Hoorcollege 1: De mens als burger en zijn rechten en preventie in
bestuursrecht
Literatuur:
- B.P. Vermeulen e.a., Commentaar op art. 2, 3 en 4 Grondwet,
-E.M.H. Hirsch Ballin, ‘Grondwettelijkje gezichtspunten’ en ‘Inleiding Hoofdstuk 1
-Grondrechten’, beide in: Commentaar op de Grondwet (www.Nederlandrechtsstaat.nl), binnenkort ook in druk
in: E.M.H. Hirsch Ballin, E. Janse de Jonge en G.J. Leenknegt, red., Uitleg van de Grondwet, Boom juridisch 2021
-B. van der Vorm, ‘De bestuurlijke aanpak van het jihadisme. De intrekking van het Nederlanderschap in het
belang van de nationale veiligheid als (preventieve) verbanning’ (2016) 95/6 Proces, p. 17-28
-College voor de Rechten van de Mens, ‘Advies conceptwetsvoorstel intrekken Nederlanderschap’ (2015), via
https://mensenrechten.nl/publicaties/detail/35355
Jurisprudentie:
-HvJ EG 12 september 2006, nr. C-300/04, ECLI:EU:C:2006:545 (Eman & Sevinger/B&W Den Haag)
-HvJ EU 2 maart 2010, nr. C-135/08, ECLI:EU:C:2010:104 (Rottmann)
-HvJ EU 8 maart 2011, nr. C-34/09, ECLI:EU:C:2011:124 (Ruiz Zambrano)
-HvJ EU 12 maart 2019, nr. C-221/17, ECLI:EU:C:2019:189 (M.G. Tjebbes e.a./Minister van Buitenlandse Zaken)
Grondrechten = rechten van de mens + burgerrechten
-Rechten hebben is juridisch persoon zijn (in het procesrecht: legal standing), stem hebben is juridisch
burger zijn.
-Burgerrechten zijn de aan de staatsburgers gewaarborgde fundamentele rechten die hen in staat
stellen actief en volledig aan het openbare leven van hun staat deel te nemen.
-Rechten van de mens komen aan iedere persoon zonder onderscheid toe en beschermen de
menselijke waardigheid
-Burger verwijst naar nationale verbondenheid
-Persoon verwijst naar de waardigheid van iedere mens, waarvan we verlangen dat die universeel
wordt erkend. Absoluut verbod van slavernij en van mensonterende behandeling, zoals foltering.
Vrijheid te gaan en te staan waar je wilt, behoudens beperkingen op wettelijke basis.
Wie zijn burgers?
-1796 einde uitsluiting van Joden van de golden.
-1863 opheffing slavernij
-1917 vrouwenkiesrecht (passiefrecht voor vrouwen. Actief bij wet geregeld →
-1954 een gelijkwaardig staatsburgerschap in het gehele Koninkrijk
-1956 opheffing handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw
Nederlanderschap gaat van moeder/ vader op kind. → geregeld in de Rijkswet op het
Nederlanderschap
Vaststelling Nederlanderschap:
,Wat zijn de rechten van de Europese burger volgens de EU-verdragen en het Handvest?|
Art 9 VEU: burgers van de Unie op basis van en naast het nationale burgerschap (nationaliteit) = Art.
20 lid 1 VWEU.
Art. 10 VEU: recht op democratische representatie en participatie
Art. 20 lid 2 VWEU: vrij verkeer, actief en passief kiesrecht Europees Parlement en gemeenteraden,
diplomatieke en consulaire bescherming en petitierecht → uitgewerkt in art. 21-23 VWEU (vlg. Art.
39-46 Handvest)
HvJ EG Eman & Sevinger/ B&W Den Haag: het beginsel van gelijke behandeling staat er evenwel aan in
de weg dat de gekozen criteria meebrengen dat onderdanen die zich in vergelijkbare situaties
bevinden, zonder objectieve rechtvaardiging ongelijk worden behandeld. → kiesrecht Europees
Parlement kom ook toe aan inwoners van de overzeese gebieden.
