Toelichting studiestof
Het opsporingsbegrip (art. 132a Sv)
➢ Onder opsporing wordt verstaan 1) het onderzoek in verband met strafbare
feiten 2) onder gezag van de officier van justitie 3) met als doel het nemen van
strafvorderlijke beslissingen
➢ Definitiebepaling: niet ‘hoe’ de opsporing moet plaatshebben!
1. ‘het onderzoek in verband met strafbare feiten’
➢ Begrenzing?
2. ‘onder gezag van de officier van justitie’
➢ Verwarring: ‘opsporing [...] onder gezag van de officier van justitie’
➢ Artikel 148 lid 2 Sv: bevelen aan opsporingsambtenaren (zie artt. 141 en
142 Sv)
3. ‘met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen’
➢ ‘al die beslissingen die relevant zijn met het op de naar aanleiding van
een strafbaar feit op te leggen sancties, maatregelen of voorzieningen’
➢ Aard van het onderzoek: (mede) gericht op het nemen van
strafvorderlijke beslissingen (c.q. strafrechtelijk ingrijpen)?
➢ Verdenking of verdachte?
Functies
• Het startpunt van strafvordering
• Waarborgen en procedures (vgl. artt. 1, 152 en 359a Sv)
,(!) Let op. Begrippen opsporing, controle en toezicht zijn niet in beton gegoten en lopen
door elkaar heen:
➢ Repressieve controle (vgl. alcoholcontrole) = opsporing
➢ Preventieve controle (vgl. Exploitatievergunning en Drank- en
Horecavergunning) = toezicht, maar óók controle
Bestuurlijke handhaving (toezicht) en snijvlak met opsporing
➢ Bestuurlijke handhaving (hoofdstuk 5 Awb, titel 5.2, artt. 5:15-5:20 Awb)
en art. 1:6 onder a Awb
➢ Wanneer sprake van opsporing (art. 132a Sv) bij uitoefening van
bestuurlijke bevoegdheden?
• De toepassing van bestuursrechtelijke bevoegdheden (mede) in verband met strafbare
feiten door een opsporingsambtenaar (en aldus onder gezag van de officier van
justitie) die tevens toezichthouder is met als doel het nemen van strafvorderlijke
beslissingen
• De omstandigheden van het geval zijn leidend bij de vaststelling of de
bevoegdheidsuitoefening in een concreet geval (mede) heeft te gelden als een
onderzoek in verband met strafbare feiten, met als doel het nemen van strafvorderlijke
beslissingen (HR Opsporing, controle en medeplegen, NJ 2018/296)
• ‘Doel’: achteraf (reconstructie)
Voortgezette toepassing
• De resultaten van de uitoefening van bestuursrechtelijke bevoegdheden of
opsporingsbevoegdheden op grond van een bijzondere wet leiden tot de toepassing
van opsporingsbevoegdheden die buiten die desbetreffende bijzondere wet vallen (bv.
controle op grond van de AWR leidt tot opsporing op grond van Sv of doorzoeking op
grond van art. 49 WWM naar inbeslagname op grond van art. 9 Opw)
• Bv: een opsporingsambtenaar die tevens toezichthouder is die op grond van de
Alcoholwet bestuurlijke bevoegdheden uitoefent in een kroeg en daar op de bar een
vuurwapen aantreft en dat op grond van art. 49 WWM in beslag neemt.
➢ Is dat problematisch?
Voortgezette toepassing (vervolg)
• HR Geweer (NJ 1936/250) ‘dat toch niet mag worden aangenomen, dat de
omstandigheid, dat een ambtenaar alleen ter contrôle ingevolge de Drankwet in een
woning aanwezig is en daar, uit dien hoofde, ook tegen den wil van den bewoner,
aanwezig mag blijven, dien ambtenaar belet om op diezelfde plaats
opsporingsbevoegdheden, steunende op eene andere wet dan de Drankwet, uit te
oefenen’
➢ Mits wordt voldaan aan de voor die (opsporings)bevoegdheid geldende
toepassingsvoorwaarden.
