Dit document is een samenvatting van de hoorcolleges en alles wat besproken is tijdens de werkgroepen. Er zijn in dit document ook handige schema's opgenomen.
Totstandkoming van de EU
1951: oprichting van de Europese gemeenschap van kolen en staal. Gedaan na de oorlog
met als doel oorlog te voorkomen doordat van kolen en staal wapens worden gemaakt. Nu
wordt dat samen gedaan.
1957: EEG-verdrag om economische samenwerkingen te stimuleren in de gemeenschap.
De arresten Costa/Enel en van Gend & Loos gaan over het EEG-verdrag. Wightmann is een
morderne versie van die twee arresten.
Van Gend & Loos (rechtstreekse werking): de tariefcommissie vraagt aan het hvj om een
prejudiciële beslissing (vraag van een nationale rechter aan het hof om uitleg van een regel
van unierecht te krijgen) te nemen over de uitleg van artikel 12 van het eeg-verdrag. De
vraag was of het dit artikel door te rechter te handhaven rechten kon verlenen aan burgers.
Oftewel: heeft het EEG-verdrag rechtstreekse werking? HvJ: op grond van artikel 177 eeg
mag het hvj, bij wijze van een prejudiciële beslissing, uitspraak doen over dit vedrag. Het
eeg-verdrag is meer dan een overeenkomst tussen de aangaande lidstaten. Het EEG-verdrag
heeft een eigen rechtsorde in het leven geroepen met als gevolg dat lidstaten hun eigen
soevereiniteit hebben begrensd en dat niet alleen lidstaten, maar ook onderdanen daarvan
rechten kunnen ontlenen aan dit verdrag. Met eigen rechtsorde wordt bedoeld de
Gemeenschap die lidstaten zelf gecreëerd hebben welke is voorzien van organen etc. Het
EEG-verdrag heeft dus directe werking en schept rechten ten bate van de rechtszoekenden.
Costa/Enel (voorrang)is een vervolg op het vorige arrest: Costa vraagt aan de rechter een
prejudiciële beslissing te krijgen over de uitleg van een aantal artikelen naar aanleiding van
een elektriciteitsrekening. Vraag die gesteld wordt gaat eigenlijk over of de regels van het
verdrag gelden, ongeacht de nationale regels. HvJ: dat verdrag heeft dus een eigen
rechtsorde in het leven geroepen en nationale rechters dienen daar rekening mee te
houden. Dus later afgekondigde nationale wetten die tegen de regels van het verdrag
ingaan, kunnen het verdrag niet opzijzetten. Als Nationale wetten dus in conflict zijn met
wetten van het Verdrag, prevaleren de wetten van het verdrag.
1974: de Europese raad was opgericht. Bestond uit de regeringsleiders van de lidstaten. Het
Europees parlement werd een direct gekozen volksvertegenwoordiging.
1992: met het verdrag van Maastricht werd de EU opgericht. Hierdoor ontstonden er meer
beleidsterreinen voor de EU en er werd intensiever samengewerkt. Bijvoorbeeld met de
interne markt. Dit is de gemeenschappelijke markt met vrij verkeer in de EU.
2007: met het verdrag van Lissabon werd de VWEU en VEU opgesteld die we nu nog
gebruiken.
Er bestaat primair unierecht en secundair unierecht. Het primaire unierecht staat bovenaan
de juridische rangorde. Hierbij behoren het VWEU het VEU en het handvest. Het VWEU en
VEU vormen als het ware de grondwet voor de EU. Hierin staat dus de grondslag van alle
bevoegdheden.
, Voor secundair recht moet je kijken naar art. 288 VWEU:
- verordeningen: hebben algemene strekking dus vergelijkbaar met algemeen verbindende
voorschriften. Zijn bindend voor alle lidstaten en hebben rechtstreekse werking. Mogen dus
niet worden omgezet tot nationale wetgeving. Ze maken deel uit van de interne rechtsorde.
- richtlijnen: het bindt lidstaten en die moeten het implementeren in nationale wetgeving.
- besluiten: instrument voor de tenuitvoerlegging van regels vastgelegd in verordeningen
- gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid:
Europese instellingen:
- Europese Commissie: het dagelijks bestuur van de EU. In art. 17 VEU staat een globale
omschrijving van haar bevoegdheden. Zij hebben ook recht van initiatief. Maken deel uit van
de uitvoerende macht en zijn supranationaal (internationaal orgaan met autonomie en
bindende bevoegdheden over de lidstaten. Bestaat uit 1 commissaris per lidstaat.
- Europees parlement: volksvertegenwoordiging in wetgeving en bestuur. Heeft recht van
amendement (wetsvoorstellen wijzigen). Controleert de commissie en heeft begrotings- en
vetorecht.
- Raad van ministers: deel van wetgevende macht en heeft amendement. Oefent
beleidsbepalende en coördinerende taken uit. Bestaat uit vertegenwoordiger van iedere
lidstaat op ministerieel niveau.
- Europese raad: vergelijkbaar met kabinet en staat aan de top van de uitvoerende macht.
Bestaat uit alle regeringsleiders. Heeft geen wetgevende taken. Bepaald algemene politieke
beleidslijnen en prioriteiten.
- Hof van Justitie: rechtsmacht toebedeeld om geschillen te beslechten. Het bestaat uit het
hof van justitie en het gerecht. Het hvj doet uitspraak over prejudiciële procedures (art 267b
VWEU) en verdragsinbreukprocedures.
Intergouvernementeel = regeringen van de lidstaten hebben het initiatief.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kellyvansant. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.