Kennistoets 4.1
Onderzoek doen & Toepassen, Zorginnovatie & Ondernemerschap, Veiligheid & Kwaliteit,
Geneeskunde, Technologie, Morele Oordeelsvorming
Inhoudsopgave
Onderzoek doen & Toepassen........................................................................................................................ 2
OZ 4.1 Evidence Based Practice (EBP)..................................................................................................................2
OZ 4.2 Toepassen van EBP...................................................................................................................................3
Zorginnovatie & Ondernemerschap............................................................................................................... 3
ZO 4.1 Acceptatie van innovaties.........................................................................................................................4
ZO 4.2 Analyse wonen in de toekomst.................................................................................................................6
Verpleegkundige Zorgverlening...................................................................................................................... 7
VZ 4.1 Wat weet jij over dementie?.....................................................................................................................7
VZ 4.2 Schei uit over uitscheiding.........................................................................................................................8
Geneeskunde............................................................................................................................................... 12
GK 4.1 Ouder worden: hoe doe je dat?..............................................................................................................12
GK 4.2 Geriatrie: dementie en delier..................................................................................................................16
GK4.3 “Dokter, ik verlies wat druppeltjes urine”...............................................................................................22
GK 4.4 Pathologie: spijsverteringskanaal...........................................................................................................27
GK 4.5 Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel (1)...................................................................................32
GK 4.6 Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel (2)...................................................................................35
GK 4.7 Pathologie van het zenuwstelsel: symptomen en onderzoek bij neurologische problematiek..............38
GK 4.8 Pathologie van het zenuwstelsel (2): Cerebrovasculaire aandoeningen................................................41
Technologie................................................................................................................................................. 43
T2.3 Medische technologie in het ziekenhuis en thuis.......................................................................................43
T2.6 Robotmaatje, je nieuwe maatje in de zorg?..............................................................................................45
T3.3 Zorgtechnologie bedient of bedient door de zorgvrager?.........................................................................46
T3.4 Kunstmatige intelligentie...........................................................................................................................47
T3.5 Informatieveiligheid, een grote zorg?........................................................................................................47
T4.3 Smart technology, overal om ons heen!....................................................................................................48
Morele oordeelsvorming.............................................................................................................................. 51
MOV 3.1 Beeld van de mens..............................................................................................................................51
MOV 3.2 A brief history of ethics.......................................................................................................................52
MOV 3.3 Vooraf achteraf...................................................................................................................................53
MOV 3.4 Who cares?..........................................................................................................................................55
,Onderzoek doen & Toepassen
OZ 4.1 Evidence Based Practice (EBP)
Beschrijven wat Evidence Based Practise is;
Streven om de beslissingen met betrekking tot de zorg voor de individuele zorgvrager zoveel
mogelijk te baseren op best beschikbare ‘evidence’ (wetenschappelijke kennis), de klinische
expertise van de zorgverlener en voorkeuren van de zorgvrager en te evalueren of dit
inderdaad leidt tot betere resultaten voor de zorgvrager.
Van de hbo-vers wordt het volgende verwacht
- Vakliteratuur bijhouden
- Beoordelen van (wetenschappelijke) artikelen op relevantie voor de praktijk
- Toepassen van bruikbare kennis uit wetenschappelijk onderzoek
- Implementeren van deze kennis
- Participeren in de uitvoering van (verplegings)wetenschappelijk onderzoek
Bevordering van EBP in de praktijk
- Scholing
- Richtlijnen, reflectie, intervisie en supervisie
- Journal clubs (samen discussiëren van een onderzoeksartikel, onderzoek lezen,
begrijpen en toepassen), doel beroepspraktijk verbeteren, bijblijven.
Beschrijven wat de vijf stappen van Evidence Based Practice zijn (Cox e.a., 2008);
1. Vertalen van het verpleegprobleem in een beantwoordbare vraag;
Klinisch probleem komt voort uit klinisch redeneren: een continu proces van
gegevensverzameling, analyse en het kritisch kijken naar eigen handelen.