• Let op: ‘toeval’ tegenover ‘zuiverheid van oogmerk’ (misbruik van recht ofwel
détournement de pouvoir)
➢ De controlebevoegdheid is uitsluitend gebruikt voor een ander doel (het verrichten
van opsporingshandelingen)
dan waarvoor deze is verleend (HR Controle vs. opsporing, NJ 2006/653)
➢ Hoe bepaalt een rechter of een bestuurlijke bevoegdheid uitsluitend
voor een ander doel is gebruikt?
, Voortgezette toepassing (vervolg)
• ‘Mede’: de controlebevoegdheid is mede ingezet voor het doel waarvoor deze is
gegeven. Het doel waarvoor de bevoegdheid is gegeven moet in ‘overwegende mate’
zijn gediend.
➢ ‘Zolang een controlebevoegdheid, uitgevoerd door een daartoe
bevoegde opsporingsambtenaar, mede is uitgeoefend ter controle [...] is die
uitoefening [derhalve] in beginsel rechtmatig, ook indien die bevoegdheid daarnaast het
verrichten van opsporingshandelingen mogelijk maakt waarop deze bepalingen niet zien. Die
omstandigheid brengt immers nog niet mee dat de controlebevoegdheid uitsluitend is gebruikt
voor een ander doel — te weten: voor het verrichten van opsporingshandelingen — dan
waarvoor deze is verleend’ (HR Dynamische verkeerscontrole, NJ 2017/84 en HR Project
‘Moelander’, NJ 2019/24)
➢ Let op: bij de selectie van te controleren personen mag onder meer (ruim!) geen
onderscheid worden gemaakt naar ras, godsdienst of levensovertuiging (HR Dynamische
verkeerscontrole, NJ 2017/84 en HR Project ‘Moelander’, NJ 2019/24).
➢ Anders gezegd: het daadwerkelijk uitoefenen van de
controlebevoegdheden impliceert dat deze mede zijn uitgeoefend
overeenkomstig het doel waarvoor deze zijn gegeven.
Sfeerovergang en –cumulatie
• De toepassing van bestuursrechtelijke (toezichts)bevoegdheden leidt tot een
verdenking op basis waarvan opsporingsbevoegdheden worden ingezet (toezicht gaat
over in opsporing) (vgl. sfeerovergang)
• De toepassing van bestuursrechtelijke (toezichts)bevoegdheden en
opsporingsbevoegdheden lopen samen (vgl. sfeercumulatie)
• Sfeerovergang kán een voortgezette toepassing behelzen (controle op grond van de
AWR en opsporing op grond van de AWR vs. controle op grond van de Alcoholwet
naar inbeslagname op grond van art. 9 Opw)
Sfeercumulatie
• ‘Voorts geldt dat het bestaan van een redelijk vermoeden dat iemand zich heeft
schuldig gemaakt aan een strafbaar feit niet in de weg staat aan het uitoefenen van
[deze] controlebevoegdheden door opsporingsambtenaren, mits bij aanwending van
die bevoegdheden tegenover een verdachte de aan deze als zodanig toekomende
waarborgen in acht worden genomen’ (vgl. HR Controle vs. opsporing, NJ 2006/653)
• Vgl. bv. zwijgrecht en cautieplicht (art. 29 Sv), recht op consultatiebijstand (art. 28c
Sv), verhoorbijstand (art. 28d Sv) en art. 6 EVRM (nemo tenetur-beginsel) (zie ook
week 2 en week 8)
Sfeercumulatie (varianten)
1. Binnen de kolom van één bijzondere wet worden controlebevoegdheden (mede)
uitgeoefend ten behoeve van de opsporing (bv. AWR en AWR)
2. Bestuurlijke (toezichts)bevoegdheden op grond van een bijzondere wet zijn (mede)
gericht op het verzamelen van informatie over strafbare feiten die buiten het bereik
van die bijzondere wet vallen (bv. Alcoholwet met oog op inbeslagname cocaïne)
3. Opsporingsbevoegdheden in een bijzondere wet worden (mede) aangewend met het
oog op de opsporing van strafbare feiten die niet in die bijzondere wet strafbaar zijn
gesteld (bv. art. 49 WWM en art. 9 Opw)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper astrdpd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,89. Je zit daarna nergens aan vast.