Inleiding Diagnostiek
Leerdoelen
De plaats van diagnostiek binnen het hulpverleningsproces benoemen
Benoemen hoe het diagnostisch proces methodisch verantwoord vorm te geven is
Benoemen hoe de regulatieve cyclus, de diagnostische cyclus en het diagnostisch
stroomschema zich verhouden tot elkaar en tot de empirische cyclus
De fasen in en opzet van een diagnostisch onderzoeksproces herkennen, uit kunnen leggen wanneer welke
vorm van diagnostiek (onderkennend, verklarend of indicerend) is aangewezen en hoe dit praktisch kan
worden vormgegeven.
De plaats van classificatiesystemen zoals DSM 5 binnen de diagnostiek aanwijzen en
kritisch reflecteren op de betekenis en rol van classificaties.
Aangeven wanneer en hoe verschillende onderzoeksmethoden en informatiebronnen
te gebruiken zijn en reflecteren op specifieke sterktes en zwakten van deze verschillende
onderzoeksmethoden en bronnen.
Voor de belangrijkste aandachtsgebieden in de diagnostiek bij kinderen en adolescenten op beginnend
niveau de mogelijkheden en beperkingen van diagnostisch onderzoek weten
De belangrijkste juridische en ethische aspecten van rapportage en dossiervorming rondom diagnostisch
onderzoek kennen
,Hoorcollege 1 – Inleiding
Doelstelling van de cursus
Leren hoe je op gestructureerde, analytische en transparante wijze (eventuele) problemen van kinderen en
adolescenten in kaart kunt brengen en oplossingsrichtingen daarbij kunt voorstellen
Diagnose
Door kennis
Onderscheiden
Uitspraak over samenhang tussen oorzaken (etiologie), ontstaan (pathogenese), symptomatologie en beloop
Diagnostiek om vragen te beantwoorden
Is dit normaal? Zou er sprake kunnen zijn van een bepaald (emotioneel) probleem? Is sprake van Autisme?
Hoe groot is de ontwikkelingsachterstand?
Lijdt dit gezin? Kan dit gezin gebruik maken van steun van het sociale netwerk?
Heeft deze behandeling het gewenste effect?
Diagnostische vraagstellingen
1. Wat is er aan de hand? Onderkenning
a. Informatieverzameling -> dossieronderzoek, informanten, gesprekken, observaties, tests en
vragenlijsten
b. Is er sprake van Autisme/depressie?
2. Hoe komt dat? Verklaring
3. Hoe gaat dit zich verder ontwikkelen? Predictie
a. Wat zal er gebeuren als we wel of niet ingrijpen?
4. Wat kunnen we eraan doen? Indicatie
5. Zijn problemen voldoende verminderd? Evaluatie
Alledaagse vs. professionele diagnostiek
Specifieke relatie tussen hulpverlener en hulpvrager
Specifieke kennis
Specifieke vaardigheden van de hulpverlener op methodisch, diagnostisch en therapeutisch gebied
Psychodiagnostiek
1. “Psychodiagnostiek is het onderzoek dat wordt verricht naar het psychosociaal functioneren van een
persoon om het te beschrijven, begrijpen en verklaren voor het nemen van een besluit.” ~ Tak, Bosch, Begeer
& Albrecht (2014)
2. “Psychodiagnostiek is de oordeelsvorming aangaande psychische disfuncties of gedragsmoeilijkheden en
sterktes waarbij de benadering van het probleem op de wetenschappelijke psychologie gebaseerd is en
waarbij het essentieel is de persoon (of het systeem) zodanig te begrijpen dat uit de structurering van diens
probleem relevante aanwijzingen voor de therapie voortvloeien. Deze oordeelsvorming is een procesmatig
gebeuren dat plaatsvindt en evolueert in de interactie tussen cliënt en clinicus.” ~ Witteman, Van der
Heijden & Claes (2019)
Specifiek bij kinderen & adolescenten
Lichamelijk, psychisch en sociaal functioneren in samenhang
Binnen de context -> gezin, school, peers en social media
Ontwikkelingsgericht
Eigenschappen
Geen eigenstandige discipline, maar het maakt gebruikt van kennis uit verschillende disciplines
o Ontwikkelde binnen (sociaal-economisch) klimaat als reactie op praktische vragen uit samenleving
Meten is belangrijk onderdeel
Relativeren huidige opvattingen
Domeinen van onderzoek -> VB, neuropsychologie, intelligentie, leren & taal en gezin
,Wat heeft de mens?
