MENS EN RECHT - SOCIAL WORK JAAR
1+2
Boek: Mens en Recht
Samenvatting
,MENS EN RECHT - SOCIAL WORK JAAR 1
Boek: Mens en Recht
Inhoudsopgave mens en recht:
Hoofdstuk 1: Recht en regels
Hoofdstuk 2: Indeling van het recht
Hoofdstuk 6: Schulden
Hoofdstuk 7: Samenlevingsvormen en scheiding
Hoofdstuk 8: Ouderschap en gezag
Hoofdstuk 10: gezondheid
Hoofdstuk 12: Sociale zekerheid bij ziekte en
arbeidsongeschiktheid
Hoofdstuk 13: sociale zekerheid bij werkloosheid, werk
en ouderdom
Hoofdstuk 16: Hulp -en dienstverlening
Alle belangrijke dingen die je voor je toets mens en recht
moet kennen, zijn onderstreept blauw aangegeven. Heel
veel succes met leren en met je toets!
,Hoofdstuk 1: Recht en regels
1.1 Waarom is er recht?
In de Nederlandse samenleving heeft iedereen andere belangen. Om er voor te
zorgen dat er geen conflicten ontstaan, worden er vaak duidelijke afspraken
gemaakt. Het gebeurt vaak dat verschillende partijen verschillende
verwachtingen hebben, hierdoor kan het gebeuren dat een van de partijen zich
niet goed aan de duidelijk gemaakte afspraken houdt.
In alle gevallen van recht gaat het om rechten en plichten van mensen en van de
overheid. De rechten en plichten komen voort uit normen en waarden die voor
iedereen gelden in de maatschappij. Om het voor iedereen duidelijk te hebben,
worden de normen en waarden in zogenoemde rechtsregels vastgelegd, met de
wijze waarop de regels gehandhaafd kunnen worden.
Recht is er niet zomaar, het brengt een doelmatige ordening aan de
samenleving. Verkeersregels zorgen er bijvoorbeeld voor dat het geen chaos in
het verkeer wordt. Ook geeft het recht een soort van spelregels voor het gedrag
tussen mensen en het gedrag van de overheid naar mensen toe. Daarnaast
stuurt de overheid het gedrag van de burgers. Recht en rechtvaardigheid zijn
niet hetzelfde, maar het recht is in het beginsel wel gericht op rechtvaardigheid.
1.2 Vindplaatsen van het recht
Recht bestaat niet zomaar, het wordt namelijk door mensen bedacht en
gemaakt. Pas als de regels als rechtsregels zijn aanvaard en vastgesteld,
behoren ze tot het recht. Er zijn ook vindplaatsen van het recht, de zogenoemde
rechtsbronnen. Dat zijn er 4:
• De wet en regelgeving
Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid. Tot de
overheid in Nederland behoort de centrale volksvertegenwoordiging (Eerste en
Tweede kamer), dit wordt ook wel de Staten-Generaal genoemd. Ook lagere
overheidsorganen zoals de minister, Provinciale Staten en de gemeenteraden
kunnen rechtsregels vaststellen. De hoogste wetgever in Nederland zijn de
Staten-Generaal samen met de regering (Koning en ministers). Als zij samen met
een wetsvoorstel instemmen, kan er wet tot stand komen.
Alleen wetten afkomstig van de hoogste wetgever worden wetten genoemd.
Bepalingen in wetten worden allemaal genummerd en worden wetsartikelen
genoemd. Alle wetsartikelen staan in een wettenbundel, dit is een boek met de
verzameling van alle officiële wetten. De hoogste wet in Nederland is de
Grondwet, dit zijn de belangrijkste rechten en plichten van burgers, maar ook
van de koning en de regering. In lagere regelgeving wordt een wet geen wet
genoemd. Een regel die afkomstig is van de regering (Koning en ministers), dus
zonder de Staten-Generaal, wordt een KB (Koninklijk Besluit) genoemd. Maar de
regering houdt zich niet alleen bezig met regelgeving, zo zijn er dus ook veel
, Koninklijke besluiten zonder regels. Een KB met een regel heet een AMvB
(algemene maatregel van bestuur) genoemd. Een regeling afkomstig van de
minister heet een Ministeriële regeling. Provinciale staten kunnen regels
vaststellen voor de provincie en een gemeenteraad voor de gemeente. Dit heet
dan een verordening.
Er is nog 1 wet hoger dan de grondwet, dit zijn de regels die gemaakt worden
voor de landen van de Europese Unie. Deze regels heten gemeenschaps-
verordeningen en richtlijnen.
• Jurisprudentie
Een tweede rechtsbron is jurisprudentie. Dit ontstaat doordat algemene regels
moeten worden toegepast in individuele situaties, die vaak heel verschillend
zijn. Het is dan de taak van de rechter om uit te maken hoe de regels bedoeld
zijn. Hiermee wordt bedoeld als er een regel niet duidelijk in de wet staat, of als
die regel er nog niet is maar wel voor de maatschappij geldt, dat de rechter zelf
de norm invoert, of de rest van de regel zelf aanpast, aangepast aan de situatie.
Hij doet dit door de rechtsregels te interpreteren en de uitkomst is dan een
uitspraak. Afhankelijk va de zaak en het niveau waarop er recht wordt
gesproken, heet zo’n uitspraak vonnis, uitspraak of arrest. Als de Hoge Raad
(hoogste rechters) de uitspraak doet, heet het een arrest.
Omdat in de rechtspraak nieuw recht wordt gevormd door de rechter zelf, wordt
jurisprudentie ook wel rechtersrecht genoemd.
• Gewoonte
Dit is net als jurisprudentie een ongeschreven recht. Bij de regels van het
gewoonterecht zijn niet ergens beschreven maar ontstaan in de loop van de tijd
door het algemene gebruik er van. Dit komt weinig voor.
• Verdrag
Verdragen zijn afspraken tussen 2 staten of meer, het verdrag is op schrift
gesteld en gelden in de staten die betrokken zijn bij het verdrag. Daarvoor
moeten de staten de verdragen wel hebben geratificeerd, dit betekend dat ze er
mee akkoord zijn gegaan en dat verklaard hebben. Verdragsregels staan net als
de regelgeving van de EU, boven de grondwet.
Daarnaast geldt er een directie werking na verklaring van akkoord, ook zonder
dat het in een wetboek is beschreven.
1.3 Aard van de regels
Sommige regels leggen mensen die een rechtsbetrekking met elkaar hebben,
dwingen bepaalde rechten of plichten op. Dit noemen we de regels van het
dwingend recht waar niet van mag worden afgeweken. Andere soorten regels
geven partijen de mogelijkheid om zelf dingen te regelen. Dit heet
semidwingend recht. Ten slotte is er aanvullend recht, dit geldt als er specifieke
afspraken ontbreken.
Semidwingend en aanvullend komen vooral voor bij overeenkomsten. Het
uitgangspunt van een overeenkomst is namelijk dat 2 partijen de inhoud van een
overeenkomst zelf mogen bepalen. De wet kan dat een paar rechten en plichten
opleggen en vult aan als er afspraken ontbreken. Bij dwingend recht staat er
vaak woorden als verplicht, nietig of moeten in de wet.
De rangorde van de belangrijkste rechten naar de minst belangrijke ziet er zo
uit:
• Verdragen