Chapter 4 – Ethics and Research
Some Examples of Unethical Practice
Onderzoekers moeten zich afvragen of ze ethisch onderzoek doen. Vb. onethisch onderzoek:
- Middelbare scholieren verplichten om deel te nemen.
- Jonge kinderen sensitieve vragen stellen zonder toestemming van ouders.
- Data verwijderen die de hypothese niet ondersteunt.
- Studenten vragenlijsten over hun seksuele activiteit laten invullen.
- Wanneer het kinderen psychologische schade kan geven zonder de ouders op de hoogte te stellen.
Ethiek gaat over juist en onjuist.
A Statement of Ethical Principles
Wat ethisch is, hangt grotendeels af van de meningen van de onderzoekers en hun overeenkomsten.
Onderzoekers moeten participanten beschermen tegen schade, vertrouwelijkheid van data
garanderen en mogen participanten niet misleiden.
Protecting Participants from Harm
Informed consent is een belangrijke verantwoordelijkheid in het beschermen van participanten tegen
schade. Drie belangrijke ethische vragen over schade: Kunnen mensen geschaad worden tijdens de
studie? Indien ja, kan de studie op een andere manier uitgevoerd worden? Is de informatie van deze
studie zo belangrijk dat mogelijke schade moet kunnen?
Ensuring Confidentiality of Research Data
Niemand, behalve de onderzoeker en eventuele assistenten mogen toegang hebben tot de data,
namen moeten uit de data gehaald worden indien mogelijk.
When (If Ever) Is Deception of Subjects Justified?
Veel studies kunnen niet worden uitgevoerd tenzij er een bepaalde mate van misleiding is. In zo’n
geval moet worden gekeken of het waard is om te misleiden, en participanten moeten naderhand
meteen duidelijke uitleg krijgen.
Three Examples Involving Ethical Concerns
In deze paragraaf worden enkele voorbeelden gegeven en per voorbeeld wordt aangegeven waarom
het onderzoek niet ethisch is.
Research with Children
- Informed consent van ouders is nodig, ouders moeten alle relevantie informatie weten.
- Onderzoekers geven geen informatie aan ouders die door kinderen in vertrouwen is gegeven.
- Kinderen mogen niet gedwongen worden om mee te doen in een onderzoek.
- Vergoeding heeft geen effect op deze ethische principes.
Regulation of Research
Het National Research Act van 1974 stelt dat alle onderzoeksinstituties die federaal gefundeerd
worden zogeheten institutionele beoordelingsraden (IRBs) instellen om onderzoeksprojecten te
reviewen en goed te keuren.
IRBs classificeren onderzoeksvoorstellen in drie categorieën: exempt reviews (geen risico voor
volwassen participanten; informed consent niet nodig), expedited review (minimaal risico; informed
consent oraal nodig), full review (risicovolle elementen; meeting met alle IRB members is nodig).
,Deze richtlijnen zijn moeilijker te hanteren voor kwalitatief onderzoek, daarvoor zijn ook regels:
- Dwing participanten niet.
- Houd rekening met de privacy van participanten.
- Geef aan hoe lang het interview gaat duren.
- Bescherm de identiteit van de participanten.
- Behandel participanten met respect en gebruik hun coöperatie.
- Maak de voorwaarden van overeenkomst duidelijk.
- Vertel de waarheid over resultaten.
Academic Cheating and Plagiarism
Plagiaat = het representeren van iemand anders werk als je eigen
Chapter 6 – Sampling
What Is a Sample?
Sampling = het proces van het selecteren van individuen die gaan participeren in het onderzoek
Samples and Populations
Populatie = de grotere groep waarop je de resultaten hoopt toe te kunnen passen
Defining the Population
De populatie is altijd alle individuen die een bepaalde set aan kenmerken bezitten. Soms is de
populatie een groep scholen, klassen of instellingen.
Target Versus Accessible Populations
De doelpopulatie (de werkelijke populatie) is vaak niet beschikbaar, de toegankelijke populatie is de
populatie waarnaar gegeneraliseerd kan worden. Het is erg belangrijk om de kenmerken van de
werkelijke sample in detail te beschrijven.
Random Versus Nonrandom Sampling
Random sampling: ieder lid van de populatie heeft een gelijke kans om geselecteerd te worden.
Nonrandom (purposive) sampling: leden van de populatie hebben geen gelijke kansen om
geselecteerd te worden
Random Sampling Methods
Figuur 6.4
Simple Random Sampling
Simple random sample = elk lid van de populatie heeft een gelijke en onafhankelijke kans om
geselecteerd te worden (bv door een tabel van random nummers)
Voordeel: bij een grote sample krijg je waarschijnlijk een representatieve sample.
Nadeel: moeilijk, want iedereen van de populatie moet geïdentificeerd worden.
Stratified Random Sampling
Gestratificeerde random sample = een proces waarin bepaalde subgroepen (strata) geselecteerd
worden voor het sample in dezelfde proportie als in de populatie
Voordeel: verhoogd de kans op representativiteit, vooral bij een kleinere sample.
Nadeel: moeilijk, want iedereen van de populatie moet geïdentificeerd worden.