Hvj EU Rottman: Het unierecht, met name Art. 17 EG = (Art. 20 VWEU), verzet zich er niet tegen dat
een lidstaat de door naturalisatie verkregen nationaliteit van die lidstaat van een burger van de unie
intrekt wanneer deze door bedrog werd verkregen, mits deze intrekkingsbeslissing in
overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel is.
Hvj EU Tjebbes e.a.: nationaliteit van rechtswege vervallen, geldt het evenredigheidsbeginsel dan nog?
HvJ EU Ruiz Zambrano: Art. 20 VWEU moest aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat
een lidstaat aan een staatsburger van een derde staat, die zijn kinderen van jonge leeftijd, burgers van
de Unie, ten laste heeft, het recht van verblijf ontzegt in de lidstaat waar deze kinderen verblijven en
waarvan zij de nationaliteit bezitten, en hem bovendien een arbeidsvergunning weigert, aangezien
dergelijke beslissingen de betrokken kinderen het effectieve genot van de belangrijkste aan de status
van burger van de unie ontleende rechten ontzeggen.
Rechtsbescherming
-Democratie en rechtsstaat zijn niet los verkrijgbaar: we zij niet overgeleverd aan de macht van de
sterkere, we kunnen met vertrouwen onze levensplannen realiseren. Maar wie dat belet, wordt
gecorriceerd, volgens de procedures van het recht
-Procesrecht is daarbij onmisbaar: in het privaatrecht, strafrecht, besturusrecht en ook in staatsrecht
en internationele recht
-Maar dan meoten procedures wel eerlijk zijn:
*Due process (procedural): fair ans impartial judicial proceedings operating according to established
rules and principles
*Due process (substantive): the principle that laws and regulations must serve the legitimate interest
of government and may not be arbitrary or unfair.
Constitutionele toetsing:
-Art. 120 GW (Harmonisatiewet-arrest): toetsing grondwettigheid van wetten is voorbehouden aan de
wetgever. Wetten in formele zin niet toetsen aan de grondwet en algemene rechtsbeginselen.
-Wel een constitutionele toets, maar beperkt tot fase van totstandkoming van wetgeving: Raad van
, State en Eerste Kamer
-Wel is toetsing van wetgeving in formele zin mogelijk aan direct werkend Europees en internationaal
recht Art. 93 en 94 GW
-Pogingen om rechtelijke constitutionele toetsing van wetgeving mogelijk te maken: wetsvoorstel
Halsema (na eerste ronde, uiteindelijk bij brief van 18 sept 2018 ingetrokken)
Historische bezwaren tegen rechtelijke constitutionele toetsing:
-Ondermijning soevereiniteit wetgever
-Democratische legitimatie wetgever
-Rechter is niet gelegitimeerd om (rechts)politieke keuzes te maken
→ zien in dit verband de recente uitlatingen van Baudet over de ‘dikastocratie’
→ Rapport Remkes staatscommissie parlement stelsel
*Behoefte aan rechtelijke constitutionele toetsing van wetgeving? Afnemende normatieve kracht van
de wet (kaderwetgeving), verminderde aandacht voor de kwaliteit van wetgeving en toenemende
behoefte aan rechtsbescherming tegen wetgeving
*Rechtelijke toetsing ex post door de rechter aan met name genoemde (klassieke) grondrechten
*Geconcentreerde of gespreide toetsing?
Constitutioneel pluralisme: van hiërarchie naar heterarchie
-Het klassieke denkpatroon t.a.v. politica gaat ervan uit dat de wetgever politiek gelegitimeerd en
gecontroleerd algemene regels stelt, het bestuur deze regels uitvoert en de rechter dit
overheidshandelen toetst aan de wet
-de vraag is echter of dit klassieke staatsrechtelijke denkpatroon nog wel past op de wijze waarop
onze meergelaagde rechtsorde zich ontwikkelt.
-Een hiërarchie van rechtsbronnen is onherkenbaar: zie bijv. regulering van financiële markten,
klimaatproblematiek of vluchtelingenproblematiek → een amalgaam van publieke/ private,
internationale, Europese en nationale regels (zie bijv. Urgenda)
-Ook institutioneel is een hiërarchie steeds minder herkenbaar: denk aan de uitleg van
mensenrechten. → wie heeft nu eigenlijk het laatste woord? EHRM, CJEU of bijv. BVerfG?