Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het effect van speciaal muziekonderwijs op executieve functioneren bij kinderen
Naam: Deborah van Vliet
Studentnummer: 852243526
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: 28 november 2020
,Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
In dit onderzoek is er gepoogd antwoord te krijgen op de vraag of muziekonderwijs (MO)
effect heeft op het executief functioneren van kinderen. Er bestaan sterke vermoedens dat
muziekonderwijs de ontwikkeling van executief functioneren stimuleert (Särkämö et al.,
2014). De vraag bestaat of het type muziekonderwijs: speciaal muziekonderwijs (SMO) en
regulier muziekonderwijs (RMO) daarin verschil maakt én in welke frequentie het executief
functioneren het meest wordt gestimuleerd. In dit onderzoek zijn de condities regulier
muziekonderwijs (RMO) en speciaal muziekonderwijs (SMO) meegenomen, waarbij ook de
frequentie van muziekonderwijs (laag, middel, hoog) is onderzocht. De resultaten zijn
verkegen door middel van een quasi-experiment waarbij muziekonderwijs en frequentie van
het muziekonderwijs de onafhankelijke variabelen waren, ook wel predictors genoemd. Het
executief functioneren nameting (EF_t1) werd in deze gemanipuleerd.
De basisscholen in Nederland zijn willekeurig geselecteerd en werd groep vier van de
basisschool onderzocht. De steekproef in dit onderzoek bestaat uit 429 respondenten
waarvan 217 mannen waren en 212 vrouwen. De respondenten zijn onderverdeeld over de
bovenstaande beschreven condities. Door middel van een 2x3 factoriële ANCOVA zijn de
resultaten verkregen. De voormeting op het executief functioneren (EF_t0) is meegenomen
als covariaat. De beschreven alternatieve hypotheses worden aangenomen, omdat er een
zichtbaar positief effect te zien is op de manipulatie. Er is een positief effect gevonden tussen
SMO en het executief functioneren, daarbij bleek er ook een positief effect met een hoge
frequentie MO op het executief functioneren. Vervolgens werd er bij het interactie-effect van
SMO en de frequentie (hoog) ook een positief effect gezien.
Samengevat kan er gezegd worden dat als de onderwijssector het executief functioneren
van de kinderen wil stimuleren, SMO hoogfrequent belangrijk is. Ook zijn er vermoedens dat
er een belangrijke samenhang is met het cognitief en executief functioneren én het
verminderen van leerachterstanden engedragsproblemen bij kinderen. Het is wenselijk om
hier vervolgonderzoek naar te doen om het effect hiervan vast te stellen.
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioneren bij kinderen
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij
kinderen (Jaschke, Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden,
Kreutz, & Bongard, 2012). Executieve functies hebben betrekking op een palet aan
vaardigheden (zoals plannen en zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee,
2011). Hoewel er nog veel discussie is over de precieze conceptuele definitie van dit begrip,
is er consensus over het belang van dit begrip voor het leren en de ontwikkeling van
kinderen, wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren (Blair & Raver, 2015;
Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en
actieve klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de
executieve functies verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017).
Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot les vormen waar leerlingen aangemoedigd worden om
meer te bewegen in plaats van stil te zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo
is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om
de theorie te toetsen dat actieve participatie de executieve functies verbeteren. De
veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de ontwikkeling van executief
functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante gebieden in het
brein activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief functioneren
(Särkämö et al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een causaal
verband tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Ook zijn generalisaties
moeilijk te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd muziektraining
bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017), vocale training
(Bialystok & Depape, 2009), gestructureerd muziekonderwijs in school (Jaschke et al., 2018)
en als luisteren naar muziek (Moreno et al., 2011).