HC 1 – Introductie en het recht op een eerlijk proces
Waarom zijn mensenrechten zo van belang juist in het strafrecht? Doordat er dwangmiddelen kunnen worden toegepast,
het maakt een inbreuk op je individuele vrijheid. Mensenrechten zijn er ook om ons al verdachten te beschermen tegen de
grote macht van de staat, maar ook om slachtoffers te beschermen. Repressieve vorm van recht, zware sancties en
dwangmiddelen mogelijk, er zijn ook veel mogelijkheden, mensenrechten zijn bijna nooit absoluut, maar het is wel van
belang om heel goed te motiveren en te toetsen waarom bepaalde beperkingen soms noodzakelijk zijn.
- Waarom hebben we het niet over grondrechten? Vb. recht op privacy en bescherming van de persoonlijke
levenssfeer. Zijn natuurlijk ook van belang in het strafproces, maar door het toetsingsverbod is de concretisering
van die grondrechten voor ons strafrecht dat die minder concreet zijn gemaakt dan vergelijkbare mensenrechten
in vb. het evrm. Dus ze zijn wel van belang. Een aantal jaar geleden voorstel ingediend om het recht op een eerlijk
proces op te nemen in de gw, aangenomen in eerste lezing, tweede moet nog komen. Dus speelt wel, maar iets
meer symbolische functie.
- Focus op evrm en eu recht, maar er is ook meer, europa is natuurlijk niet enige continent die hiermee bezig is, ook
amerika en afrika etc.
- Materieel strafrecht komt in verdiepend strafrecht al aan de orde, daarom focus op strafprocesrecht
Let op! Evrm en eu zijn niet hetzelfde! (evrm groter)
Invloed evrm op nederlands strafprocesrecht
Door zaken tegen nl (vb. keskin vs. nl), door zaken tegen andere landen (vb. salduz vs. turkije), artikel van myjer hij was
rechter bij ehrm, hij zegt het is duidelijk dat in nederland meestal gehoor wordt gegeven op het gebied van het ehrm,
nederland gaat er serieus mee aan de slag als er iets veranderd moet worden aan ons strafproces obv ehrm ontwikkelingen,
zijn ook uitzonderingen zoals levenslange gevangenisstraf, weinig mee gedaan, nederland sterk in het propageren van
mensenrechten over heel de wereld, ehrm oordeelt meestal in een specifieke zaak niet algemeen, maar in keskin vs.
nederland stiekem wel een beetje, dat er iets in het nederlands systeem moet veranderen, als je het niet verandert loop je
het risico om steeds opnieuw veroordeeld te worden door het ehrm wegens een schending. Voorbeelden waarvan de
rechtspraak van het hof een duidelijk invloed heeft gehad op het nederlandse strafrecht : dwangmiddelen vb. op het gebied
van privacy telefoontappen etc, ook brogan vs. vk: de rechter commissaris moet nu op het moment dat iemand zijn vrijheid
is benomen moet een verdachte voor de rc worden voorgeleid en moet die vrijheidsbeneming worden getoetst door een
rechter binnen 3 dagen en 18 uur, vinden we heel normaal, onafhankelijke autoriteit, maar komt dus door die uitspraak
want eerst was dit niet in het nederlandse strafrecht, ook zogenaamde engel criteria, zaak engel vs. nederland: een militaire
tuchtzaak over dienstweigering, administratieve boete opgelegd, daarvan zei het nederlandse recht tot dan toe dan is er
geen sprake van een criminal charge art. 6 evrm dan gelden er specifieke mensenrechten, maar volgens nederland gold dat
alleen in het strafrecht want criminal charge, ehrm zei maakt niet uit hoe je het labeld, maar je moet inhoudelijk kijken, wat
gebeurt er, hoe hoog is de sanctie, wat is de overtreden norm, als het punitief is dan alsnog de rechten zoals
onschuldpresumptie etc van belang, ook verkrachting binnen het huwelijk, ook salduz vs. turkije
Invloed eu op nederlands strafprocesrecht
Eu had eerst nauwelijks invloed in het strafrecht, nu wel meer, niet direct maar wel vb. via richtlijnen die geïmplementeerd
moeten worden, ook handvest van de grondrechten op eu niveau en daar staan ook aantal belangrijke
grondrechten/mensenrechten in, richt zich aan de eu instellingen voor zover de lidstaat het eu recht toepast , dan moeten
