PWW 4 katern 1, 4 en 5
Katern 1
1.1 wat is schaars?
Hoe maak je keuzes?
Schaarste ontstaat doordat je niet genoeg middelen hebt om al je behoeften te voorzien/
als er productiemiddelen of tijd moeten worden opgeofferd om het product voort te
brengen. Economen vinden tijd schaars als je keuzes moet maken over de manier waarop je
de tijd besteedt.
De middelen die je hebt om je behoefte te voorzien zijn tijd en geld. Economie is de
wetenschap die zich bezighoudt met de manier waarop mensen omgaan met schaarse
middelen. Het betekent letterlijk beheren van de huishouding.
Je bent wat je koopt?
De manier om met schaarste om te gaan is keuzes maken. Mensen hebben verschillende
motieven en prioriteiten. Dat hangt af van zijn verplichtingen en behoeften. De volgende
behoeften worden door de economen onderscheiden.
- Basisbehoeften of primaire = denk aan een huis, kleding en voedsel.
- Secundaire behoeften = worden pas belangrijk als primaire behoeften zijn vervuld je
kan onderscheid maken tussen:
- Normale behoeften = steken net uit boven het bestaansminimum, zoals sporten.
- Luxe behoeften = steken ver boven bestaansminimum uit, zoals sportwagen.
Bij luxe behoeften spelen waardering en erkenning een grote rol. Je noem het daarom
statusgoederen.
Als de middelen beperkt zijn
Uitgangspunten van economen is dat gezinnen meer behoeften hebben dan ze met hun
beschikbare middelen kunnen invallen. En als de middelen beperkt zijn moet je beslissen
hoe je ze gebruikt, ze zijn daardoor alternatief aanwendbaar. Een gezin heeft een
prioriteitenlijst boven aan staat een huis, kleding voedsel, autoverzekering, en een
ziektekostenverzekering. De hoeveelheid geld waarover je in een bepaalde periode kan
beschikken is het budget. In een begroting kan worden aangegeven hoe je dat besteed.
Begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode.
Overschot gebruik je om te sparen.
Productiefactoren
De productie factoren zijn:
- Natuur; de grond, grondstoffen, energie en bijv. voor brood gist, bloem en zout.
- Kapitaal; zoals machines gebouwen en transsport middelen.
- Arbeid; de inspanning van mensen.
- Ondernemerschap; initiatief.
Gezinshuishoudens hebben de beschikking over arbeid. Bedrijfshuishoudens zelf niet over
productiefactoren. Die moeten ze aanschaffen. Investeren is geld uitgeven aan
kapitaalgoederen of grond met doel om na een aantal jaar er geld mee te verdienen.
, §1.2 besteding je budget
Krap bij kas
Een begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde
periode een budgettair probleem houdt in dat je een budgetprobleem heb. Een oplossing
daarvoor is de uitgaven verlagen of de inkomsten verhogen het verlagen van je uitgaven
noem je bezuinigen. Je onderscheid de volgende uitgave=
- Dagelijkse uitgaven: uitgaven die te maken hebben met de kosten van
levensonderhoud
- Vaste uitgaven: zijn uitgaven die iedere periode terugkomen
- Incidentele uitgaven: uitgaven uitgaven die af en toe voorkomen
Als je het ene doet, kan je het andere niet doen
Bij het besteden van tijd sta je soms voor keuzes. Je offert het ene alternatief voor het
andere. De opoffering ’s kosten zijn alle middelen die opgeofferd moet worden om iets te
verkrijgen. Ze bestaan uit de kosten voor het beste alternatief dat je niet kiest.
Binnen budget blijven.
Je kan ook door een budgetlijn inzicht krijgen in de spanning tussen behoefte aan financiële
middelen. De budgetset omvat alle combinaties van een hoeveelheid van een goed en een
hoeveelheid van het ander goed die je met het gegeven inkomen en tegen de gegeven
prijs .kunnen kopen.
De budgetlijn kan verschuiven
De budgetlijn verschuift als er iets veranderd aan de hoogte van het inkomen het prijsniveau
of een prijsverhouding. De prijsverhouding geeft aan hoeveel je van het ene goed kunt
kopen voor de prijs van het ander goed. Een verandering in de prijsverhouding heeft voor de
een grotere gevolgen dan voor de ander.
§1.3 het meten van je koopkracht
Wat kun je kopen als de prijzen veranderen?
Prijzen veranderen regelmatig. Om die verandering te vergelijken gebruik je indexcijfers. Het
is een een getal dat aangeeft hoeveel een bepaalde grootheid in een periode is veranderd
ten af opzichten van een afgesproken periode. Dit afgesproken ijkpunt noem je het basisjaar
je geeft het aan met het getal 100.
Wat koop je ervoor?
Koopkracht is de hoeveelheid goederen die je met je inkomen kunt kopen. Het stijgen van de
prijzen van goederen noem je inflatie. Het dalen van de prijzen van goederen en diensten
noem je deflatie. Inflatie zorgt er in het algemeen voor dat consumenten een geld blijven
uitgeven. Bij deflatie zullen consumenten mogelijk kunnen aankopen uitstellen. Dat kan d’r
voor zorgen dat een vraag minder wordt en dat de productie afneemt daardoor kunnen
bijvoorbeeld mensen ontslagen worden. Inflatie heeft direct invloed op de koopkracht die
neemt af. Stijgen lonen en prijzen niet of minder dan het inflatiepercentage dan daalt de
koopkracht. Het inkomen dat je in euro’s verdiend is het nominaal inkomen. Dat
gecorrigeerd voor de inflatie is het reëel inkomen het geeft aan hoeveel goederen je kunt
komen met je nominale inkomen en het reële inkomen is hetzelfde als de koopkracht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evaatje!!1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.