Samenvatting over latijn hs 2 t/m 13 (minerva). Veel voorbeelden, duidelijk schema over de tijden, voorbeeld zinnen & uitleg over de aanpak om een zin vertalen!
Hoofdstuk 2: Nom & Acc
Nominativus = onderwerp en soms naamwoordelijk deel v/h gezegde.
Accusativus = lijdend voorwerp
Hoofdstuk 3: Ww praesens
Werkwoorden in de praesens: ‘ik loop’ ‘jij praat’ ‘hij nadert’ ‘wij spreken’ ‘jullie mogen’
‘zij zijn
Onregelmatige rijtje: esse en posse.
Hoofdstuk 4: Dat & Gen
Genitivus:
1. Bezit → het woordje van
VB: Io filia Inachi est = Io is de dochter van Inachus
2. Eigenschap → het woordje van/met
VB: Io puella formae agregiae est = Io is een meisje van/met uitzonderlijke
schoonheid.
3. Verplichte aanvulling
Dativus:
1. Meewerkend voorwerp → woordje aan/voor (of soms bij bijv. zeggen tegen)
VB: Agricolae Latonae aquam dant. = De boeren geven water aan Latona.
2. Verplichte aanvulling
3. Belanghebbende persoon → woordje voor
4. Dativus van bezit → in combinatie met het ww esse
VB: Deo est vacca = (letterlijk) Aan de god is een koe → De god heeft een koe
Hoofdstuk 5: Imperfectum & Perfectum
Perfectum = ik heb gelopen. → het rijtje i-isti-it-imus-itis-erunt-isse.
Imperfectum = ik liep → rijtje bam
Het perfectum wordt vooral gebruikt voor hoofdgebeurtenissen en het imperfectum
vooral om het verhaal extra informatie te geven (achtergrondinformatie)
Hoofdstuk 6: Ablativus
1. Hoedanigheid → meestal woordje met.
, VB: Manlius Maecium gladio interfecit. = Manlius doodde Maecius met een zwaard.
2. Reden → het woordje omdat.
VB: Manlius victoria elatus erat = Manlius was trots door de overwinning
3. Plaats → het woordje in/op
VB: Tota regia = In het hele paleis
4. Verplichte aanvulling
- waarom?
- waarmee?
→ met&door
Hoofdstuk 7: Zelfstandignw groep 3 & Bijvoeglijk naamwoord
Congrueren!!! = woord in hetzelfde naamval, tijd & geslacht
Woorden die eindigen op -o, -s of -x zijn meestal VROUWELIJK
Woorden eindigen op -us of -men zijn meestal ONZIJDIG
Hoofdstuk 8: Voornaamwoorden
Hic, Haec, hoc = deze/dit (dichtbij)
Is, ea, id = daar/dat (verweg)
Iuppiter eam matrem vidit = Jupiter ziet die moeder.
Iuppiter eam vidit = Jupiter ziet haar.
Hoofdstuk 9: Plusquamperfectum & contjectivus
Plusquamperfectum = -era-
Hoe vorm je de conjectivus?
Bij een conjectivus imperfectum: Infinitivus v/d praesens + persoonsuitgang
bijv: amarent
Bij een conjectivus plusquamperfectum: perfectum infinitivus + persoonsuitgang.
Bijv: amavissem
Hoofdstuk 10: AcI
AcI = accusativus cum infinitivo → indirecte reden
Woorden waarbij je een AcI kunt verwachten:
dicere = zeggen clamare = roepen putare =menen
narrare = vertellen respondere = antwoorden scire = weten
audire = horen videre = zien
Onpersoonlijke uitdrukkingen waarbij je een AcI kunt verwachten:
fama est = het gerucht gaat
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper astommels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.