die rechten worden gerespecteerd, steeds meer eu instrumenten die zien op veel verschillende grondrechten, vb. recht op
advocaat, regels over dataprotectie etc. veel regels die direct of indirect ons strafrecht raken en dat dan vervolgens ook het
handvest van toepassing is, dus eigenlijk stiekem is de invloed van het handvest vrij groot, in artikel ouwerkerk en verrest
zie je kritiek op de manier waarop de nederlandse rechter en wetgever daar eigenlijk nog heel weinig aandacht voor
hebben gehad tot nu toe, maar het is wel belangrijk om het handvest mee te nemen omdat het vaak verder gaat dan het
evrm, vb. een heel expliciet recht in opgenomen en in evrm wat algemener. Waarom heeft de eu zoveel richtlijnen nog erbij
gemaakt en hierin specifieke rechten in op te nemen? Dat je niet meer pick and choose doet op algemene regels maar als er
een specifieke regels over is deze toepast, ook voor harmonisatie in de eu, lidstaten beter te laten samenwerken, ook voor
overlevering etc., handig om sommige dingen heel duidelijk en expliciet te regelen zodat we weten alle landen in de eu
hebben dit zo geregeld, wekt ook vertrouwen in lidstaten in elkaar, wederzijds vertrouwen, erkenning moet ergens op
gebaseerd zijn, maar richtlijnen gelden ook voor puur nationale zaken
Recht op een eerlijk proces
Wat er niet letterlijk in staat maar wel door het hof wordt ingelezen is: de equality of arms (beide partijen zelfde positie in
zaak, evenveel rechtsmiddelen/mogelijkheden), het recht om je eigen zaak te mogen bijwonen, nemo tenetur, advocaat bij
politieverhoor, bewijsrecht (ook art. 6 lid 2 evrm onschuldpresumptie), positieve verplichting tot geschillenbeslechting,
verbod van uitlokking, rechtsmiddelen, hoger beroep etc.
Lid 1 is algemeen en ziet niet per se op strafzaken maar lid 2 en 3 wel, er valt veel onder
Lid 2 onschuldpresumptie
Lid 3 aantal rechten:
d. Ondervragingsrecht, in de rechtspraak wel verschil tussen prosecution witnesess en defence witnesess, gezien in keskin.
,Rechtsbijstand politieverhoor – ontwikkelingen evrm en eu
Het gaat om de vraag of de autoriteiten bij of vanaf het eerste politieverhoor van een verdachte zogenaamde
consultatiebijstand/verhoorbijstand door een advocaat moeten bieden, dus of de verdachte recht heeft op dat soort
bijstand vanaf het eerste politieverhoor. Consultatiebijstand> vooraf aan het verhoor. Verhoorbijstand> dat de advocaat er
ook bij is en vragen kan stellen en opmerkingen kan maken. Nederland had voor salduz een systeem waarin beiden geen
rechten van de verdachte waren, was gericht op verkrijgen van bewijs, men wilde dat niet kwijt, dan gaan ze niks meer
zeggen, na salduz wel gedwongen, daar kwam uit dat er wel consultatiebijstand moest zijn en als dat niet was dat er zelfs
bewijsuitsluiting kon plaatsvinden, maar geen verplichting tot verhoorbijstand behalve bij minderjarigen. OM aanwijzing
rechtsbijstand politieverhoor om dit allemaal mogelijk te maken. Waarom is het belangrijk dat er een advocaat bij het
eerste politieverhoor van de verdachte kan zijn? Verdachte weet niet altijd welke rechten hij heeft, weet ook niet hoe hij
zich moet opstellen, mogelijke gerechtelijke dwalingen, verhoren die te ver gaan en iemand iets bekent dat die wel of niet
heeft gedaan onder druk, onmenselijke behandeling art. 3 evrm, bescherming tegen grote staatsmacht, voorkomen dat
mensen gaan meepraten met politie die misschien niet per se zo zijn.
Jurisprudentie na aanvaarding Richtlijn:
• HR 1 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:770
AG Spronken: EHRM-rechtspraak + aanvaarding RL 2013/48/EU is reden om verdachten nu al recht op verhoorbijstand toe
te kennen
HR: RL geen rechtstreekse werking + taak voor de wetgever
• HR 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3608
AG Knigge: stel prejudiciële vragen aan HvJ
HR: geen belang, voldoende bewijs zonder bekennende verklaring
Maar: ivm casuïstische rechtspraak EHRM vanaf nu wel recht op verhoorbijstand. Toepassing vanaf 1 maart 2016.
