Daphne en Sem zijn in 2017 gehuwd in wettelijke gemeenschap van goederen. Daphne is een veel
gevolgde blogster en haar lifestyleblogs leveren haar een inkomen op van € 20.000,-- per jaar. Sem
verdient als greenkeeper van een Wassenaarse golfclub € 60.000,-- euro op jaarbasis. De kosten van
de huishouding bedragen € 15.000,-- per jaar. Het echtpaar is woonachtig in een hoekwoning die
Daphne begin 2019 onder een uitsluitingsclausule ten titel van schenking heeft verkregen van haar
grootouders. De woning was op dat moment € 200.000,-- euro waard. Kort daarna heeft Daphne een
aannemer opdracht gegeven om een dakopbouw te realiseren. De verbouwingskosten à € 50.000,--
worden betaald uit het inkomen van Sem. De extra ruimte gebruikt Sem als hobbyruimte. Sem
bestelt voor de nieuwe ruimte een ‘home cinema set’ ter waarde van € 5.000,-- . De rekening is nog
niet voldaan.
Vragen:
1. Wat wordt verstaan onder het begrip “kosten der huishouding”? Geef naast een definitie ook
een drietal voorbeelden van dergelijke kosten.
Onder kosten der huishouding ex art. 1:84 lid 1 BW wordt verstaan kosten dienstbaar aan
lichamelijk en geestelijk welzijn van de echtgenoten en de kinderen passend bij de
levensstandaard.
Voorbeelden hiervan zijn voedsel, school, hobby’s, alle kosten van de kinderen
Bedenken: 2017, wettelijke gemeenschap is algehele gemeenschap (voor 2018). Er is
gemeenschappelijk inkomen. Hoekwoning van Daphne is privé.
NB. Kosten hoeven niet noodzakelijk aan beide echtgenoten/hele gezin ten goede te
komen
2. In hoeverre is Daphne draagplichtig voor de kosten van de huishouding?
Draagplicht houdt in ten laste van wie de prestatie komt en ex art. 1:84 lid 1 BW wordt
haar draagplicht bepaald n.
Namelijk:
- D&S in wettelijke GvG gehuwd
- Kosten huishouding: 15.000
- Inkomen D: 20.000
- Inkomen S: 60.000
Dus:
- Geen gemeen inkomen, dus privé-inkomen naar evenredigheid:
Aandeel S: 60 delen door 80 = 0,75
0,75 keer 15.000 = 11.250 euro
Aandeel D: 20 delen door 80 = 0,25
0,25 keer 15.000 = 3.750
Daphne is dus draagplichtig voor het bedrag van 3750 euro.
Afvragen:
is er een gemeenschap? Ja.
Zo ja, wat valt erin? Inkomens van Daphne en Sem vallen erin.
Wat is privé? Hoekwoning van Daphne is privé.
(Art. 1:94 lid 2)
, Is er gemeen inkomen? Ja: 80.000
Dus:
- WEL gemeen inkomen
Voldoende voor dekken kosten der huishouding: 15.000
Daphne is dus 50% draagplichtig vgl. art. 1:100 lid 1.
3. Wie heeft/hebben het bestuur over de hoekwoning?
Bestuur blijkt ex art. 1:90 lid 1 jo. 1:97 BW waarin de hoofdregel is dat met betrekking tot
goederen van de gemeenschap zowel Daphne als Sem zelfstandig bestuursbevoegd zijn
(facultatief), maar in casu treedt de uitzondering van art. 1:97 lid 1 eerste zin in werking nu
Daphne het huis als gift gekregen heeft en dus heeft zij privatief bestuur over de
hoekwoning.
Hoekwoning valt buiten gemeenschap (uitsluitingsclausule) ex art. 1:94 lid 2 sub a (oud)
Bestuur eigen goed Daphne, dus Daphne heeft privatief bestuursbevoegdheid ex 1:90 lid
1, MAAR Sem heeft wel recht op genot en gebruik overeenkomstig huwelijksverhouding
(lid 2)
EXTRA VRAAG: Stel dat huis IN gemeenschap was gevallen. Wie is bestuursbevoegd?
Art. 1:97 lid 1: goed op naam Daphne (en ook een gift) dus weer Daphne privatief
bestuursbevoegd.
NB. Art. 3:170 lid 1 ; Sem is bevoegd tot urgente beheershandelingen
4. Wie is aansprakelijk voor de betaling van het verschuldigde bedrag ad € 5.000,--?
Aansprakelijkheid houdt in wie door de schuldeiser kan worden aangesproken en in
principe is Sem hoofdelijk aansprakelijk voor het verschuldigde bedrag van 5.000 euro nu hij
degene is die de verbintenis is aangegaan. Het kopen van de home cinema set valt namelijk
niet onder de noemer van ‘schuld in kader van de gewone gang van huishouding’ ex art. 1:85
lid 1 BW.
Sem sowieso als contractspartij.
Daphne ex art. 1:85? Valt de aankoop onder de gewone gang van huishouding? NEE en
dus is Daphne niet ook aansprakelijk.
Hangt af van naar buiten toe kenbaar bestedingspatroon/welvaart gezin, maar over
algemeen: NEE
5. Stel dat het huwelijk begin 2020 op de klippen loopt. Waarop heeft Sem recht ten aanzien
van de hoekwoning indien deze woning ten tijde van het einde van het huwelijk € 400.000,--
waard is geworden?
Mocht het huwelijk ten einde lopen, dan heeft Sem ex art. 1:87 lid 1 BW recht op
vergoeding.
Art. 1:87 lid 2 BW gebruikt de beleggingsleer om de hoeveelheid vergoeding waar Sem
recht op heeft te berekenen. Het peilmoment is hier de waarde van het goed op het
moment dat overgegaan wordt op vergoeding, dus de scheiding.
In casu valt het onder sub b, nu Sem de verbouwingskosten betaald heeft en dit wordt
dan ook als volgt berekend:
- Investering delen door waarde van het goed op het moment van verbeteren EN de
verbeteringskosten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Notarieelrechtenstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.