Gericht op elk aspect van de verpleegkundige behandeling (diagnostiek,
beleving, preventieve maatregelen)
Vaak gebruikt gemaakt van PICO-strategie voor het formuleren van een goede
zoekvraag
2. Efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal
Volgende niveaus van hoog naar laag ingedeeld:
Systematische review of meta-analyse van goed gerandomiseerde clinical
trials (RCT’s)
Gerandomiseerde clinical trials (de zuivere experimenten)
Niet-experimentele beschrijvende en kwalitatieve studies
Mening van deskundigen of algemeen aanvaard handelen.
3. Het beoordelen van het gevonden bewijs op methodologische kwaliteit en
toepasbaarheid.
Methodologische kwaliteit interne validiteit
Toepasbaarheid relevantie en bruikbaarheid
4. Het toepassen van het resultaat (beschikbare bewijs) in de verpleegkundige praktijk.
Belemmerende factoren (zorgvrager, omgeving, verpleegkundige) beoordelen
Wat zijn de (positieve en negatieve) effecten voor de zorgvrager?
Beschikt de verpleegkundige voldoende kennis, vaardigheden of technieken
om de interventie toe te passen? Spelen normen en waarden een rol?
, Omgevingsfactoren kunnen de toepassing beperken of onmogelijk maken.
(bv. afwezigheid benodigde technische voorzieningen, onvoldoende financiële
middelen)
5. Het regelmatig evalueren van het proces en resultaat.
Patiënt-outcome systematisch evalueren en bij voorkeur meten.
Altijd vraag stellen: werkt deze behandeling voor de zorgvrager?
Benoemen waarom Evidence Based Practice belangrijk is bij het verpleegkundig handelen
Voordelen
- Betere kwaliteit van de zorg ten aanzien van effectiviteit, efficiëntie en afstemming
op de voorkeuren van de zorgvrager.
- Bijdragen kwaliteit aan deskundigheid van de verpleegkundige.
Knelpunten in de praktijk
- Gebrek aan kennis en vaardigheden
- Gebrek aan tijd
- Moeite met het beoordelen en toepassen van bronnen van kennis
- Gebrek aan steun van collega’s en management
- Slechte toegankelijkheid van bronnen van wetenschappelijke kennis
OZ 4.2 Toepassen van EBP
De vijf stappen van EBP toepassen
6 aspecten wetenschappelijke onderzoekende houding
1. Neiging om kritisch te willen zijn
2. Neiging om te willen begrijpen
3. Neiging om te willen bereiken
4. Neiging om te willen delen
5. Neiging om te willen innoveren
6. Neiging om te willen weten
Zoeken naar wetenschappelijke bronnen om antwoord te krijgen op de vraag: ‘hoe het beste
te handelen’
CAT
- Critically
- Appraised
- Topic
- Systematische samenvatting van de meest recente literatuur aan de hand van een
klinische vraag volgens een vastgestelde procedure
Inschatten wat de bewijskracht is van verpleegkundige richtlijnen/protocollen
Richtlijnen/protocollen maken gebruiken van het best beschikbare bewijs
Zorginnovatie & Ondernemerschap
, ZO 4.1 Acceptatie van innovaties
Aan de hand van de productielevenscyclus een innovatie analyseren
Productlevenscyclus
Vijf fasen
1. Ontwikkeling
Product wordt ontwikkeld, diverse ideeën, geen vaste vorm.
2. Introductie
Voorlopig product, aanpassingen nog gedaan.
3. Groei
Markt begint te groeien, laatst verkregen aanpassingen worden gedaan.
4. Volwassenheid
Product volledig ontwikkeld, hoogst aantal verkochte artikelen
Bestaand product innoveren om neergang voorkomen
5. Neergang
Meeste mensen product gekocht, niet meer bijzonder.
Innovators
- Worden gedreven door het nieuwe in innovatie risiconemers
Early adopters
- Degenen die als eerst nieuwe product aanschaffen.
- Is innovatief en open voor veranderingen.
Early Majority
- Moeten voordelen begrijpen, willen geen risico nemen.
Late majority
- Houdt niet van verandering, heeft vaak veel weerstand.
- Persoonlijkheidskenmerk: conservatief.
Laggards
- Achterblijvers, tegen de innovatie en doen alles aan om het niet te hoeven
gebruiken.
Waarom falen innovaties?
- Klanten beoordelen een innovatie aan de hand van een referentiepunt