Hoorcollege 1: Inleiding en uitgangspunten
Sanctierecht kent grofweg 2 centrale aspecten: oplegging van sancties en tenuitvoerlegging
-Positiefrechtelijk perspectief: wat zegt geldend recht over de oplegging van sancties?
-actuele discussie: zowel op niveau van wetgeving als literatuur
Benaderingen strafrechtelijke sanctierecht:
-Theoretisch: waarom sanctioneren?:
Waarom straffen?:
Vergelding: grondslag van straffen, toebrengen van leed): bestaat discussie over omdat je iemand
opzettelijk leed toebrengt, we spreken af dat we de norm niet schenden maar de staat schendt zelf
dan de norm. Echter, het leed verzacht misschien wel het leed van slachtoffers. Het gaat om
verdiende leed toevoeging.
Normbevestiging: Als we niet straffen, dan wordt de norm niet bevestigd.
Herstel:
Speciale en generale preventie: recidive voorkomen, maatschappij beschermen. Resocialisatie:
succesvol terugkeren in de maatschappij.
*Vergeldingstheorieën (absoluut): wordt de rechtsgrond en doel van straffen teruggeleid tot
vergelding. redelijke verhouding tussen straf en ernstig van het delict. Vergelding legitimeert de straf
maar limiteert de omvang van straffen. Ernst van feit moet terugkomen in de strafmeting, straf mag
nooit verder gaan dan vergelding noodzakelijk is in deze theorie. Bijv. straf doodslag van 15 jaar naar
25 jaar, verbod taakstraf bij bepaalde delicten.
*Preventietheorieën (relatief): rechtvaardiging ligt in doel van straffen, waarbij het voornamelijk gaat
om speciale en generale preventie → niet terug kijken zoals bij vergeldingstheorie, maar vooruitkijken.
De daad staat niet zozeer centraal, maar ook de persoon van de dader → moderne richting.
Kritiek: geen grenzen. Straf is er meer zolang het doel gelegitimeerd is. Dan is er niet zoiets als straf
moet proportioneel zijn. In deze theorieën is straf gelegitimeerd zolang ze preventie werken. Wat is de
normatieve grens van de straf?
*Verenigingstheorieën (combinatie): preventietheorie en vergeldingtheorie sluiten elkaar niet uit. Zij
kunnen worden beschouwd onder 1 en dezelfde verenigingstheorie.
Vergelding: grondslag van de straf, bepaalt de maximale omvang van de straf. En binnen die maximale
omvang geeft de doelen van preventie nader invulling aan die straf. → heersende benadering in NL
-Effectiviteit van sanctioneren: hebben sancties beoogde effect? Helpen sancties om het beoogde doel
te bereiken? → hangt af van het doel
-Rechtshistorisch: what works?: waarom we bepaalde sancties nu hebben en waarom sommige zijn
afgevallen.
-Recente ontwikkelingen: strafklimaat en risicostrafrecht (hc 4)
-Geen straf zonder schuld (idzv verwijtbaarheid): HR Melk en water:
je verdient alleen een straf als het ook aan jouw te wijten is.
-Straf naar de mate van schuld?:
HR: opvatting naar de mate van schuld geen recht vindt. De zwaarte van de straf wordt primair
bepaald door de ernst van het delict en de gevolgen daarvan. De mate van schuld speelt wel een rol,
maar is niet van grote invloed. Alleen als de schuld ontbreekt, dan wordt er niet gestraft.
*HR Antilliaanse amokmaker:
*HR 4 dec 2007, NJ 2008/19:
,Tweesporenstelsel: als straf ophoudt, maatregelen inzetten om op die manier controle en toezicht te
houden.
-Straf en maatregel: maatregel heeft een andere grondslag dan straf. Vergelding en ernst van het
delict spelen geen rol zoals dat wel is bij straf. Bij maatregel is het meer: zoals het doel ervan maar
wordt behaald. Proportionaliteit kan wel een rol spelen bij bijv. de ernst bij de mate van gevaar → TBS
maatregel, kan worden verlengt zolang iemand recidivegevaar vormt.
*Hebben we de maatregel nodig?: de maatregelen dragen bij aan resocialisatie. Gevangenis is niet
daarvoor opgericht. TBS sanctie is ingericht op de behandeling van psychische stoornissen en
gevangenis niet. Bijv. iemand wordt veroordeeld voor mishandeling en er wordt geoordeeld dat
behandeling voor psychische stoornissen vereist is. Voor mishandeling staat max. gevangenisstraf van
4 jaar. Omdat er niet hoger dan 4 jaar kan worden gestraft, moet het binnen die 4 jaar gedaan
worden. het kan dan goed zijn dat binnen die 4 jaar niet lukt om die behandelingen te regelen en tot
stand te laten komen. Er kan dan niet gewerkt worden aan de behandeling en resocialisatie. De
maatregelen hebben niet de grondslag of te vergelden, de maatregelen kunnen hierdoor telkens
worden verlengd zolang het nodig is om de maatschappij te beveiligen.
Als jij niet strafbaar bent, kan er geen straf worden opgelegd maar wel maatregelen. Als de
maatregelen er niet waren geweest, konden we via het strafrecht niet reageren op delinquenten.
*Proportionaliteit?
