Relatievermogensrecht
Samenvatting
,Samenvatting ‘Relatievermogensrecht’ VU Notarieel Recht Jaar 3
Week 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten en geregistreerd partnerschap
Hoofdstuk 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten
1.1 Algemeen
De wet regelt in de titels 6, 7 en 8 de vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk. Titel 7 en 8
hebben betrekking op de stelsels van het huwelijksvermogensrecht die ingevolge de wet gelden of die
bij huwelijkse voorwaarden kunnen worden overeengekomen. Titel 6 geeft regels met betrekking tot de
volgende onderwerpen:
o Onderhoudsverplichtingen van de echtgenoten jegens elkaar
o Aansprakelijkheid van de echtgenoten voor bepaalde huishoudelijke schulden
o Bescherming van echtgenoten tegen elkaar. Een echtgenoot heeft in bepaalde gevallen
toestemming nodig van de andere echtgenoot voor het aangaan van een rechtshandeling
waarmee het belang van beiden is gemoeid.
o Inhoud van het begrip bestuur
o De informatieplicht van echtgenoten jegens elkaar met betrekking tot hun bestuur en stand van
hun vermogen
o Vergoedingsrechten
® De in titel 6 gegeven regels gelden ongeacht het stelsel van huwelijksvermogensrecht dat tussen de
echtgenoten van kracht is en zijn in beginsel van dwingend recht.
® Van art. 1:85, 1:88 en 1:89 kan niet worden afgeweken
® Van wettelijke bepalingen met betrekking tot de onderhoudsverplichtingen van de echtgenoten
jegens elkaar kunnen echtgenoten slechts afwijken door de bijdrageplicht in kosten van de huishouding
anders te regelen dan in art. 1:84 wordt bepaald.
1.2 De onderhoudsverplichting van de echtgenoten jegens elkaar; art. 1:81
De onderhoudsverplichtingen van de echtgenoten jegens elkaar zijn neergelegd in art. 1:81, 1:82 en
1:84.
® Volgens de eerste zin van art. 1:81 zijn de echtgenoten elkaar getrouwheid, hulp en bijstand
verschuldigd – dit zijn verplichtingen van niet-vermogensrechtelijke aard die niet kunnen worden
afgedwongen en op de niet-naleving waarvan ook geen sanctie staat.
® De echtgenoot die jegens de ander aanspraak maakt op vergoeding van door hem voor die ander
verrichte werkzaamheden, kan tegengeworpen krijgen dat het verrichten van deze werkzaamheden
berustte op zijn verplichting tot het verlenen van hulp of bijstand, zodat voor een vergoeding van die
werkzaamheden geen plaats is.
Verder zijn volgens hetzelfde artikel de echtgenoten verplicht elkaar het nodige te verschaffen. Onder
het nodige wordt hier verstaan het materieel nodige.
Het recht op gebruik dat een echtgenoot heeft van de goederen die aan de andere echtgenoot in privé
toebehoren of die als gemeenschapsgoed onder het bestuur van die andere echtgenoot staan, kan op art.
1:81 worden gebaseerd.
® Maar, art. 1:90 lid 2 kent de echtgenoten over en weer het genot en gebruik van die goederen toe,
overeenkomstig huwelijksverhouding.
® Art. 1:81 is uitgewerkt in art. 1:84, maar heeft naast dit artikel zelfstandige betekenis. De echtgenoten
kunnen van de in artikel 1:84 gegeven regels afwijken, maar die afwijking kan de verplichting tot
verschaffing van het materieel nodige op grond van artikel 1:81 niet terzijde stellen.
2
,Samenvatting ‘Relatievermogensrecht’ VU Notarieel Recht Jaar 3
1.3 De verplichting tot verzorging en opvoeding van de kinderen; art. 1:82
Art. 1:82 verplicht de echtgenoten jegens elkaar de tot het gezin behorende minderjarige kinderen te
verzorgen en op te voeden en kosten van die verzorging en opvoeding te dragen.
® Dit artikel heeft zowel een ideële als materiële betekenis: het verplicht niet alleen tot het verrichten
van verzorgende en opvoedende handelingen, maar ook om de daaraan verbonden kosten te dragen.
® Onder kinderen worden niet alleen de eigen kinderen van de echtgenoten tezamen verstaan, maar
ook de geadopteerde kinderen, de kinderen van een der echtgenoten en pleegkinderen.
® Ook als kinderen om opvoedkundige redenen buiten het gezin zijn geplaatst, behoren zij nog tot het
gezin (ruime uitleg).
® Indien de echtgenoten in onderling overleg gescheiden wonen en de kinderen bij een van de ouders
verblijven, heeft opname van een pleegkind door een van de echtgenoten zonder toestemming van de
ander geen financiële gevolgen voor de andere echtgenoot.
De verplichtingen die uit art. 1:82 voortvloeien gelden alleen tijdens het huwelijk. Verder spreekt het
artikel uitdrukkelijk alleen van minderjarige kinderen.
1.4 De kosten van de huishouding; art. 1:84
Art. 1:84 geeft aan hoe de kosten van de huishouding, daaronder begrepen de kosten van verzorging en
opvoeding van de kinderen, door de echtgenoten moeten worden gedragen.
® Onder kosten van huishouding zal moeten worden verstaan de kosten die in een gezin plegen te
worden gemaakt ten behoeve van het lichamelijk en geestelijk welzijn van de leden van het gezin.
® De omstandigheden van het gezin zijn van belang, de leefgewoonten.
Tot de kosten van de huishouding behoren de kosten van voeding, kleding en huisvesting zoals de huur
van de gezinswoning en de rente van de hypothecaire geldlening die is aangegaan ter financiering van
de woning.