2200 vC – nu -> Ratrace -> (1) selectie in Chinese Keizerrijk, (2) Gideonsbende, apostelen
400 vC -> Hippocrates -> ziekte als disbalans van de 4 lichaamssappen gele gal, zwarte gal, slijm en bloed
Middeleeuwen -> demonen & zondigheid verklaarden de waanzin
13e eeuw -> schoolprestaties via examens -> universiteit van Bologna -> mondelinge examens
16e eeuw -> eerste poging tot het meten van intelligentie door Huarte (spanje)
17e eeuw -> universiteit van Oxford
18e eeuw -> behandeling psychiatrische patiënten in ziekenhuizen, (2) frenologie -> schedelomtrek en (3)
Fysiognomie -> persoonlijkheidskenmerken van iemand gezicht aflezen
o Links -> Yang -> prive kant -> analytisch, feitelijk, logisch en rechtlijnig (details)
o Rechts -> Yin -> publieke kant -> creatief, intuïtief, holistich en emotioneel
19e eeuw -> psychologische laboratoria -> vooral meten van verschillen in denksnelheid/zintuigelijke
snelheid en onderscheidingsvermogen als maten voor intelligentie
o Halverwege -> onderscheid psychiatrische problemen en VB -> psychoanalyse
o Eind 19e eeuw -> (1) bevolkingsgroei/verstedelijking -> mensen selecteren en afwijkend gedrag
identificeren, (2) opkomst wetenschappen & biologie en (3) ontstaan psychologie
20e eeuw -> verspreiding van tests door emigratie
o 1904 -> publicatie van een systematisch overzicht van ‘kindergebreken’ door Jan Klootsema
o WO1 -> recrutering leger -> collectieve tests over intelligentie en persoonlijkheid. Meestal niet
evidence-based
o Na WO2 -> (1) toename beschikbare tests, (2) tests voor specifieke vaardigheden voor selectie en (3)
sterkere en kritische bezinning op theoretische achtergronden. Tot 1950 intuïtieve diagnostiek
Nu -> (1) LVS (België)/ CITO toetsen (NL), (2) samenhang tussen lichamelijke/biologische kenmerken &
intelligentie en (3) overheid, politie en bedrijven
Kwaliteitseisen
Diagnostische besluitvorming is gevoelig voor fouten! Daarom
Gebruikmaken van relevante kennis en middelen -> kwaliteit referentiekaders, modellen en instrumenten
Systematisch en gestructureerd werken -> kwaliteit van het diagnostisch proces
Transparant en toetsbaar/navolgbaar werken -> verantwoording cliënt, wetenschap en publiek
Er zijn geen orthopedagogische of kinderpsychiatrische instrumenten. Het zijn enkel interpretaties die afhankelijk zijn
van het theoretisch perspectief dat wordt ingenomen
Kader kennis
Doel -> komen tot een theorie van het individuele geval -> deze theorie gaat over het ontstaan, beloop en mogelijke
interventiestrategieën van problemen of klachten
Theoretische kennis -> (1) normale ontwikkeling, (2) afwijkende ontwikkeling en (3) interventies
Statistische kennis
Logica
Besliskunde
Getoetste theorie is geen objectief feit! Transparante werkwijze is noodzakelijk -> maak stappen expliciet en
Begrippen in de praktijk
Screening -> brede, oppervlakkige verkenning van problematiek
Anamnese -> Gesprek met ouders over de ontwikkeling van het kind
Assessment -> inschatten, vaststellen en beoordelen van kenmerken van de hulpvrager
Classificatie -> onderbrengen van kenmerken bij een ziektebeeld
Diagnostiek -> het gehele proces van informatieverwerving en verwerking (t.b.v. hulpverlening)
, Psychodiagnostische tradities
Psychiatrische diagnostiek
o Onderkennen van psychopathologie en stoornissen
o Aanwezigheid van syndroom wordt vaak vastgesteld door ordening en groepering van symptomen
o Bekendste systemen -> DSM (APA) en ICD (WHO)
Ontwikkelingspsychologie
o Verloop van de ontwikkeling
o Welke condities beïnvloeden de ontwikkeling -> positief of negatief?
o De betekenis van individuele verschillen
Orthopedagogiek
o Wetenschap van beschrijven, verklaren en veranderen van de stagnerende leer- en/of
opvoedingssituatie van kinderen en jeugdigen
o Richt zich op (1) afwijkend gedrag in de context en (2) relatie met de omgeving
Verandering mogelijk in interacties tussen kind en opvoeders
Traditie -> iets wat mensen al heel lang op dezelfde manier doen
Belang theorie en praktijk
Wie de theorie vergeet, komt zichzelf tegen in een waas van oppervlakkigheid en in een spiraal van steeds
maar bezig zijn met het oplossen van praktische problemen zonder echte visie
Wie de praktijk vergeet draait rond in een intellectueel luchtkasteel
(1) Algemene theorieën, (2) Ontwikkelingstheorieën en (3) Probleemgerichte theorieën
Wat is normaal?
(1) afwezigheid stoornissen, (2) statistische gemiddelde, (3) ideale of gewenste toestand of (4) succesvolle adaptatie
Modellen
Psychodynamisch model -> problemen uit kindertijd veroorzaken latere problemen
o Id- Ego – Superego -> conflicten tussen niveaus
Hechtingstheorie -> relatie opvoeder-kind -> veilige hechting cruciaal voor gezonde ontwikkeling
Leertheoretisch model -> factoren die specifiek gedrag uitlokken en bekrachtigen
o Gedragstherapeutische interventie
Diagnostisch onderzoek naar
Verloop van de ontwikkeling en huidig ontwikkelingsniveau
o Klachten/risicofactoren & gezond gedrag/protectieve factoren
o Beleving van de problematiek
Functioneren van het gezin -> (1) Ingrijpende gebeurtenissen of (2) Psychiatrische familieanamnese
Bredere context -> school en peers
Hulpverleningsgeschiedenis
Informatie met kennis integreren
Vanuit:
Ontwikkelingsperspectief -> Fysieke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling
Systeemperspectief
o Biopsychosociaal model
o Balansmodel -> draagkracht en draaglast
o Bedreigende en beschermende factoren
o Tijdsperspectief (geschiedenis, proces)
Combinatie van deze twee