100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hoorcollege Internationaal privaatrecht €2,99   In winkelwagen

College aantekeningen

Hoorcollege Internationaal privaatrecht

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Hoorcollege Internationaal privaatrecht

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • 14 juni 2022
  • 17
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • X
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
Notarieelrechtenstudent
Week 3: Overeenkomsten



Onderwerpen

Bevoegdheid en toepasselijk recht, interactie IPR met EPR, voorrangsregels, openbare orde.



Te bestuderen stof

Literatuur (zie ook week 2):

• Strikwerda/Schaafsma, nrs. 16-25, 95-108, 112-118, 224-233, 131-136, 145-151.

• L.M. van Bochove & E.S. Pannebakker, annotatie bij: Hof van Justitie van de Europese Unie 28 juli
2016, C-191/15 (Verein für Konsumenteninformation/Amazon EU Sàrl), TvC 2017, p. 138-141
(Brightspace).

 Rome I en Rome II moeten aldus worden uitgelegd dat het recht dat van toepassing is op een
verbodsactie in de zin van richtlijn 2009/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van
23 april 2009 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming
van de consumentenbelangen, die is gericht tegen het gebruik van beweerdelijk
ongeoorloofde contractuele bedingen door een in een lidstaat gevestigde onderneming die
via elektronische handel overeenkomsten sluit met in andere lidstaten – en met name de
lidstaat van de rechter – woonachtige consumenten, onverminderd artikel 1, lid 3, van elk
van die verordeningen moet worden vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 1 Rome II,
terwijl het recht dat van toepassing is op de beoordeling van een gegeven contractueel
beding altijd moet worden bepaald met toepassing van Rome I, ongeacht of deze
beoordeling wordt verricht in het kader van een individuele of een collectieve vordering.
 Artikel 3, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke
bedingen in consumentenovereenkomsten, moet aldus worden uitgelegd dat een beding in
de algemene verkoopvoorwaarden van een verkoper waarover niet afzonderlijk is
onderhandeld en volgens hetwelk het recht van de lidstaat van de vestiging van deze
verkoper de via elektronische handel met een consument gesloten overeenkomst beheerst,
oneerlijk is voor zover het deze consument misleidt door bij hem de indruk te wekken dat
enkel het recht van deze lidstaat op de overeenkomst van toepassing is, zonder hem in te
lichten over het feit dat hij eveneens op grond van artikel 6, lid 2 Rome I recht heeft op de
bescherming die hij geniet op grond van de dwingende bepalingen van het recht dat van
toepassing zou zijn bij gebreke van dit beding, waarbij het aan de nationale rechter is om dit
in het licht van alle relevante omstandigheden te verifiëren.
 Artikel 4, lid 1, onder a), van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van
24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, moet
aldus worden uitgelegd dat de verwerking van persoonsgegevens door een e-
commercebedrijf wordt beheerst door het recht van de lidstaat waarop dit bedrijf zijn
activiteiten richt, indien blijkt dat dit bedrijf de betrokken gegevensverwerking verricht in het
kader van de activiteiten van een vestiging die zich in die lidstaat bevindt. Het is aan de
nationale rechter om te beoordelen of dit het geval is.

,Regelgeving (zie AAe-Wetseditie en Brightspace):

• Titel 1, Boek 10 BW (art. 10:1-10:17 BW).

• Art. 10:153-10:156 BW (Titel 13, Boek 10 BW).

• Art. 6:247 BW.

• Brussel I bis-Verordening (PbEU 2012, L 351/1).

• Verdrag van Lugano 2007 (PbEG 2009, L 147/5).

• Rome I-Verordening (PbEU 2008, L 177/6).

• Preambule bij Rome I-Verordening (Brightspace).

• EEG-Overeenkomstenverdrag 1980 (EVO-Verdrag) (Trb. 1980, 156) (Brightspace).

• Weens Koopverdrag 1980 (WKV) (Trb. 1981, 184).

• UNIDROIT-Beginselen van internationale handelsovereenkomsten 2016 (AAe-Wetseditie nr. 92)

• Transponeringstabel EVO-Verdrag/Rome I-Verordening (Brightspace).

• Transponeringstabel EEX-Verdrag/Brussel I-Verordening/ Brussel I bis-Verordening (Brightspace).



Rechtspraak:

Art. 5 sub 1 Brussel I/art. 7 sub 1 Brussel I bis – Overeenkomsten (forum solutionis):

• HvJ EG 23 april 2009, C-533/07, ECLI:EU:C:2009:257, Jur. 2209, I-3327 (Falco Privatstiftung)
(Brightspace).

 Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en
handelszaken
 Bijzondere bevoegdheden:
 Artikel 5, punt 1, sub b, tweede streepje B Ibis betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de
erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet
aldus worden uitgelegd dat een overeenkomst waarbij de houder van een recht van
intellectuele eigendom zijn medecontractant het recht verleent om tegen vergoeding gebruik
te maken van dat recht, geen overeenkomst voor de verstrekking van diensten is in de zin
van deze bepaling.
 Ter bepaling van het gerecht dat krachtens artikel 5, punt 1, sub a, B Ibis bevoegd is om
kennis te nemen van een verzoek tot betaling van een licentievergoeding op grond van een
overeenkomst waarmee de houder van een recht van intellectuele eigendom zijn
medecontractant het recht verleent om gebruik te maken van dat recht, moet verder
worden uitgegaan van de beginselen die zijn ontwikkeld in de rechtspraak van het Hof over
artikel 5, punt 1, van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke
bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, zoals
gewijzigd bij het Verdrag van 26 mei 1989 inzake de toetreding van het Koninkrijk Spanje en
de Portugese Republiek.

, • HvJ EU 11 maart 2010, C-19/09, ECLI:EU:C:2010:137, Jur. 2010, I-2121, NJ 2010/522 (Wood Floor
Solutions/Silva Trade) (AAe-Jurisprudentie, nr. P-33).

 Art. 5 lid 1 sub b 2de streepje B I bis moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling van
toepassing is in geval van dienstverrichting in verschillende lidstaten
 Art. 5 lid 1 sub b 2de streepje B Ibis moet aldus worden uitgelegd dat bij de verrichting van
diensten in verschillende lidstaten het gerecht dat bevoegd is om kennis te nemen van alle
vorderingen uit de ovk het gerecht is binnen het rechtsgebied waarvan de plaats ligt waar de
diensten hoofdzakelijk worden verricht.


• HvJ EU 10 september 2015, C-47/14, ECLI:EU:C:2015:574 (Holterman Ferho) (AAeJurisprudentie, nr.
P-52).

 De bepalingen van H2, afd. 5 Rome I moeten aldus worden uitgelegd dat zij in een situatie
zoals in het hoofdgeding (waarin een vennootschap een persoon die functies van directeur
en van bestuurder van die vennootschap heeft bekleed in rechte aanspreekt om de door die
persoon in de uitoefening van die functies gemaakte fouten te doen vaststellen en
schadevergoeding te verkrijgen) eraan in de weg staat dat art. 5 punten 1 en 3 worden
toegepast, MITS die persoon in zijn hoedanigheid van directeur en van bestuurder
gedurende bepaalde tijd voor en onder gezag van die vennootschap prestaties heeft verricht
tegen beloning. Het is aan de verwijzende rechterlijke instantie om dit te verifiëren
 Art. 5 punt 1 moet aldus worden uitgelegd dat de vordering die een vennootschap tegen
haar voormalige bestuurder indient op grond dat deze niet zou hebben voldaan aan de
vennootschapsrechtelijke verplichtingen die op hem rusten, onder het begrip ‘verbintenissen
uit ovk’ valt. Bij gebreke van enige afwijkende precisering in de statuten van de
vennootschap/in enig ander document is het aan de verwijzende rechterlijke instantie om te
bepalen op welke plaats de bestuurder zijn werkzaamheden ter uitvoering vd ovk
overwegend heeft uitgevoerd, mits de verrichting van de diensten op de betrokken plaats
niet indruist tegen de wil van partijen, zoals die blijkt uit hetgeen zij zijn overeengekomen
 In omstandigheden als in het hoofdgeding (waarin een vennootschap haar voormalige
bestuurder in rechte aanspreekt wegens beweerd onrechtmatig handelen), moet art. 5 punt
3 aldus worden uitgelegd dat de verordening onder de materie verbintenissen uit OD valt
wanneer het verweten handelen niet kan worden beschouwd als niet-nakoming van de
vennootschapsrechtelijke verplichtingen van de bestuurder. Het is aan de verwijzende
rechterlijke instantie om dit te verifiëren.
 Het is aan de verwijzende rechterlijke instantie adhv feitelijke omstandigheden van de zaak
het aanknopingspunt te bepalen dat het nauwst verband houdt met plaats vd gebeurtenis
die met schade in oorzakelijk verband staat en met plaats waar schade is ingetreden.



Art. 15-17 Brussel I/art. 17-19 Brussel I bis - Consumentenovereenkomsten

• HvJ EU 7 december 2010, C-585/08 en C-144/09 (gevoegde zaken), ECLI:EU:C:2010:740, Jur. 2010,
I-12527, NJ 2011/164 (Pammer/Rederei Karl Schlüter en Hotel Alpenhof/Heller) (AAeJurisprudentie,
nr. P-35).

 Een overeenkomst betreffende een reis per vrachtschip, is een vervoersovk waarbij voor één
enkele prijs zowel vervoer als verblijf wordt aangeboden in de zin van art. 15 lid 3 Rome I

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Notarieelrechtenstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen