Begrippen
abolitionism; een politiek en criminologisch perspectief die pleit voor radicale transformatie /
vervanging van de moderne vormen van straf door een meer reflexieve en veelzijdige benadering
geschikt om een beter inzicht te krijgen in dominante ideologische constructies van criminaliteit.
→ HC1: Louk Hulsman:
De mensen die door de samenleving in de steek zijn gelaten, mogen niet definiëren wat
criminaliteit is. Hebben niet de meeste stem namelijk, machtsprocessen bepalen wat crimineel is.
Criminaliteit heeft geen ontologische waarheid, bestaat niet uit zichzelf zomaar. Is een sociale
constructie: misdaad is het product van het strafrechtelijke beleid door de staat
accountability: De manieren waarop organisaties en personen verantwoordelijk worden gezien
voor hun beleid en dagelijkse activiteiten, wordt uitgevoerd door interne en externe mechanisme.
acquisitive crime: Een term om economisch gemotiveerde misdaad te categoriseren, zoals diefstal
en overval.
actuarial justice: Term van Malcolm Feelay en Jonathan Simon, probeert een aspect te
karakteriseren als gevolg van de wetgeving en strafrecht. De term stamt af van 'actuary', wat een
statisticus is die werkt voor een verzekering die risico's en premies berekent. Actuarial justice stelt
dus dat er een vorm van gerechtigheid is gebaseerd op berekenen van risico's en het statistische
gebruik van data uit het verleden om de kans op toekomstige gebeurtenissen te voorspellen.
–> Criminoloog Marcus Felson: misdaad moet niet gezien worden als een uitzonderlijk deel van het
menselijk leven, maar een routine activiteit, dat zal gebeuren als er een gemotiveerde overtreder is,
criminele mogelijkheden en een afwezigheid van een beveiliger.
Hij (Felson) en andere rationale keuze theoristen → de potentiële misdadiger is een soort
menselijke calculator, weegt de voordelen en nadelen af, iedere dag is dus een kans voor winst of
verlies. Net zoals een iPhone is makkelijk te stelen iedere dag.
Civilizing process; geweld neemt niet toe,maar af door mondialisering proces. Door dat we in
toenemende mate onderling afhankelijk worden van elkaar, zullen we ons netter moeten gedragen.
Steeds beter gemanierd, en toename tegen geweld en wreedheid.
Steeds groter wordende sociale interacties, zelfbeheersing en daarmee afname in interpersoonlijk
geweld door pacificatie van de samenleving als gevolg van sociale onderlinge afhankelijkheid en
nationale centralisatie, Hij noemde de medemens; figurations. Hij ging dus in tegen het idee dat
industrialisatie en urbanisatie geweld verhoogde.
corporate crime: illegale handelingen of daden, strafbaar door de Staat, onder administratieve,
civiele of criminele wetgeving die het gevolg is van bewuste besluitvorming van verwijtbare
nalatigheid in een legitieme formele organisatie. In een legitieme, formele werk organisatie, gedaan
in overeenstemming met de normatieve doelen, standaard procedures en/of culturele normen van de
organisatie, en zijn bedoeld om de corporatie te baten. → HC 5
Crime count: het aantal delicten die plaatsvinden op een bepaalde tijd en gebied, zoals: aantal
, overvallen in Engeland per jaar.
Crime flux: Definieert de criminaliteit als een product van de prevalentie slachtoffers in de
populatie, en de frequentie waarmee zij slachtoffer worden.
JOHO 1: De criminaliteitsflux biedt zo een complexer en completer beeld van criminaliteit. Het
helpt beleidsmakers om te identificeren welke component van de criminaliteitsflux de meeste
aandacht verdient.
Crime frequency: Hoe de aantallen van strafbare feiten verdeeld zijn over de populatie, bv:
hoeveel mensen zijn slachtoffer en hoe vaak.
Joho 1:Als de criminaliteitscijfers als een frenquentiedistributie worden neergezet, kunnen twee
eigenschappen opgemerkt worden. Ten eerste is misdaad zeldzaam: de meerderheid geeft aan nooit
slachtoffer te zijn geweest van misdaad. Ten tweede is de variatie ontzettend groot. Zo zijn er veel
meer meervoudige slachtoffers dan men op basis van een normaalverdeling zou verwachten en ook
veel meer mensen die nooit misdaad hebben meegemaakt dan men zou verwachten.
Crime rate: De meting die een index geeft van misdaad in een bepaalde jurisdictie voor een
specifieke tijdsperiode.
Crime statistics: de rekeningen die de Staat stelt van de acties van de agentschappen met
betrekking tot de handelingen die de wet verbiedt
Crime victim:Victim is complex en dynamisch begrip, is een identiteit en een sociale term of
constructie. Wordt vaak gebruikt in verband met misdaad, maar ook voor iemand die ongeluk heeft.
Crime victimization surveys: Steekproeven van algemene populaties die een schatting, beschrijving
en vekrlaring proberen te geven van de verdeling van slachtofferschap.
Criminaliteit slachtofferschap surveys meten niet alle misdaad, door:
Zijn surveys van privé personen, misdaad tegen organisaties zijn er niet bij betrokken
Steekproef-selectie bias.
Slachtoffers kunnen zich onbewust zijn van een misdaad
Geografische verspreiding, in 1 gebied veel meer misdaad → representativiteit
Crimes of the powerful: Misdaad door Staten, bedrijven en machtige individuen sleuteleffect is
om de criminologische blik om te draaien, en weg bij de relatief machteloze.
HC 5 → power crimes: macht geeft vrijheid (kan dingen verborgen houden er is weinig controle op
jou), bronnen (geld, netwerk, kennis) en controle (controle over de media en over mensen).
Criminal law: Dit is de regulering van het gedrag door de oprichting van strafbare feiten - wetten,
gemaakt door het parlement, die verbieden bepaald gedrag en leggen straffen neer.
Criminilogical psychology: Subdiscipline die tussen psychologie en criminologie in ligt probeert
psychologie toe te passen om crimineel gedrag te verklaren.