Hoorcolleges Humane Anatomie & Fysiologie
HC 1 Introductiecollege
Definities:
- Anatomie (bouw): groter (orgaanniveau). Relatie vorm & functie.
Ontleedkunde, de leer van de samenstellende delen van de levende
organismen.
- Fysiologie (functie): meer cellulair. De leer van de vitale werking van
organismen
Van cel naar mens
- Cel weefsel: Groep cellen (met tussenstof), die dezelfde kenmerken (vorm,
functie, en/of herkomst) vertonen.
o Epitheel: cellen naast elkaar, zonder tussenstof. Productie (secretie)
o Spierweefsel: Chemische mechanische energie.
o Zenuwweefsel: reactiepotentiaal. Enige weefsel dat prikkels kan
genereren.
o Bindweefsel: houdt de andere weefsel bij elkaar.
- Orgaanstelsels: Stelsel met algemene functie
Huid Integumentary Bescherming, warmtegeleider,
afvalstoffen
Skelet Skeletal Stevigheid, maken bloedcellen
Gewricht Systema Niet in het boek. Verbinding tussen
articulare botten
Spier Muscular
Zenuwstelsel Nervous Hersenen + ruggenmerg, draden rest
lichaam. Aansturen processen
Hormonale Endocrine Aansturen processen
systeem
Hart&Bloedva Cardiovascular Stelsel vaten met pomp circulatie,
ten transport
Lymfevatenst Lymphatic Begint blind, drukverschil vaten.
elsel Dump in bloedvaten
Ademhaling Respiratory Gasuitwisseling
Spijsvertering Digestive Verteringsstelsel
Uitscheiding Urinary Nier, blaas (ook huid)
Geslachtsorga Male/Female
nen reproductive
Zintuigen Organa Afferent voor zenuwstelsel
Sensuum
o Skelet + spier (+gewrichten) bewegingsapparaat (tractus locomotorius)
- Organisatieniveau’s
o Menselijk lichaam orgaanstelsel/tractus orgaan weefsel/histologie
cel/cytologie
,Terminologie
- Vlakken:
o Frontaal: plakjes gesneden van voor naar achter of andersom
o Sagittaal: plakjes gesneden van links naar rechts of andersom
o Transversaal/dwars: gesneden van boven naar beneden of andersom
Dwars op lengte lichaamsdeel
- Richtingaanduidende termen
o Frontaal:
Binnen één structuur
Superior: Boven
Inferior: onder
Structuren ten opzichte van elkaar
Craniaal: boven
Caudaal: onder
Extremiteiten:
Proximaal: richting starter
Distaal: richting vingers, tenen
Sinister: links
Dexter: rechts
Mediaal: naar midden toe
Lateraal: naar buiten gericht
Radiaal: aan duimzijde
Ulnair: pinkzijde (DRUP)
o Sagitaal
Binnen één structuur
Anterior: voor
Posterior: achter
Structuren ten opzichte van elkaar
Ventraal: voor
Dorsaal: achter
o Regio gebonden: Handen en voeten
Palmair: Handpalm (anatomische houding: ventraal)
Volair: Handpalm (anatomische houding: ventraal)
Plantair: Voetpalm (waar je op staat). Dorsaal
Voetrug (voorkant) zit ventraal
Radiaal: Duimzijde
Ulnair: Pinkzijde
o Overig (naar centrum, 3D)
Superficiaal: oppervlakkig
Profundiaal: diep gelegen
,Bewegen
Assen
Sagittale as
- Ab- & adductie: schouder & heup
- Lateroflexie: wervelkolom
- Rediaal- & ulnairabductie: pols
- Eversie & inversie: enkel
Frontale/transversale as
- Ante- & retroflexie: schouder & heup
- Flexie & Extensie: elleboog, knie, wervelkolom
- Plantair, palmair, dorsaalflexie: pols, enkel
Longitudinale as
- Exo- & endorotatie: schouder, heup, knie
- Rotatie naar links en rechts wervelkolom (homolaterale rotator
heterolaterale rotator)
- Ab- & adductie: enkel
Speciale bewegingen
- Circumductie: schouder, heup, pols, vinger
- Pronatie & Supinatie onderarm, enkel
-
,HC 2 Bindweefsel, bot en skelet
Bindweefsel
Inleiding
- Definitie van weefsel: groep cellen die gelijk zijn qua structuur en een
gemeenschappelijke of gerelateerde functie hebben.
