Marktvorm 1: Volkomen concurrentie
= Volledige mededinging.
1. Veel aanbieders (concurrenten): weinig macht op de markt, geen invloed op
de prijs
2. Homogene producten: in de ogen van de consument zijn alle producten op
een markt hetzelfde (identiek)
3. Transparante markt: de vragers naar en aanbieders van een product zijn op
de hoogte van prijzen, hoeveelheden en andere voorwaarden (doorzichtige
markt)
4. Vrije toe- en uittreding: er zijn geen belemmeringen om tot een markt toe te
treden of eruit te stappen
Elasticiteit
Ev = prijselasticiteit van de vraag
Ev = %Δ Qv ÷ %Δ P
%Δ = nieuw – oud: oud
Inelastisch: als de prijs sterk stijgt, dan gaat de vraag een beetje omlaag en dus de
omzet omhoog. Andersom geldt dit precies hetzelfde. Als de prijs sterk daalt dan
gaat de vraag naar het product dus omhoog en dan zal de omzet weer dalen.
Elastisch: Als de prijs een klein beetje stijgt, dan gaat de vraag naar het product erg
omlaag en dan zal de omzet ook dalen. Als andersom de prijs zal een klein beetje
zal dalen, dan zal de vraag naar het product sterk stijgen. De omzet zal ook stijgen.
Kortom, bij elastische producten is er een drastisch gevolg bij prijsstijging of
prijsdaling, terwijl je bij inelastische producten deze verandering minder opmerkt.
Markt/prijsmechanisme: dat precies die hoeveelheid wordt geproduceerd en
aangeboden die door de consument wordt gevraagd. Ook wel evenwichtsprijs.
Variabele kosten
Kosten die toenemen als de productie toeneemt. Voor veel bedrijven zijn de totale
variabele kosten (TVK) proportioneel variabel. Dat wil zeggen dat de totale variabele
kosten recht evenredig stijgen met de productieomvang. (GVK = TVK : Q)
Constante kosten
Deze kosten veranderen niet bij een verandering van de productieomvang. De
gemiddelde constante kosten (GCK) zijn de totale constante kosten (TCK) gedeeld
, door het aantal producten (GCK = TCK: Q). Variabele kosten + constante kosten =
totale kosten.
De marginale kosten zijn de extra kosten die een bedrijf maakt als het één product
meer maakt, dus de totale kosten van een product.
Totale winst
Hoeveel producten ze ten minste moeten verkopen om geen verlies te hebben (de
break-evenafzet) en bij welke productie de winst het hoogst (maximaal) is. De totale
winst stijgt als het bij de toename van de productie de opbrengst meer stijgt dan de
kosten: de marginale opbrengst (MO) is dan groter dan de marginale kosten (MK).
Belangrijke formules hoofdstuk 1
TO = VP x Q TK = TVK + TCK TW = TO- TK
GO = TO : Q GVK = TVK : Q GCK = TCK : Q
GTK = GVK + GCK GW = TW : Q MW = VP x BEA
BEO = VP x BEA BREAKEVEN = 'TO = TK'
Breakeven: 'Hoeveel moet ik verkopen om geen verlies te hebben?'
Marktvorm 2: Monopolie
1. Eén aanbieder (geen concurrenten): veel macht op de markt, dus de
aanbieder heeft veel invloed op de prijs (= prijszetter)
2. Homogeen product: in de ogen van de consument zijn alle producten op deze
markt identiek. Hier al helemaal, want er is maar 1 product.
3. Transparante markt: de vragers naar en aanbieders van een product zijn op
de hoogte van prijzen, hoeveelheden en andere voorwaarden.
4. Moeilijke toe- en uittreding: er zijn veel belemmeringen om tot een markt toe
te treden en eruit te trappen.
Schaalvoordelen monopolie:
Hoe groter je bent, hoe meer voordeel je hebt.
Wettelijke beperkingen:
Alleen centrale bank mag bankbiljetten drukken.
Natuurlijke beperkingen:
Als enige in bezit van zeldzame grondstoffen, unieke locatie, enzovoort.
Monopolist is prijszetter:
Kan zelf bepalen welke prijs hij voor zijn producten vraagt
Macht monopolist niet onbeperkt:
Beperkende factor zijn substitutiegoederen en betalingsbereidheid van consument
Collectieve vraaglijn valt samen met prijsafzetlijn:
Hoeveel er verkocht wordt bij een bepaalde prijs
3 doelstellingen 3 dingen arceren
Maximale winst (mo = mk) Totale omzet (go x q)
Maximale omzet (mo = 0) Totale kosten (gtk x q)
Break-even (go = gtk) Totale winst (gw x q)
Prijsdiscriminatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shannonnouwen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.