Recht op toegang tot een advocaat en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming
en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming (RL 2013/48)
In art. 3 lid 3 onder b van de richtlijn staat:
Het recht op toegang tot een advocaat houdt het volgende in: de lidstaten zorgen ervoor dat de verdachten of beklaagden
het recht hebben dat hun advocaat bij het verhoor aanwezig is en daaraan daadwerkelijk kan deelnemen. Deze deelname
geschiedt overeenkomstig procedures in het nationale recht, mits die procedures de daadwerkelijke uitoefening en de
essentie van het desbetreffende recht onverlet laten. Wanneer een advocaat aan het verhoor deelneemt, wordt het feit dat
dergelijke deelname heeft plaatsgevonden, geregistreerd door gebruik te maken van de registratieprocedure
overeenkomstig het recht van de betrokken lidstaat.
In o.v. 25 van de preambule staat:
De advocaat kan tijdens een verhoor van de verdachte of de beklaagde door de politie of een andere
rechtshandhavingsautoriteit of rechterlijke instantie, alsmede tijdens een hoorzitting voor de rechtbank, overeenkomstig die
procedures onder meer vragen stellen, verduidelijking vragen en verklaringen afleggen, die dienen te worden geregistreerd
overeenkomstig het nationale recht.
• Nederlandse wetgeving ter implementatie:
Wet 1 maart 2017 in werking getreden: nieuw art. 27d-e; 28a-e Sv etc.
Besluit inrichting en orde politieverhoor
• Vergelijking NL implementatie met Richtlijn (Art. 3 lid 3 Richtlijn 2013/48)
• Hof van Discipline (advocatentuchtrecht)
In het besluit staat wat de advocaat allemaal wel en niet mag doen, discussie of dat besluit wel voldoet aan de richtlijn, of
de advocaat ogv dat besluit niet te weinig bevoegdheden heeft om actief vragen te stellen, mag alleen begin en eind
ofzoiets? Dus restrictief geformuleerd. Gaan wij wel ver genoeg? Is dat recht dan wel effectief? Bij hof van discipline naar
voren gekomen, gaat over advocatentuchtrecht: gaat over een advocaat, hij maakte delegerende opmerkingen zoals wat is
dat nou voor vraag, ik kon beter gaan golfen etc. Hij zei ik vind het een schattige vraag aan een verdachte, verhoor ondanks
10 waarschuwingen onderbroken, manier waarop, hij werd gezien als irritant door de politie, deken heeft de zaak
aangespannen en de raad vond inderdaad dat hij de regels voor advocaten had geschonden en te ver was gegaan, hij ging in
beroep en zei wat ik heb gedaan in dit verhoor moet worden getoetst aan eu richtlijn 2013/48 en niet aan het besluit want
die gaat niet ver genoeg, ik mag gewoon vragen stellen waar ik wil, ik heb dat recht en ik moet voor de belangen van mijn
cliënt gaan staan, ging ook over geheimhoudingstukken, dus niet handig dat bepaalde dingen worden gezegd, het hof van
discipline geeft hem gelijk maar gaat niet expliciet in op de richtlijn, maar zegt wel dat van een advocaat een actieve
houding mag worden verwacht, dat hij echt de verdedigingsrechten van zijn cliënt bewaart, zeker eentje die in voorlopige
hechtenis zit, hij mag een actieve bijdrage leveren aan het verhoor en hij mag ook ingrijpen als hij dat nodig vindt en in het
belang van de cliënt, dus het hof zit ook meer op de lijn van brede bevoegdheden van de richtlijn en niet de nauwe
bevoegdheden van het besluit.
Om zelf over na te denken: nu met corona zijn de mogelijkheden en manier tot een advocaat beperkter, zie artikel
mommers en francot, mag/kan dat? Er is geen noodsituatie uitgeroepen.
