100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
oefenvragen medische kennis psychiatrie periode 4 €4,79   In winkelwagen

Overig

oefenvragen medische kennis psychiatrie periode 4

 146 keer bekeken  4 keer verkocht

oefenvragen en antwoorden medische kennis periode 4 psychiatrie

Voorbeeld 2 van de 8  pagina's

  • 9 juni 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (86)
avatar-seller
indyhuisman
Oefenvragen medische kennis periode 4 psychiatrie

Vraag 1 Bij welke psychiatrische aandoening wordt het sint-janskruid wel eens gebruik als
alternatief voor conventionele medicatie?
a) Angststoornissen
b) Depressies
c) schizofrenie
b is juist

Vraag 2 Wat is een voorbeeld van een predisponerende factor?
Erfelijkheid
Veilige opvoeding
Veerkracht
A is juist

Vraag 3 Wat betekent decompensatie?
a) Punten waarop een bepaalde mogelijkheid tot coping mist.
b) Ontregeling van langere duur
c) Situatie waarbij sprake is van evenwichtsverstoring door een stressor
b is juist

Vraag 4 Welke ontwikkeling in de psychiatrie vond er in de jaren '50 plaats?
a) Mensen keerden zich tegen de instellingspsychiatrie
b) Psychofarmaca werden ontwikkeld
c) Psychiatrische ziekten werden als hersenziekten gezien
b is juist.

Vraag 5 De DSM-4 is opgedeeld in klassen. Wat staat er op de 4" klasse?
a) Globale beoordeling van het functioneren
b) Somatische ziekten
c) Psychosociale problematiek
c is juist

Vraag 6 Waar staat Emil Kraepelin bekend om?
a) Het systematisch vastleggen van het ziektebeeld en het nauwkeurig bijhouden van het verloop
van de ziekte.
b) Het bedenken van de psychoanalyse en het toepassen van de psychoanalyse
c) Het toepassen van psychotherapie op zijn patiënten en de effecten systematisch bijhouden
a is juist.

Vraag 7 Wat zijn de drie grote antidepressiva groepen?
a) TCA, SSRI, MAO
b) TCA, SSRI, melatonine
c) Melatonine, TCA, MAO
a is juist.

Vraag 8 Wat zijn anticholinerge bijwerkingen
a) Mydriasis, mictiestoornissen, verminderde speekselproductie
b) Mydriasis, mictiestoornissen, slapeloosheid
c) Slapeloosheid, verminderde speekselproductie, agitatie
a is juist

, Vraag 9 Wat is een manie?
a) Een toestand met manische symptomen
b) Een toestand van overdreven uitbundigheid, opgewondenheid en tegelijkertijd vaak prikkelbaar
en emotioneel labiel met impulsieve acties en reacties
c) Beide antwoorden zijn juist
c is juist.

Vraag 10 Wat is geen doel van interpersoonlijke en sociaal-ritmetherapie (IP-SRT)
a) Aangaan en behouden van sociale contacten.
b) Structuur brengen in het leefpatroon
c) Structuur brengen in het eetpatroon
c is juist.

Vraag 11 Wat heeft de locus of control met een stemmingsstoornis te maken
a) Een sterke locus of control voorkomt een stemmingsstoornis
b) Een gebrek aan locus of control maakt je kwetsbaar voor een stemmingsstoornis
c) De locus of control is een neurotische aandoening waarbij een stemmingsstoornis kan ontstaan
b is juist

Vraag 13 Wat kenmerkt mensen met een histrionische persoonlijkheidsstoornis?
a) Ze hebben behoefte aan aandacht en een overdreven emotionaliteit
b) Ze hebben een enorme angst voor verlating en eenzaamheid, waardoor ze vastklampend en
onderworpen gedrag vertonen
c) Ze tonen afstandelijkheid in sociale relaties en een beperkt vermogen om zichzelf emotioneel te
uiten.
A is juist.

Vraag 14 Het vijffactorenmodel (Costa, 1991) onderscheidt 5 dimensies aan het karakter van
mensen. Welke 5 dimensies zijn dit?
a) Extraversie, behoefte hebben een nieuwe prikkels, consciëntieusheid, vrijgevigheid en luciditeit
b) Extraversie, creativiteit, inzichtelijkheid, betrouwbaarheid en gehoorzaamheid
c) Extraversie, vriendelijkheid, conscientieusheid, emotionele stabiliteit en luciditeit
c is juist.

Vraag 15 Welke stelling is juist?
a) Patiënten met cluster-A-persoonlijkheidsstoornissen hebben vaak last van angstgevoelens vallen
niet erg op in
b) Patiënten met cluster-C-persoonlijkheidsstoornissen treden vaak op de voorgrond
c) Patiënten met cluster-A-persoonlijkheidsstoornissen gedragen zich vaak eigenaardig en
excentriek
c is juist.

Vraag 16 Uit hoeveel clusters bestaat de indeling persoonlijkheidsstoornissen volgens de DSM-V?
a) 4
b) 6
c) 3

Vraag 17 Wat is een voorbeeld van een onderdeel uit het bio psychosociaal model?
A) Anatomie.
B) Sociaal.
C) A)Mentaal
B is juist.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper indyhuisman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,79  4x  verkocht
  • (0)
  Kopen