,Cluster Random Sampling
Cluster Random Sample = het random selecteren van groepen (clusters) van participanten (doen
allemaal mee)
Voordeel: effectief wanneer er veel clusters zijn; minder tijdrovend
Nadeel: veel kleinere kans om een representatieve sample te krijgen
Two-Stage Random Sampling
Two-stage random sample = combinatie van cluster random sample en individueel random sample
Nonrandom Sampling Methods
Figuur 6.6
Systematic Sampling
Systematische sample = elke zoveelste individu van een lijst van de populatie wordt geselecteerd
Systematische sample met een random start = het eerste individu wordt random gekozen
bv. elke 10e, random gekozen we beginnen bij 3
Sampling interval = de afstand in de lijst tussen elke individu (10 in voorbeeld) = populatie / sample
Sampling ratio = proportie individuen die geselecteerd wordt = sample / populatie
Periodiciteit = wanneer de populatielijst een patroon heeft
Als een populatielijst een random volgorde heeft, is er sprake van een random sample.
Convenience Sampling
Gemakssteekproef = een groep individuen die gemakkelijk te bereiken zijn voor een studie
Voordeel: gemak.
Nadeel: waarschijnlijk veel bias in de sample en dus niet representatief (replicatie is dan belangrijk).
Purposive Sampling
Purposive sample = onderzoekers gebruiken hun kennis om te oordelen welke individuen een
representatieve sample zullen maken of wie representatieve informatie kunnen geven
Nadeel: het oordeel van de onderzoeker kan onjuist zijn
A Review of Sampling Methods
In deze paragraaf worden de methoden nogmaals uitgelegd aan de hand van een voorbeeld.
Sample Size
Enkele verschillen tussen de sample en de populatie zullen er altijd zijn, maar als de sample random
geselecteerd is en groot genoeg is, zijn verschillen waarschijnlijk insignificant en toevallig. Maar wat
groot genoeg is, is niet duidelijk. De sample moet zo groot zijn als de onderzoeker kan krijgen met de
beschikbare tijd en energie. Voor descriptieve studies is 100 het minimum, voor correlationele
studies is dat 50. Voor experimentele en causale studies is 30 per groep het minimum (minder kan
ook, dan is herhaling nodig).
External Validity: Generalizing from a Sample
De hele notie van wetenschap is gebouwd op het idee van generaliseren. De mate waarin resultaten
gegeneraliseerd kunnen worden bepaalt de externe validiteit van de studie.
Population Generalizability
Populatie generaliseerbaarheid = de mate waarin een sample de populatie representeert
Representativiteit gaat alleen over de relevante kenmerken van de populatie (kenmerken die invloed
hebben op het resultaat). Wanneer het gaat om een behandeling door bijvoorbeeld een leraar,
moeten ook de leraren representatief zijn.
, Kwalitatief onderzoek is vaak nonrandom en dus is er minder sprake van probability sampling.
Overdraagbaarheid is het generaliseren van de onderzoeksresultaten door de consument (niet de
producent) van de studie.
When Random Sampling Is Not Feasible
Wanneer de sample niet random is, moet de onderzoeker de sample zo duidelijk mogelijk
beschrijven.
Ecological Generalizability
Ecologische generaliseerbaarheid = de mate waarin de resultaten van een studie uitgebreid kunnen
worden naar andere settingen of condities
Chapter 7 – Instrumentation
What Are Data?
Data = informatie die onderzoekers vergaren over participanten van hun onderzoek
Key Questions
Instrumentatie = het hele proces van de voorbereiding om data te verzamelen, dit gaat over de
selectie / het design van de instrumenten en de procedures en condities
waaronder de instrumenten gebruikt worden (waar, wanneer, hoe vaak, wie?)
Validity, Reliability, and Objectivity
Validiteit = de verdedigbaarheid van de conclusies die de onderzoekers trekken uit de gegevens die
zij met behulp van een instrument hebben verzameld
Betrouwbaarheid = de mate waarin een instrument consistente resultaten geeft
Objectiviteit = de absentie van subjectieve oordelen
Usability
Hoe makkelijk is het om een instrument te gebruiken?
Means of Classifying Data-Collection Instruments
Instrumenten kunnen op verschillende manieren geclassificeerd worden.
Who Provides The Information
Onderzoekers kunnen de informatie zelf krijgen, van de participanten of van informanten.
Where Did The Instrument Come From
Onderzoekers kunnen een bestaand instrument gebruiken of een zelfontwikkeld instrument / een
instrument dat door een ander (nieuw) is ontwikkeld.
Written Response Versus Performance
Geschreven respons instrumenten vereisen een geschreven of gemarkeerde respons van
participanten. Prestatie instrumenten vereisen een algemene evaluatie van de prestatie van
participanten, dit is vrij tijdrovend en vraagt om veel middelen.
Examples of Data-Collection Instruments
Instrumenten die de onderzoeker gebruikt/invult (researcher completes) zijn bijvoorbeeld:
beoordelingsschalen, interviewschema's, observatieformulieren, registratiebladen,
stroomdiagrammen, prestatiecontrolelijsten, anekdotische verslagen, tijd- en bewegingsregisters.