,Ondervragingsrecht getuigen - Keskin
Interessante zaak, niet alleen inhoudelijk, maar ook typisch zo een zaak waarin nederland zo lang een eigen koers is blijven
varen, ondanks dat volgens heel veel mensen het ehrm echt wel duidelijk was dat men in nederland te snel
getuigenverzoeken (om getuigen op zitting te horen) afwees, nadruk ligt vooral op verhoor door de politie van een
verdachte, maar ook voor een getuige geldt dat de nadruk ligt op dat vooronderzoek, en de politie die de getuigen al heeft
gehoord, dat is een beetje de standaard in ons systeem, en dat ze ook nog op zitting worden gehoord zodat de verdachte
bv. nog aanvullende vragen kan stellen of kan toetsen dat het betrouwbaar is wat die getuige zegt dat is eigenlijk meer de
uitzondering, we hebben dat sinds het de auditu arrest (onmiddellijkheidsbeginsel: al het bewijs moet onmiddellijk op de
terechtzitting worden geproduceerd en besproken) enorm losgelaten, zitting is meer een verificatie van het dossier,
redelijke termijn alles afdoen/efficiëntie, alles op zitting is meer in amerika daarom zo dramatisch, bij ons meer dossier
panklaar op zitting, soms kan je ook afvragen als een advocaat dan in hoger beroep eindelijk met een punt komt dat echt
allang gemaakt had kunnen worden, waarom dan hier pas of zo laat, los daarvan is het echt van belang dat wanneer iemand
tegen jou heeft getuigd dat je die persoon vragen kunt stellen, al voor keskin is daar een toetsingskader voor gekomen en
dat is door het ehrm al in een paar andere zaken voor keskin opgesteld:
Pre-Keskin:
1. goede reden voor het niet horen van de getuige en daarmee het toelaten van de eerder afgelegde verklaring?
2. gewicht dat de getuigenverklaring in de schaal legt: ‘uitsluitend of in beslissende mate’ gebaseerd op de verklaring van de
niet ondervraagde getuige?
3. Zijn er compenserende factoren?
1. Denk aan getuige is overleden, maar ook hele kwetsbare jonge slachtoffers wiens welzijn wordt geschaad door te
getuigen
2. Van groot belang dat je diegene dan kunt ondervragen
3. Voor het feit dat je die getuige niet kunt vragen, daarbij kun je denken aan dat bv. een deskundige een rapport
maakt over hoe betrouwbaar is deze getuige door wat hij tot nu toe heeft verklaard
Nederland interpreteerde dit toch op een vrij strikte manier waarbij heel snel allerlei compenserende factoren voldoende
waren om te overrulen, dus die eis van de goede reden werd niet altijd heel serieus genomen en er werd vooral van de
verdediging verwacht dat ze altijd goed moesten onderbouwen/motiveren waarom een bepaalde getuige op zitting alsnog
moet worden gehoord, dat mag je dus bij een belastende getuige van het ehrm dus niet doen, dat heeft het ehrm met
keskin duidelijk gemaakt en nog een heleboel meer, zie artikel en conclusie ag.
HC 2 – Het nemo tenetur-beginsel
Nemo teneturbeginsel: recht van verdachte om niet gedwongen te worden om mee te werken aan eigen veroordeling, het
recht om gevrijwaard te blijven van zelfbeschuldiging.
Waar is dit geregeld?
Kennen we zo een recht in het Nederlands recht? Nee, niet als zodanig, maar in art. 29 lid 1 sv is het pressieverbod en lid 2
het zwijgrecht. Neemt niet weg dat het nemo tenetur beginsel in Nederland niet geldt. Wel op Europees niveau? Als we
kijken naar art. 6 evrm zien we van alles staan, maar niet het recht tegen gedwongen zelfincriminatie, dus nee niet als
zodanig, maar neemt niet weg dat het ehrm heeft gezegd (voor het eerst in zaak funke, toen ook saunders toen ook
ibrahim uk) dat recht om niet gedwongen om aan de veroordeling mee te werken kan wel worden afgeleid van art. 6 evrm ,
sterker nog het vormt mede de kern van het recht op een eerlijk proces, dus het ehrm leest dat beginsel in in art. 6 evrm in
het recht op een eerlijk proces, en waar gaat het dan om bij dat nemo tenetur beginsel volgens het hof: primair gaat het
erom dat de vervolgende overheid moet de wil van de verdachte om niet mee te werken en te zwijgen respecteren en
daaruit vloeit voort dat het om in strafzaken zelfstandig het bewijs tegen die verdachte moet verkrijgen zonder daarbij
toevlucht te zoeken in allerlei methoden van dwang die die wil van verdachte om niet mee te werken niet respecteren.
