Blauw = belangrijk, Groen = persoon, geel = boek, oranje = ‘jurisprudentie’,
rood = begrippen
Samenvatting kennisclips Rechtsfilosofie A
Kennisclip 1
De rechtsfilosofie heeft een dubbele taak:
• De conceptuele analyse
§ Deze verheldert begrippen, zoals wat is recht en wat is de rechtstaat etc.
• De normatieve analyse
§ Geeft antwoord op vragen die we binnen het recht kunnen vragen, zoals “Wat
moet ik doen?”, “Is die wet rechtvaardig?”, “Welk mensenrecht weegt
zwaarder als ze met elkaar gaan botsen?” etc.
Positie natuurrecht
• Er is een geheel van regels en wetten wat onafhankelijk en voorafgaand aan het
positief recht bestaat.
• Goddelijk recht & recht van de rede
• Positief recht moet zo veel mogelijk in overeenstemming met het natuurrecht zijn.
Positie rechtspositivisme
• Het geldend recht bestaat uit de wetgeving die uitgevaardigd is door de aangewezen
autoriteit
• Strikte scheiding tussen recht en moraal
• Alle ‘recht’ wat is uitgevaardigd door een soevereine autoriteit wat in staat is
gehoorzaamheid af te dwingen door middel van sancties kunnen we ook recht
noemen.
• Rechten hoeven niet rechtvaardig te zijn en je hoeft het er niet mee eens te zijn.
Kennisclip 2
Verhaal Antigone
Burgeroorlog in Thebes. Twee zoons van de voormalige koning staan aan verschillende kanten
van het conflict. Thebes wordt aangevallen en een van de zoons verdedigt Thebes, de broers
doden elkaar. De broer die Thebes verdedigde mag van de nieuwe koning niet begraven en
niet gerouwd worden à dilemma voor het zusje (Antigone): luisteren naar het recht van de
koning (positief recht) of naar het goddelijk recht (natuurrecht). Antigone wil haar broer
alsnog begraven en wordt gepakt. Antigone is van mening dat indien wetten van de staat niet
in overeenstemming zijn met de wil van de goden ze ook niet gehoorzaamd hoeven te worden.
Antigone is dus gericht op het natuurrecht (vroeger goddelijk recht). Kenmerken van
natuurrecht:
• Universeel – overal en altijd geldig
• Hoger recht
, • Van nature gegeven – god, menselijke rede etc.
• Positief recht is alleen geldig indien het in overeenstemming met het natuurrecht is,
zo niet kan het ons geen rechten en plichten opleggen
De nieuwe koning, Creon, is dus aan de zijde van het rechtspositivisme:
• Er hoeft geen noodzakelijk verband te zijn tussen recht en moraal. Onrechtvaardige
wetten zijn alsnog wetten die ons rechten en plichten opleggen.
• Wetten zijn geldend zodra ze gesteld worden door de legitieme overheid, of ze nu
onrechtvaardig zijn of niet
Kennisclip 3
Thomas van Aquino (1225-1274)
• Natuurrechtdenker
• Scholastieke filosoof
• Wilde een synthese creëren tussen de Christelijke theologie en het werk van
Aristoteles
• Kennis van Arabieren en Islam komen Europa binnen, werk van Griekse filosofen was
verdwenen maar dit kwam via de Arabische wereld terug Europa binnen o.a.
Aristoteles à Thomas van Aquino kwam in de universiteiten in aanmerking hiermee.
• Tijd van Aquino is een periode van transitie, ontwikkeling en dynamiek.
• Boek: Summa Theolagiae à aard van god, moraliteit, wereld, zonde, deugd,
rechtsfilosofie etc.
• Onrechtvaardige wet = GEEN wet
• Onrechtvaardige wet hoef je NIET te gehoorzamen
• Wet voor het gemeenschappelijke goede
Summa Theolagiae – Thomas van Aquino
• Definitie van wet (par. 90): Afgekondigde ordening van de rede met betrekking tot het
gemeenschappelijke goede, afkomstig van hem die de zorg over de gemeenschap
heeft waarbij wetten een dwingende kracht hebben.
