HOORCOLLEGES THEORIE 2:
HISTORY OF WORLD HISTORY
Inhoud
Hoorcollege 1............................................................................................................................................................1
Hoorcollege 2............................................................................................................................................................6
Hoorcollege 3..........................................................................................................................................................11
Hoorcollege 4..........................................................................................................................................................16
Hoorcollege 5..........................................................................................................................................................22
Hoorcollege 6..........................................................................................................................................................26
Hoorcollege 7..........................................................................................................................................................32
HOORCOLLEGE 1
Als je een ‘historische cultuur’ wilt begrijpen, dan moet je begrijpen hoe deze cultuur de concepten tijd en
ruimte ervaren en begrijpen.
Wat is geschiedenis van geschiedenis?
- Geschiedenis 1 (in Woolf met hoofdletter): a parte obiecti, het historische proces, oftewel een reeks
van gebeurtenissen.
- Geschiedenis 2 (in Woolf zonder hoofdletter): a parte subiecti, oftewel historisch denken/schrijven
(soms ook historiografie).
- Historiografie; de geschiedenis van hoe over geschiedenis is geschreven, gesproken of gedacht over
verscheidene millennia en culturen.
- Historische cultuur: de bredere set van vormen van engagement met het verleden, zoals bijv.:
o Geheugen
o Trauma
o Identiteit
o Praktijk
o Entertainment
o Historische ervaring
o Kennis (oftewel: de historische discipline vanaf de 19 e eeuw).
Waarom historiografie?
De historische praktijk (oftewel historisch onderzoek en geschiedschrijving) is ook een onderdeel van
geschiedenis, het is een activiteit met echte effecten, het maakt een verschil in de geschiedenis. Als historici
een verschil willen maken in de historische realiteit, moeten ze hun plaats in de geschiedenis én in de
historiografie kennen. Concreet gezegd: als je scherpe vragen wilt stellen die ook een praktisch verschil kunnen
maken, moet je je eigen plaats als historicus in de geschiedenis kennen, dat is je moet de vragen van vroegere
historici kennen. Je moet je dus bewust zijn van je plaats.
Waarom wereldgeschiedenis?
Volgens historicus Leibniz ‘reflecteert een zandkorrel het gehele universum,’ een uitspraak die twee implicaties
heeft:
1. Elke specifieke geschiedenis veronderstelt alle geschiedenis (het argument van immanentie;
geschiedenis is immanent in ons allemaal, bewust of onbewust).
2. Het gehele universum reflecteert de zandkorrel.
,Conclusie: universele geschiedenis omvat alle specifieke geschiedenissen en alle specifieke geschiedenissen
omvatten de universele geschiedenis. Het gevaar van deze conclusie is eindeloze regressie, in de vorm van
universalisme of particularisme:
- Universalisme: je kijkt naar het grote plaatje en weet daarom niks van alles.
- Particularisme: je kijkt naar iets specifieks en weet daarom alles van niks.
Het is belangrijk om hierin de balans te vinden!
In deze cursus nemen we aan dat de wereld en mensen hun opvatting van deze wereld ontwikkelt in de loop
der tijd. Wereldgeschiedenis is in dit geval dan de manier waarop mensen hun wereld probeerden te begrijpen,
al ontwikkelend over tijd. De geschiedenis van wereldgeschiedenis is dus de geschiedenis van de manieren
waarop mensen probeerden hun realiteit/wereld te begrijpen, al ontwikkelend over tijd. Hierin is het woord
‘probeerden’ belangrijk, vanwege het principe van fallibilisme: niemand snapt de wereld volledig (er is geen
God’s eye view), alle antwoorden zijn voorlopig, hypothetisch en feilbaar dit creëert de kans om nieuwe
vragen te stellen. Geschiedenis is een discussie zonder einde (citaat van Pieter Geijl). Het is een debat over
echte problemen, wat leidt tot vragen waarop historici een antwoord proberen te vinden via claims gesteund
door argumenten en gebaseerd op veronderstellingen.
Waarom theorie?
Theorie is in dit geval dan de studie van deze veronderstellingen (de onderliggende concepten van historische
praktijk). De theorie bestaat uit vier vragen:
Vraag: Kenmerk: Antwoord:
Wat is geschiedenis? Natuur Onderzoek
Waar gaat het over? Onderwerp Res gestae (= de daden), acties
Wat is zijn methode? Methode Gebaseerd op bewijs
Waar is het voor? Waarde Zelfkennis
Geschiedenis is een transcendentaal concept, oftewel een noodzakelijke aanname van de menselijke geest, dat
wil zeggen: mensen hebben altijd historisch gedacht in het idee dat ze orde maken in tijd. Je kan deze vier
vragen stellen aan alle historiografie, met verschillende antwoorden tot gevolg. Als je Herodotus de vraag stelt
waar geschiedenis over gaat, krijg je een ander antwoord (acties van mensen in het verleden) dan als je het
Braudel vraagt (de longue durée).
Om de historische cultuur te begrijpen moet je begrijpen hoe deze cultuur het concept ‘tijd’ opvat, bijv.:
- Circulair vs. lineair;
- Korte vs. lange termijn;
- Eeuwigheid vs. vluchtigheid;
- Synchroon vs. asynchroon;
- Kloktijd vs. ervaren tijd (kan tijd sneller gaan? Want soms voelt dat wel zo);
- Versnelling van tijd.
Als je tijdspanne vijf minuten is, ervaar je alles heel anders. Net als in het geval dat er geen eeuwigheid is, dan
ervaar je tijd en de realiteit ook anders. Volgens Rik Peters betekent moderniteit: de synchronisering van
wereldtijd, want toen werden de westerse klokken opgelegd aan andere culturen. De Big Ben is hiervan het
symbool.
Elke historische cultuur beantwoordt de vier vragen over geschiedenis anders, op basis van hun opvatting van
tijd en ruimte.
TYCHE/FORTUNA: het onvoorspelbare lot (Tyche = Grieks, Fortuna = Romeins, zit verschil tussen), waardoor
niks zeker is en alles kan veranderen.
De Egypten, Hettieten, Soemeriërs en Assyriërs lieten artefacten achter die naar het verleden refereerden,
zoals:
- Koningslijsten;
- Annalen (lijst van gebeurtenissen, vooral oorlogen);
, - Kronieken (specifieke gebeurtenissen, met datum, opeenvolgend);
- Epossen (deels mythologisch, deels historisch).
Maar, is dit geschiedenis? Wanneer is het geschiedenis?
- Ja, het is geschiedenis, omdat:
o Alles refereert naar verleden gebeurtenissen;
o In kronieken verwijzen ze zelfs naar specifieke gebeurtenissen in sequentie;
o Sommigen schrijven vanuit een contemporain perspectief, misschien een resultaat van
onderzoek?
- Nee, het is geen geschiedenis, omdat:
o Er toen nog geen woord bestond voor ‘geschiedenis’;
o Geen duidelijk onderscheid tussen mythisch en historisch;
o Het zijn slechts lijsten van namen en gebeurtenissen.
Maar: alles toont wel een ‘sense of the past’.
En Joods Historisch Denken, is dat geschiedenis?
- Ja, het is geschiedenis, omdat:
o De Tenach heeft enige ‘historiciteit’: het heeft zijn basis in feiten:
Het beschrijft tijden, personen en gebeurtenissen;
Het heeft mogelijk één auteur (Deutoronomistische historicus);
Er is extern bewijs (bv. archeologie).
- Nee, het is geen geschiedenis, omdat:
o Het heeft niet als doel om de letterlijke waarheid (i.p.v. religieuze waarheid) te beschrijven
(maar vroeger bestond dit onderscheid helemaal nog niet, dus dit is anachronistisch).
Hierin is dus de aanname: de geschiedenis gaat om één echte waarheid. Maar: elke historische cultuur heeft
een andere waarheid. Je moet dus eerst begrijpen wat voor hen waar is, voordat je onderzoek gaat doen.
Samenvatting voor Nabije Oosten en Joodse geschiedschrijving:
Vraag: Kenmerk: Antwoord:
Wat is geschiedenis? Natuur Onderzoek: mogelijk in sommige gevallen, maar niet expliciet.
Waar gaat het over? Onderwerp Res gestae (= de daden), actie: niet duidelijk, geen analyse van
motieven of oorzaken.
Wat is zijn methode? Methode Gebaseerd op bewijs: niet duidelijk, misschien vergelijking.
Waar is het voor? Waarde Zelfkennis: geen, alleen beschrijving voor de oriëntatie in tijd.
De Grieken spraken over ‘oikoumene’: de bewoonde wereld. Dit beïnvloedt de opvatting van ruimte, want voor
hen was het: de Grieken vs. de Barbaren. Sommigen van de namen voor stammen hebben ook te maken met
ruimte, zoals Hyperborea: boven het Noorden. Het onderscheid van ruimte en tijd vormen dus de basis voor
het onderscheid tussen Grieken vs. de Barbaren. In deze Griekse wereld vonden de eerste vormen van
geschiedschrijving plaats, want zij hadden hiervoor een woord bedacht. Hiervoor had je genealogieën,
etnografieën, chronografieën en horografieën, maar dat was nog geen echte geschiedenis. Contemporaine
geschiedenis was de eerste echte geschiedenis, met als kenmerken:
- Doorlopend narratief;
- Opeenvolgende gebeurtenissen;
- Oorzakelijk verband;
- Eén auteur.
Maar, waar is nu het waarheidsargument (zoals bij de Tenach) gebleven? En alle geschiedenis was toen toch
contemporaine geschiedenis, aangezien ze nog niet verder terug konden kijken? Bovendien veronderstelt de
, continuïteit van het narratief connecties van gebeurtenissen in ruimte en tijd, wat een ontologie is, een
filosofie van de natuur van realiteit.
In de Griekse wereld had je de filosofen (zoals Socrates, Plato en Aristoteles) vs. de historici (zoals Herodotus
en Thucydides).
Filosofen Historici
De waarheid is constant en overal, het is een Zij namen tijd voor het eerst serieus. Zij zochten de
eeuwige waarheid. Zij zochten de waarheid in een waarheid in een wereld van worden (veranderlijk).
wereld van constantheid.
Ziet geschiedenis als mening (doxa), omdat het gaat Ziet geschiedenis als kennis van daden gedaan in het
om niet-permanente dingen. Zij hebben zelf verleden
episteme als doel: kennis.
De wereld van zijn De wereld van worden
Realiteit is constant in tijd Realiteit is een proces
Aristoteles: “Het onderscheid tussen historicus en poëet is…dat de één het ding omschrijft dat is geweest, en
de ander een soort ding dat kan zijn. Dus poëzie is iets dat meer filosofisch is en van groter belang dan
geschiedenis, aangezien zijn statements van universele natuur zijn, terwijl die van geschiedenis van specifieke
zijn” (eigen vertaling).
HERODOTUS
Hij schreef zijn historiën rond 430-420 v. Chr. Het is een contemporaine geschiedenis, het eerste werk van
proza van deze lengte (behalve misschien Homerus’ Ilias en Odyssee?) Zijn historiën bestaat uit negen boeken
gevuld met:
- Geschiedenis;
- Mythes;
- Etnografie (bijv. de studie van Egypte);
- Geografie: omschrijvingen van plekken.
De inhoud bevat:
- Prehistorie (context);
- De Ionische opstand (499-493): boek 5-6;
- De Perzische invasies (Slag bij Marathon in 490, Slag bij Salamis in 480): boek 6-9.
In zijn werk veronderstelt hij een onafhankelijke onderzoeker: Herodotus. Oftewel: de historicus speelt een rol
in zijn eigen verhaal, met naam. Herodotus geeft ook een stem aan de Perzen, hij wil dat de daden niet worden
vergeten, van beide de Grieken en de Barbaren. Hij zoekt naar de oorzaak van de strijd tussen deze partijen, hij
zoekt uit wie er schuld heeft. Hij interviewt mensen van alle kanten om hierop een antwoord te zoeken. Hij
doet heel zelfbewust onderzoek om zijn eigen conclusies te trekken, na het aanhoren van iedereen. Je ziet ook
het idee van ‘Tyche’ terug in zijn werk, als hij schrijft hoe grote steden klein kunnen worden en andersom (de
onvoorspelbaarheid van Tyche). Om te snappen waarom er oorlog kwam kijkt hij naar de motieven van de
betrokken. Hij verbindt gebeurtenissen met motieven/intenties: gebeurtenis 1 motief gebeurtenis 1. Hij
ziet intenties dus als oorzaken.
Is Herodotus geschiedenis?
- Ja, het is geschiedenis, omdat:
o Herodotus was de eerste die onafhankelijk onderzoek op deze schaal uitvoerde.
o Herodotus’ wereld was een complex geheel aan acties die leidde tot onbedoelde
consequenties.