Nemo tenetur is in beweging, wordt veel over gediscussieerd, focust zich op 2 thema’s:
- de grondslagen (ook wel ratio of rechtsgronden genoemd, wat is de achterliggende grondslag van dat beginsel,
waarom hebben en willen we dat en welke mate van rechtsbescherming rechtvaardigt die grondslag)
- criteria (wat is een werkbaar criterium voor de toepassing van het nemo tenetur beginsel in individuele
strafzaken), bekend met het saunders criterium, het nemo tenetur beginsel ziet in principe niet op
bewijsmateriaal wat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat, maar wat betekent dat criterium nou
precies en is het wel overtuigend genoeg in het licht van jurisprudentie na het saunders criterium
1. Grondslagen
Autonomie
Art. 6 evrm, wat zegt nu het ehrm daarvan? Die grondslagen liggen onder meer in 1. het tegengaan van ongeoorloofde
dwang, dus het tegengaan van dwangmiddelen die een ongeoorloofd niveau van dwang opleveren tav verdachte en
daarmee samenhangend 2. het tegengaan van gerechtelijke dwaling. Dit zijn de grondslagen van het ehrm.
Maar als we kijken naar het Nederlands recht/literatuur dan zien we dat er een samenspel is van 3 verschillende
grondslagen: 1. voorkomen van ongeoorloofde dwang, 2. tegengaan van gerechtelijke dwaling en 3. autonomie. Het
, respecteren van de autonomie van de verdachte, soms ook procesautonomie genoemd, dus verdachte niet dwingen om
tegen zijn wil in allerlei info naar voren naar brengen die hem mogelijk kan incrimineren.
Dit samenspel van grondslagen is lange tijd geaccepteerd, maar recentelijk is door verschillende auteurs gewezen op
veranderende, veilige en betrouwbare onderzoeksmethoden, vaak technologisch/digitaal (artikel van toor), die misschien
die eerste twee grondslagen wat nuanceren. Focus verschuift. We kunnen veel doen met internetgedrag, telefoon etc. Is
heel betrouwbaar en mate van dwang valt mee, smartphone ontgrendelen. Wel inbreuk op iemands autonomie en privacy.
Dus de eerste twee grondslagen worden wat minder relevant tegenwoordig, maar toch iets meer nadruk op autonomie.
Recentelijk voorgesteld om het nemo tenetur beginsel sterker te funderen op autonomie en privacy.
Overtuigen deze grondslagen als primaire grondslagen van het nemo tenetur beginsel? Groenhuijsen en Knigge zeiden
allebei: “Die onuitgesproken ratio zou in essentie neerkomen op ‘respect for human dignity and autonomy’. Dat respect zou
vereisen dat elke verdachte ‘completely free’ moet zijn ‘to decide which attitude he will adopt with respect to the criminal
charges against him’. [Het] kan betwijfeld worden of een dergelijke brede en onbepaalde grondslag een zo absolute claim
op vrijheid kan dragen”. Ze verwezen hierbij naar rechter Martens en die zei in zijn descenting opinion bij arrest Saunders:
‘’it’s weight should not be exaggerated’’. Hij zei menselijke waardigheid en autonomie hebben een absoluut deel, op een
gegeven moment mag je niet verder ingrijpen in iemands autonomie, althans niet gelegitimeerd, maar tegelijkertijd is het in
het strafrecht juist van belang dat we voor een bestrijding van bepaalde criminaliteit juist wel sommige verdachten kunnen
dwingen om in meer of mindere mate toch een bijdrage kunnen leveren aan het boven tafel krijgen van die materiële
waarheid, "Human dignity and autonomy" have an absolute ring, but in our modern societies it must remain possible to
protect the community against forms of crime, the effective combating of which makes it imperious to compel (specific
categories of) suspects to cooperate in bringing about their own conviction.”, en als we autonomie als grondslag nemen van
nemo tenetur dan sluiten we eigenlijk die mogelijkheid daarmee uit, want dan zeggen we via art. 6 evrm je mag in principe
geen inbreuk maken op iemands autonomie om daarmee bewijsmateriaal te verkrijgen dat die verdachte mogelijk belast,
en tegelijkertijd willen we dat juist wel doen. En dat doen we ook, want net als over ontgrendelen smartphone, raad zei
onlangs nog dat is geen probleem in het licht van nemo tenetur, hetzelfde geldt om verplicht deel te nemen aan een oslo
confrontatie en ook het blazen voor een alcoholtest is evident dat al deze onderzoeksmethoden inbreuk maken op iemands