- Voorbeelden van aandoeningen aan bindweefsel: allergieën, astma,
neusbloedingen, hartkloppingen, blauwe plekken, auto-immuunziektes etc.
- Nooit in contact met buitenwereld (als er niks mis is: wond wel
blootgesteld)
Bouw en functie
- Drie typen bindweefsel
o Bindweefsel in engere zin: vetweefsel, collageen
o Steunbindweefsel: kraakbeen & bot
o Vloeibaar bindweefsel: bloed
- Bouwstenen
o Cellen
Vast: geen migratie
Ongedifferentiëerd: fibroblast, chondroblast, osteoblast etc. Nog
niet uitgegroeid
Gedifferentiëerd: fibrocyt, chondrocyte, osteocyte
Fibro = bindweefsel (fibroblast maakt collageen aan)
Chondro = kraakbeen
Osteo= botweefsel
Vrij: immuuncellen, mestcellen, melanocyten, adipocyten etc.
o Vezels:
Collageen: heel sterk
Elastine: rekbaar
Reticulair: dunnere vezels
o Grondsubstantie
Interstitiële vloeistof
Proteoglycanen
Glycoproteïnen } binden water
o Bindweefsel altijd gevuld met vocht
o Ieder type heeft dezelfde bouwstenen: verschil in soort cellen,
eiwitmoleculen, vezels en relatieve hoeveelheid.
, Bindweefsel in engere zin: typen en eigenschappen
Losmazig
- Areolair
o Bouw:
Alle vezels in random verloop in lage dichtheid (strepen:
elastine & collageen)
Fibroblasten (kernen op het plaatje)
Macrofagen
Witte bloedcellen
Vetcellen
Mestcellen.
o Functie:
Verbinding, vocht vast houden, afweer, voedselopslag,
transport
o Plek: laagje onder de huid (epidermis) & oedeem (vocht)
- Adipeus
o Bouw: Adipocyten (vetcellen) in hoge dichtheid, goed
doorbloed
o Functie: Voedselopslag, isolatie, schokdemping, steun (druk)
o Plek: Gelige substantie voor bescherming knie- en
heupgewricht, vetweefsel
- Reticulair
o Bouw: reticulaire vezels in lage dichtheid, fibroblasten,
gespecialiseerde functionele cellen (bloed- & levercellen)
o Functie: vangnet (skeletje als thuisbasis voor nesteling
gespecialiseerde cellen)
o Plek: lever (te veel bindweefsel geen vangnet (te vol)
leverfunctie omlaag)
Dicht/vezelig
- Regulair
o Bouw:
met name collagene vezels, maar ook elastine (zwart) (parallel
gerangschikt)
Fibroblasten (rondjes)
o Functie: steun tegen trekbelasting in specifieke richting &
verbinding
o Plek: pezen, kruisbanden. Bij teveel kracht scheur
- Irregulair
o Bouw: hetzelfde als regulair, maar ongeordend
o Functie: steun tegen trekbelasting in alle richtingen &
verbinding
o Plek: gewrichtskapsel, peesplakken, ligamenten
- Elastisch
o Bouw: met name elastine, maar ook collageen in dikke bundels,
fibroblasten
o Functie: elastische verbinding & stabilisering
o Plek: tussen ruggenwervels voor schokdemping, huid (rimpels),
maar komt niet veel voor in het lichaam.