§ Ordening van de rede = leidraad voor het toekomstig handelen die voor een
bepaalde orde zorgt in de samenleving. Wet is zowel een regel als een maatstaf
§ Gemeenschappelijk goede = een wet moet niet gericht zijn op de belangen van
de heerser/regering zelf
Ø Conceptueel punt
• Soorten wetten (par. 91):
§ Eeuwige wet: gods ordening van de kosmos
§ Natuurlijke wet: eeuwige wet voor ons, voor zover we deze kunnen kennen
§ Goddelijke wet: openbaring (bijbel)
§ Menselijke wet: positieve wetten
§ Als menselijke wetten geldig willen zijn, moeten ze in overeenstemming
zijn met het natuurrecht, zo niet geen wet.
• Wetten kunnen op drie manieren onrechtvaardig zijn:
1. Wanneer het een onrechtvaardig doel behelst (heerser niet gemotiveerd
door het gemeenschappelijke goede)
2. Wanneer er een onbevoegde autoriteit van de maker
, 3. Ongelijke lasten verdeeld over de gemeenschap
Ø Zulke onrechtvaardige wetten zijn meer daden van geweld dan wetten!
• Als wetten niet gericht zijn op het gemeenschappelijk welzijn, zijn het ook geen wetten
en binden deze ons dus niet. We mogen onrechtvaardige wetten dus ongehoorzaam
zijn en mogen we deze overtreden
Ø Normatief punt
• Thomas van Aquino erkent ook een algemene plicht om de wet te gehoorzamen. Echte
wetten zijn gericht op het gemeenschappelijk goede en als dat zou is hebben we ook
een algemene plicht om de wet te gehoorzamen. Maar zelfs wetten die in zijn
algemeenheid het algemeen belang bevorderen, kunnen het gemeenschappelijke
goede schaden. In dat geval is ongehoorzaamheid toegestaan, omdat de wetgever zo
een situatie per definitie niet beoogd kan hebben. Dat zal niet de bedoeling van de
wetgever zijn geweest, omdat anders zo een wet ongehoorzaamd mag worden.
Blik van Thomas van Aquino op ‘Antigone’:
Wetten moeten in overeenstemming zijn met het natuurrecht volgens Thomas van Aquino. Is
dit niet zo, dan zijn de wetten onrechtvaardig en dan zijn het dus geen wetten. Dan ben je ook
niet gebonden aan de rechten en plichten die die ‘wetten’ met zich meebrachten. Het
gemeenschappelijke goede wordt benadeeld met onrechtvaardige wetten. Positief recht
moet overeenstemmen met morele principes en rechtvaardigheid. Het natuurrecht is verder
gegeven door goden, menselijke rede etc. Het is hoger recht waar Antigone zich op beroept
(goddelijk recht). Volgens haar hoefde ze wetten die niet in overeenstemming zijn met het
goddelijk recht niet te gehoorzamen en dit heet het natuurrecht. Thomas van Aquino zou de
wet van Creon onrechtvaardig labelen gezien het niet in overeenstemming is met het
goddelijk recht en het gemeenschappelijke goede. Daarmee zou Thomas van Aquino dus aan
Antigone’s kant staan.
Kennisclip 4
Gustav Radbruch’s VROEGE WERK:
• Vroege werk is positivistisch en late werk is natuurrechtelijk à switch door ervaring
van de oorlog
• Wat is recht? Volgens Gustav is de inductieve methode (concept van recht afleiden uit
juridische fenomenen en kijken naar wat ze gemeen hebben) niet genoeg, want het
geeft geen antwoord op vele vragen. Daarom hebben we de idee van het recht nodig,
want we weten niet welk onderliggend idee hen bindt. We herkennen bepaalde dingen
als juridisch, omdat ze voldoen aan het concept van het recht. We hebben dus eerst
het concept en dan de herkenning van juridische ‘dingen’.
• Het onderliggende idee over wat al die juridische fenomenen bindt, kunnen we niet
met de inductieve methode vinden. Daarom kijken we naar de deductieve methode:
concept van recht wordt afgeleid uit het idee van het recht. Je gebruikt een idee dat je
ontwikkelt en dat pas je toe op specifieke gevallen in de wereld. Het concept van recht
wordt niet uit juridische fenomenen afgeleid, maar uit het idee van het recht.
• Radbruch’s idee van recht bestaat uit 3 a priori’s van het recht:
1. Rechtvaardigheid als gelijkheid