OVC Kennisclips
Kennisclip 2: Gezondheidscommunicatie & functionele analyse
Hoeken (2011): patiënten hebben steeds meer verantwoordelijkheid over hun eigen zorgproces.
Gezondheidsgeletterdheid= hoe goed iemand in staat is om informatie te verkrijgen, te verwerken,
te begrijpen en er zelf over te communiceren
-> kloof die samenhangt met sociaaleconomische status, kloof is groter geworden door deze actieve
rol die verwacht wordt-> mensen die hoge gezondheidsgeletterdheid hebben hebben betere
gezondheid en andersom. Het is dus zaak om informatie aan te passen aan een groot publiek.
Technologie helpt om zorg betaalbaar, toegankelijk en menselijk te houden. Menselijker door
Tailoring= toesnijden voor bepaalde ontvanger, informatie op maat voor specifieke groep.
Nadeel digitale informatie: geen klachten -> geen motivatie om gezondheidsinformatie te lezen.
Teveel informatie-> lezers lezen vluchtig-> stoppen bij ‘goed genoeg’.
Nadeel thuisarts-> vanaf medisch oogpunt bekeken, weinig focus op gebruiker. Vandaar de analyse
die wij gaan doen die wel gericht is op de gebruiker en dus optimale teksten.
Kennisclip 3: Functionele analyse Stap 1
Functionele tekst is geslaagd als deze zijn doelen bereikt.
Taalhandelingstheorie Auston: als je iets zegt dan doe je iets (taalhandeling), 3 niveaus:
1. Locutie= je produceert een betekenisvolle uiting (bv. ik zou oppassen)
2. Illocutionaire strekking= je doet iets met de uiting (bv. waarschuwen)
3. Perlocutionaire strekking= wat je wilt bereiken bij anderen, iets bereiken bij anderen (bv.
alarmeren)
Stap 1 FA: Vaststellen (a) onderwerp, (b) zender, (c) doelgroep, (d) organisatiedoel
(a)-> titel, genrekenmerken, site
(b)-> niet per se schrijver, wie wil de boodschap uitzenden?
(c)-> lezer (iedereen die de tekst leest), doelgroep (voor wie de tekst bedoeld is, hoeveel
doelgroepen zijn het er?), aangesproken lezer (
(d)-> vaak niet direct in de tekst te vinden, wat wil de organisatie bereiken (bv. winst maken)
Kennisclip 4: Functionele analyse Stap 2
Consecutief doel= de lezer gaat bepaald gedrag vertonen (meer dan alleen cognitie dus)
-> uitdrukken in termen van gedrag van de doelgroep, kwantificeren (bv. 75% van de mensen)
Communicatieve doelen= effecten die de tekst zou moeten hebben op de cognities (in het hoofd van
de lezer, gedachtes, weten, geloven, vinden) van de lezer (voorwaarde voor bereiken van
consecutieve doelen).
Doel Cognitie
Informeren De doelgroep weet dat…
Overtuigen (van feiten) De doelgroep gelooft dat…
Overtuigen (van meningen) De doelgroep vindt dat…
Opiniëren De doelgroep heeft een mening over…
Instrueren De doelgroep is in staat…
Activeren (/motiveren) De doelgroep is van plan…
Emotioneren De doelgroep voelt…
Perspectief bij de lezer leggen-> bv. een lezer weet…, de lezers begrijpen dat…
Bv. Mensen gaan griepprik halen (gedrag) Mensen zijn van plan om griepprik te halen (cognitie)
, Bij het bedenken van de communicatieve doelen ga je uit van het ideale geval-> niet wat de tekst
daadwerkelijk doet.
Welk doel helpt voor welk doel? Bv. kennen gevaren-> van plan zijn om griepprik te halen.
Kennisclip 5: Doelenboom
Doelenboom maken:
- nadenken over welk gedrag ze willen dat er uitgevoerd wordt (en wat de gevolgen zijn als dat niet
gebeurd)
- moeten mensen een keuze maken aan de hand van de tekst?
- wil thuisarts dat je zelfzorg uitvoert (dus niet naar de huisarts gaat)? Of juist niet?
Boom moet van boven naar beneden en andersom kloppen. Je mag 2 doelen onder een ander doel
zetten, maar niet die twee doelen dan weer aan 1 ding koppelen-> smal bovenaan, breed onderaan.
Kennisclip 6: Functionele analyse Stap 3
Vaststellen teksthandelingen:
Opdelen tekst (alinea’s, overkoepelende onderwerpen of bv. ten eerste etc.)
Teksthandeling: tekstonderdeel met bepaalde illocutionaire strekking
Teksthandelingen:
- letterlijk in de tekst (‘aangeraden’, ‘advies’)
- niet letterlijk in de tekst-> teksthandeling werkwoord aan de zin toevoegen (aansporen bv.)
Één teksthandeling koppel je aan 1 doel.
Kennisclip 6: Functionele analyse Stap 4
- is de doelgroep goed gekozen?
- één logisch doelenschema kunnen vormen?
- passen de handelingen bij de doelen? (minimaal 1 handeling per doel)
-> evaluatie tabel maken
Kennisclip 7: Hoeken, Horninkx en Hustinx deel 1
Automatisch gedrag= gedachteloos uitgevoerd, opgeroepen door elementen uit de context
-> vaak gewoontegedrag, moeilijk te veranderen door communicatie (95% van handelingen)
Beredeneerd gedrag= resultaat van afweging van voor- en nadelen van gedrag (5% van handelingen)
-> gemakkelijker te veranderen door communicatie, intentie is goede voorspeller van gedrag