten en plichten. Personen- en
familierecht + rechtspersonenrecht (de 1e bepaalt de regels voor natuurlijke personen en de tweede
uiteraard voor rechtspersonen).
Rechtspersonen
Denk aan een BV, NV, een stichting of een vereniging. Biedt meer zekerheid en continuïteit als je een
overeenkomst sluit, omdat RP niet overlijden. Ondernemingen kunnen ook via uitgifte van aandelen
ook kapitaal verkrijgen op de markt. De natuurlijke personen vertegenwoordigen de rechtspersonen.
Vermogensrecht
Geeft de regels voor rechtssubjecten m.b.t. vermogen. Vermogen: alles wat een rp of np bezit en op
geld waardeerbaar is. Kan je splitsen in goederenrecht en verbintenissenrecht. zie blz 27 figuur 1.8
Relaties
Goederenrecht: de relatie van een persoon tot zijn goederen. Alle goederen van iemand samen is
vermogen. Verbintenissenrecht: relatie tussen personen als zij een overeenkomst sluiten of een
(on)rechtmatige daad plegen.
Overige rechtsgebieden
Faillissementsrecht: regelt hoe een np of rp failliet kan worden verklaard en wat er dan moet
gebeuren. Burgerlijk procesrecht: gerechtelijke procedure + verloop van de procedure en regelt wat
er met de uitspraak van de rechter kan gebeuren (Rv).
Overheid en privaatrecht
De wetgever: regelt de regels van het privaatrecht. En een conflict tussen burgers onderling wordt
door de civiele rechter gedaan. Verschil tussen strafrecht en privaatrecht: burgers hebben dezelfde
bevoegdheden, maar alleen de overheid kan besluiten om iemand te vervolgen.
Handhaving
Publiekrecht: handhaving van het publiekrecht doet de overheid. Sr: politie en OM. Bestuursrecht:
overheidsinstanties. Privaatrecht: het initiatief ligt bij de burgers. Je kan bij het niet nakomen van
een overeenkomst geen aangifte doen, maar via de rechter afdwingen dat iemand het nakomt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper familievk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.