Jan en Marie zijn in 2012 gehuwd in wettelijke gemeenschap van goederen. Marie heeft van haar
ouders een kostbaar schilderij (Mesdag) geërfd onder een uitsluitingsclausule, waard € 50.000,--. Zij
vindt het schilderij niet mooi en verkoopt het. De opbrengst besteedt zij aan een gedeeltelijke
aflossing van de hypothecaire lening waarmee Jan en Marie hun woning hebben gefinancierd. Deze
woning was ten tijde van de verkrijging waard € 200.000,-- en ten tijde van de aflossing € 300.000,--.
Vijf jaar na de aflossing besluit Marie van Jan te gaan scheiden en dient daartoe een verzoek in bij de
rechtbank. Het huis is bij de afwikkeling van de echtscheiding waard € 360.000,--. De rest van de
hypothecaire lening is dan inmiddels geheel afgelost uit het inkomen van Jan. Een aannemer die kort
voor indiening van het verzoek tot scheiding de keuken heeft uitgebouwd heeft dan nog € 10.000,--
te vorderen van Jan.
Vragen:
1.
a. Wanneer wordt de gemeenschap ontbonden?
5 jaar na de aflossing
Eerst afvragen: Is er een gemeenschap? Zo ja, wat valt er in?
In casu:
Huis: in gemeenschap (1:94 lid 2 oud)
Schilderij: buiten gemeenschap, want geërfd onder uitsluitingsclausule (1:94 lid 2 sub a oud)
Daarvoor in plaats gekomen geld: ook buiten gemeenschap (1:95 lid 1)
Inkomen Jan: in gemeenschap (1:94 lid 2 oud)
Schuld aan bank: in gemeenschap (1:94 lid 5 oud)
Schuld aan aannemer: in gemeenschap (1:94 lid 5 oud)
Op het moment van het indienen van het verzoek tot echtscheiding ex 1:99 lid 1 sub b
b. Geldt het door u onder a) opgegeven antwoord jegens iedere betrokkene?
nee
NEE. Ex. 1:99 lid 2 volgt dat zonder inschrijving de ontbinding NIET tegengeworpen kan worden
aan derden die daarvan onkundig waren
2. Waarop heeft Marie recht bij de scheiding (laat de positie van de aannemer buiten beschouwing).
de 50.000 euro die het schilderij heeft opgeleverd en de waardestijging van de woning
Reprise ogv 1:96 lid 4 (want marie betaald een gemeenschapsschuld uit prive vermogen) jo. 1:87
lid 2 sub a en 3 (om de hoogte van de reprise te bepalen)
, Berekening:
- Adhv beleggingsleer
- 50.000 delen door 200.000 = 1/4de
1/4de van 360.000 = 90.000 sowieso voor Marie adhv eigen inbreng
- Saldo ontbonden huwelijksgemeenschap is: 360.000 – 90.000 = 270.000
Ieder gelijk aandeel ex 1:100 lid 1, dus 135.000 pp
135.000 plus 90.000 = 225.000 euro voor MARIE
3. Waarop kan de aannemer zich verhalen?
Op Jan en Marie want het betreft een gemeenschapsschuld en ze zijn erna pas gaan scheiden.
Op privé van Jan, want schuldeiser kan zich verhalen op schuldenaar ex 3:276
OOK op ontbonden huwelijksgemeenschap ex 1:100 lid 3, want VOOR ontbinding had aannemer ogv
1:96 lid 1 ook een verhaalsrecht op goederen der gemeenschap en dat verandert niet na ontbinding
NB. 1:102 gaat pas spelen als verdeling heeft plaatsgevonden
1:100 lid 3 speelt NIET meer als gemeenschap verdeelt is, want dan is ontbonden gemeenschap WEG
4. Gesteld dat Marie in het verleden uit privégelden nog € 2.000,-- heeft bijgedragen in de
financiering van de auto van het echtpaar (gemeenschapsgoed met aankoopprijs van € 12.000,--) en
deze auto ten tijde van het verzoek tot scheiding nog € 3.000,-- waard is, waarop heeft Marie dan
recht?
nergens op, want waardevermindering komt ook voor haar rekening
Er ontstaat een reprise tbv Marie, want ze investeert met privé geld in een
gemeenschapsgoed (auto) ex. 1:95 lid 2 jo. 1:87 lid 2 en 3
Hoogte: 2.000, nominaal bedrag, want auto is een verbruiksgoed als bedoeld in 1:87 lid 3 sub
b
VRAAGSTUK II
Claire en Paul zijn in 2013 gehuwd in wettelijke gemeenschap van goederen. Zij hebben een
echtelijke woning op beider naam waard € 600.000,-- in verband waarmee een hypothecaire schuld
ad € 300.000,-- is aangegaan door Paul. Claire heeft bij de aankoop van de woning daarin een bedrag
geïnvesteerd ad € 50.000,-- uit een erfenis die zij verkreeg onder uitsluitingsclausule Paul is eerder
gehuwd geweest en betaalt zijn ex-partner nog € 1.000,-- alimentatie per maand. Paul heeft van een
tante een bedrag geschonken gekregen onder uitsluitingsclausule ad € 5.000,--. Met dit bedrag heeft
hij een schilderij gekocht en verkregen voor een koopprijs ad € 7.500,--. Hij heeft voor de betaling
van het schilderij ook € 2.500,-- gebruikt van de gemeenschappelijke bankrekening.
Vragen:
1.
a. Wie is/zijn aansprakelijk voor de hypothecaire schuld?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Notarieelrechtenstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.