® Ook kosten van scholing, medische verzorging, vakantiereizen, bezoek aan schouwburg en bioscoop
vallen onder dit begrip.
® Indien de echtgenoten huwelijkse voorwaarden maken kunnen zij daarin omschrijven wat onder
kosten van de huishouding moet worden verstaan. Valt een uitgave niet onder de kosten van de
huishouding, dan is art. 1:84 niet van toepassing. De uitgave dient dan te worden gedragen door de
echtgenoot die de daaraan ten grondslag liggende overeenkomst is aangegaan.
Art. 1:84 lid 1 brengt de hiervoor genoemde kosten achtereenvolgens ten laste van:
a. Het gemeenschappelijk inkomen
b. De privé-inkomens van de echtgenoten naar evenredigheid
c. Het gemeenschappelijk vermogen
d. De privé vermogens van de echtgenoten naar evenredigheid
Met gemeenschappelijk inkomen en gemeenschappelijk vermogen is in dit artikel bedoeld het inkomen
en vermogen dat valt in – behoort tot – een tussen de echtgenoten bestaande huwelijksgemeenschap.
Onder inkomen moet volgens de wetsgeschiedenis worden verstaan het inkomen uit arbeid en
vermogen.
® Bij art. 1:84 gaat het om de vraag wie van de echtgenoten de kosten van de huishouding moet dragen.
De regeling geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten. Van de volgorde
genoemd hierboven kan dus worden afgeweken.
Wanneer de kosten van de huishouding in enig jaar niet uit de inkomens of de vermogens van de
echtgenoten kunnen worden betaald, dan komt de daardoor ontstane schuld ten laste van ieder der
echtgenoten voor de helft, althans wanneer zij in de wettelijke beperkte of algehele gemeenschap van
3
, Samenvatting ‘Relatievermogensrecht’ VU Notarieel Recht Jaar 3
goederen zijn getrouwd. Zijn de echtgenoten buiten iedere gemeenschap van goederen getrouwd, dan
hangt de draagplicht af van hetgeen daarover in de huwelijkse voorwaarden is bepaald.
In art. 1:84 lid 2 is de verplichting van de echtgenoten neergelegd om overeenkomstig de draagplicht
bij te dragen in de kosten van de huishouding. Deze bijdrageplicht is noodzakelijk omdat de regeling
van art. 1:84 lid 1 alleen intern werkt. Een crediteur die op een van de echtgenoten een vordering heeft
tot betaling van de kosten van de huishouding kan, alleen die echtgenoot aanspreken. Ook voor lid 2
geldt dat deze bepaling slechts geldt voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen niet
verzetten.
® Een echtgenoot die op grond van art. 1:81 aan de ander het nodige moet verschaffen mag daarbij
rekening houden met de behoefte van de echtgenoot. Zou de andere echtgenoot dus voldoende
inkomsten of vermogen hebben om de kosten van zijn huishouding te betalen dan kan hij geen aanspraak
maken op een bijdrage. Dit is anders bij toepassing van art. 1:84. Bij toepassing van de laatste bepaling
wordt uitgegaan van naar rato van ieders inkomen. Indien art. 1:81 van toepassing is, geldt dit niet, dan
moeten de echtgenoten hun eigen kosten betalen.
Afwijken bij schriftelijke overeenkomst
Art. 1:84 lid 3 geeft de echtgenoten sinds 2001 de mogelijkheid om bij schriftelijke overeenkomst van
de eerste twee leden af te wijken.
Geschillen
Art. 1:84 lid 4 geeft de echtgenoten de mogelijkheid de rechter te hulp te roepen bij geschillen die rijzen
over toepassing van lid 1 en 2. Het gaat om een verzoekschriftprocedure waarbij de rechter een
beschikking kan geven.
® Blijkens lid 5 kan de rechter op grond van gewijzigde omstandigheden een gegeven beschikking of
een door de echtgenoten getroffen regeling met betrekking tot de kosten van de huishouding wijzigen.
Verrekening van te veel betaalde kosten
Indien de ene echtgenoot meer bijdraagt aan de kosten van de huishouding dan waartoe hij op grond van
de wet of van de regeling in de huwelijkse voorwaarden gehouden is, kan die echtgenoot dat meerdere
dan in beginsel van de andere echtgenoot vorderen (HR 29 april 1994, NJ 1995, 561, Ter Kuile-
Kofman).
® De afrekening dient periodiek plaats te vinden na afloop van elk kalenderjaar. Wordt door een
echtgenoot niet op dat tijdstip verrekening gevorderd, dan behoeft de andere echtgenoot de vordering
tot verrekening niet bij het einde van het huwelijk te verwachten en heeft de tot vergoeding gerechtigde
echtgenoot zijn recht verwerkt.
® Deze opvatting voorkomt dat na afloop van het huwelijk alsnog problemen over de verrekening
ontstaan.
® De Hoge Raad kwam in zijn arrest van 15 september 2006 terug op deze stringente opvatting. De
Hoge Raad overwoog dat een beroep op het beding is toegestaan (man beriep zich op termijn die was
verstreken), maar dat dit beroep in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid, hetgeen door de
vrouw moest worden aangetoond.
1.5 Hoofdelijke aansprakelijkheid voor huishoudelijke schulden; art. 1:85
Art. 1:85 stelt de echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen die een van hen aangaat
ten behoeve van de gewone gang van de huishouding, waartoe ook behoren de door een echtgenoot als
werkgever aangegane arbeidsovereenkomsten ten behoeve van de huishouding.
® Dit artikel brengt een versterking van de positie van bepaalde huishoudelijke crediteuren met zich
mee.
4