Sanctiemodaliteit: voorwaardelijke straf:
-Art. 14a Sr
*Boete, taakstraf, voorwaardelijke hechtenis en gevangenisstraf
*Ten hoogste 2 jaar: kan geheel voorwaardelijk
*Tussen 2 – 4 jaar: max. 2 jaar voorwaardelijk
-Algemene en bijzondere voorwaarden Art. 14c Sr
*Geen strafbaar feit plegen
*Gedragsvoorwaarden (bijzonder voorwaarden)
-Proeftijd Art. 14b Sr
-Voorwaarden art. 14c Sr
-Dadelijke uitvoerbaar Art. 14e Sr
*Onschuldpresumptie? (hc 5)
-OM houdt toezicht Art. 6:3:14 Sv, Praktijk vaak reclassering; moet niet- naleving melden bij OM en
Minister Justitie en veiligheid Art. 6:3:14 lid 4 Sv
-Aanhouding en voorlopig tullen bij vermoeden niet naleven voorwaarden Art. 6:3:15, 6:6:21 E.v. Sv
*Officier kan aanhouding bevelen
*Officier vordert voorlopige TUL bij RC en TUL bij Rechter
*Geen gewoon rechtsmiddel bij beslissing tul Art. 6:6:7 Sv Jo 6:6:22 Sv
-Elektronisch toezicht Art. 14c lid 4 Sr: geen voorwaarden op zichzelf, maar draagt bij op uitvoeren van
toezicht op de naleving van een van de voorwaarden.
Bij bijv. locatieverbod, contactverbod en bij alcoholverbod (alcoholmeter)
Discussie: de vrije wil en het strafrecht
-Hebben we een vrije wil?
Is het antwoord op deze vraag relevant voor strafrecht?
Is postuleren van vrije wil houdbaar?
→ deze vragen komen van het Determinisme: zij hebben als uitgangspunt dat zij er vanuit gaan dat
elke gebeurtenis of stand van zaken niet zomaar willekeurig plaatsvindt, maar een reden heeft. Die
reden kan in het verleden liggen (causaal determinisme) maar ook in de toekomst (teleologisch
determinisme).
, *Causaal: veronderstelt dat de toestand van het heden veroorzaakt is door eerdere gebeurtenissen
volgens de causale wetten die de wereld regelen en beheersen.
*Teleologisch: veronderstelt men dat dat gebeurtenissen zich afspelen met een bepaald doel, dat
bepaald wordt door hogere (goddelijke) machten, volgens een bepaald goddelijk plan.
→ later natuurwetenschap
→ gedrag etc. wordt beheerst door genetische code. Recentelijk is daar neurowetenschap bij
gekomen.
Twijfel over vrije wil: is dat relevant voor het strafrecht?: strafrecht gaat ervan uit dat we kiezen
bepaalde handelingen wel of niet te doen. Daardoor verwijtbaarheid. Als we niet kunnen zeggen dat
iemand bewust strafbare feiten pleegt, kunnen we diegene dan nog wel straffen? Als we geen vrije wil
hebben, dan zouden we strafrecht net zo goed kunnen afschaffen.
Grondslag straf: vergelding
HR: geen straf zonder schuld
Neurowetenschap: wat betekenen die recente ontwikkelingen uit neurowetenschap voor strafrecht?
Conclusie: die kunnen invloed hebben op de wijze waarop wij Sr benaderen. Niet omdat ze nieuwe
argumenten in het leven roepen, maar omdat ze nieuw leven inblazen in reeds bestaande
opvattingen. Zoals determinisme. Er zijn volgens Greene and Cohen (artikel) 2 rechtvaardigingen voor
straffen:
Consequentialisme: gaat uit van de juistheid van handelen. Juistheid van handelen wordt vastgesteld
op basis van de gevolgen van handelen. Of een handeling gelegitimeerd is, hangt af van de gevolgen
van de handeling. Als de gevolgen van de handeling tegemoet komen aan het algemeen nut, dan is die
handeling gerechtvaardigd. Straffen gerechtvaardigd als het o.m. samenleving beschermd =
preventieve straftheorieën.
Retributivisme: kijkt terug. Als iemand een strafbaar feit pleegt, verdient diegene een straf.
rechtvaardiging straf ligt in het gepleegde misdrijf, niet in voorkomen van toekomstige misdrijf.
Algemeen geaccepteerd. Maar ook redenen om hieraan te twijfelen. Dat vindt zijn grondslag deels in
die discussie over determinisme en vrije wil. Als dat waar is, is er geen vrije wil en dus geen
verwijtbaarheid en dus verdien je geen straf.
Hebben we een vrije wil? 3 stromingen:
-Hard determinisme: determinisme en vrije wil niet met elkaar verenigbaar zijn. Wereld is
gedetermineerd en dus bestaat er geen vrije wil
-Libertarisme: accepteert ook dat determinisme en vrije wil niet met elkaar verenigbaar zijn, maar
wijst determinisme af. We beschikken dus wel over een vrije wil.
-Compatibilisme: determinisme en vrije wil zijn binnen de gedetermineerde wereld met elkaar
verenigbaar. We hebben allemaal bepaalde vorm autonomie om dingen te doen of niet te doen.
Maakt het voor het strafrecht uit welke van de 3 stromingen je aanhangt? Hangt af van je perspectief:
1: consequentialisme: recvhtvaardigt straffen vanuit doel. Dan maakt het niet uit welke van de 3
genoemde stromingen met betrekking tot vrije wil je aanhangt. Vrije wil speelt geen rol. Uitgangspunt
van vergelding en verwijtbaarheid speelt geen rol. Enige wat speelt is dat straf een hoger doel moet
dienen.
2: retributivisme: als vrije wil niet bestaat (bij determinisme) is retributivisme niet houdbaar. Want
volgens dit moet er voor een straf vergelding zijn en een verwijt. Als er geen vrije wil is, ontbreekt dat.
-Libertarisme als rechtvaardiging strafrecht?: wetenschap doen gerede twijfel bestaan of er wel een
vrije wil is. Dus kunnen we strafrecht hier niet op laten steunen.
→ dus blijft over: compatibilisme: erkent dat er een gedetermineerde wereld is. Maar ook dat er