autonomie en toch zijn dit typisch die methoden die geen bescherming uitlokken van nemo tenetur. Dat is een argument
om te zeggen als je autonomie als primaire grondslag zal nemen van nemo tenetur dat al die onderzoeksmethoden die
inbreuk maken op iemand autonomie dat die daarmee onder de reikwijdte van nemo tenetur vallen en daarmee in principe
ook het recht op een eerlijk proces, waar nemo tenetur onderdeel van is, bedreigen of misschien zelfs zullen schenden in
individuele zaken. Rek je dan de reikwijdte van dat strikte nemo tenetur beginsel niet te ver op? Van Toor zegt: “Door elke
verkrijging van niet eerder geopenbaarde persoonlijke informatie, die normaliter alleen kan worden verkregen als de
verdachte spreekt, te beschouwen als een verklaring, blijft de waarde van het zwijgrecht en daarmee ook de autonome
keuze in het proces intact.” Dus bijvoorbeeld persoonlijke data, we moeten doen alsof dat een verklaring is, want anders
had het niet verkregen kunnen worden, daardoor is nemo tenetur van toepassing en daarmee blijft de waarde van het
zwijgrecht en ook de autonome keuze van een verdachte in het strafproces van kracht. Hij vindt dus belangrijk dat die
autonome keuze van de verdachte in het strafproces in tact en gerespecteerd blijft, het is niet aan verdachte om belastende
info naar buiten de brengenen persoonlijke informatie blijft zo beschermd.
Privacy
Van Toor zegt de kern van wat we willen beschermen met nemo tenetur moet privacy zijn, want met de opkomst van de
digitale onderzoeksmethoden maken we aan de lopende band inbreuk op iemands privacy om met diezelfde info de
verdachte te belasten, dat zou niet moeten mogen en hoe kunnen we dat tegengaan, door privacy als grondslag te nemen.
Lambrigts zegt: “the privacy rationale is not carried to the end of its logic: for example, in a divorce case people may be
obliged to disclose facts that they would rather keep to themselves”, er zijn zoveel zaken waarin mensen info aan de
overheid moeten geven terwijl ze dat niet zouden willen, vb. scheidingszaken, ook inbreuk op privacy en daar geldt geen
nemo tenetur, een ander voorbeeld is ook het belastingrecht, ook veel info geven. Jackson en Summers zeggen: “persons
are protected in the criminal process, although not in an absolute way, by a right to privacy and (...) arguably under Article
10 by a general right of silence. So what is it that justifies the additional protection from being required to incriminate
oneself within the criminal process?”, we hebben toch privacywetgeving, art. 8 evrm, het recht op privacy en deels ook in
art. 10 evrm vrijheid van meningsuiting en ook om info niet te delen, als privacy de grondslag zou zijn van nemo tenetur,
waarom hebben we het nemo tenetur beginsel dan vorm gegeven onder art. 6 evrm , privacy is toch de kern van art. 8 evrm
en kenmerkend voor privacy is toch dat bij vb. afname dna materiaal dat dat een inbreuk maakt op privacy, maar dat zo een
inbreuk onder bepaalde voorwaarden ook weer kan worden gerechtvaardigd onder lid 2, dus als het recht op privacy al
gegarandeerd is in art. 8 evrm of art. 10 evrm, wat rechtvaardigt dan via privacy die extra strikte bescherming via nemo
tenetur beginsel in het straf(proces)recht? Dat is ook een argument om op te werpen tegen dat privacy als grondslag van
nemo tenetur moet worden gezien. In artikel Ligthart wordt gezegd het is toch ‘normaal’ dat er inbreuk wordt gemaakt op
iemands privacy en autonomie in het strafrecht met al die dwangmiddelen?
Wat is nou kenmerkend voor het maken van een inbreuk op iemands privacy en autonomie en zeker in het strafprocesrecht
is dat het altijd vraagt om een afweging van belangen, kan die inbreuk op privacy of autonomie gerechtvaardigd worden
met oog op waarheidsvinding/criminaliteitsbestrijding/belang van slachtoffers? Art. 8 evrm biedt daar een kader voor, lid 2.
Nemo tenetur beginsel art. 6 evrm biedt daar wel aanzienlijk minder ruimte voor . Arrest Bykov/Rusland: publieke algemene
belangen kunnen niet een inbreuk op het recht op een eerlijk proces rechtvaardigen en in ieder geval niet als het gaat om
een privilege against self incrimination. Deze overweging beperkt juist de mogelijkheid om de publieke en individuele