- Indirecte belasting in juridische zin
- Directe belasting in economische zin
- Aangiftebelasting in de zin van 19 en 20 AWR ex 17 WBR
- Voldoeningsbelasting: de belastingplichtige dient de volgens de eigen aangifte verschuldigde
overdrachtsbelasting zelf te voldoen
- Formele rechtvaardiging: Staat heeft geld nodig om zijn uitgaven te bestrijden
- Materiële rechtvaardiging: traditie?
- Vanaf 2021 geldt niet langer het normale tarief van 6% maar een tarief van 7%
Belastbaar feit (art. 2 t/m 8 WBR)
- Hoofdregel: overdrachtsbelasting is verschuldigd als, beoordeeld naar het civiele recht (BW)
sprake is van verkrijging van een in Nederland gelegen onroerende zaak/van een recht
waaraan een onroerende zaak is onderworpen ex art. 2 lid 1 WBR.
- Elementen zijn:
1. Verkrijging
2. Onroerende zaak
- Nuancering hoofdregel in art. 2 lid 2 t/m 8 WBR:
1. 3 WBR: bepaalde civielrechtelijke verkrijgingen zijn uitgezonderd van het belastbare feit
2. 2 lid 2/6/7/8 lid 3 WBR: fictieve verkrijgingen bepaalde gevallen zijn verkrijgingen voor
de overdrachtsbelasting, ook al zijn zij dat in civielrechtelijke zin niet.
3. 5 WBR: bepaalde rechten op onroerende zaken worden uitgezonderd van het belastbare
feit
4. 4 WBR: bepaalde goederen worden aangemerkt als onroerende zaken, terwijl die dat
volgens het civiele recht niet zijn
- Als sprake is van een belastbaar feit, wordt niet per se altijd overdrachtsbelasting geheven.
Redenen hiervoor kunnen zijn:
1. Verkrijging is wettelijk vrijgesteld van overdrachtsbelasting ex 15 WBR. In dit geval is er
dus wel een belastbaar feit en is er slechts geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Een
vrijstelling kan later alsnog komen te vervallen. In dat geval ontstaat op dat latere tijdstip
verschuldigdheid van overdrachtsbelasting ter zake van een belastbaar feit dat zich reeds
eerder heeft voorgedaan.
2. Verschuldigde overdrachtsbelasting wordt geheven op grond van
redelijkheidsoverwegingen kwijtgescholden op grond van 63 AWR
Beleid
- Als begunstigend beleid in strijd is met wetgeving, mag de belastingplichtige de inspecteur
houden aan de gepubliceerde beleidsregels. Want de inspecteur is gebonden aan het beleid
van de staatssecretaris van Financiën.
- De belastingplichtige is niet aan benadelende beleidsregels gebonden.
Verkrijging
- Moet in beginsel in civielrechtelijke zin worden opgevat ex 3:80 ev. BW, behoudens:
, 1. Sommige verkrijgingen in civielrechtelijke zin worden niet met overdrachtsbelasting
belast. Dit zijn de uitgezonderde verkrijgingen ex 3 lid 1 WBR. Hiervoor geldt geen
aangifteplicht en er hoeft niet uitdrukkelijk beroep gedaan te worden op dit artikel.
2. Soms is er voor de overdrachtsbelasting wel sprake van een verkrijging, hoewel dat in
civielrechtelijke zin niet het geval is. Dit zijn fictieve verkrijgingen
3. Sommige verkrijgingen zijn geheel/deels vrijgesteld van overdrachtsbelasting
4. Tijdstip verkrijging valt fiscaal niet altijd samen met tijdstip van de civielrechtelijke
verkrijging
- Verkrijging in BW is veel ruimer dan overdracht
Bijvoorbeeld:
a. Havenkraan-arrest: HR opstalhouder die een gebouw sticht, is GEEN verkrijging van
dat gebouw. Duurzaam verenigen met de grond levert voor de overdrachtsbelasting
geen belastbaar feit op.
b. Splitsing in appartementsrechten: GEEN verkrijging van appartementsrechten, want de
appartementsrechten zijn niet anders dan het verzelfstandigde aandelen in het
eigendoms-, erfpacht, of opstalrecht dat de eigenaar/erfpachter/opstaller al had.
- Tenietgaan beperkt recht is GEEN verkrijging!
- Vermenging ex 3:81 BW is WEL een verkrijging!
Rectificatie
- Als een rectificatie erop gericht is de rechtsgevolgen van een akte van levering inhoudelijk te
wijzigen/aan te vullen, zal deze rectificatie onder omstandigheden gevolgen kunnen hebben
voor de heffing van overdrachtsbelasting
Onjuiste tenaamstelling
- Als ten gevolge van een misverstand een onjuiste tenaamstelling van een onroerende zaak
heeft plaatsgevonden, zodat de rectificatie als nieuwe verkrijging aangemerkt moet worden,
komt het besluit van 15 oktober 2015 de verkrijger tegemoet
Art. 3 lid 1 onderdeel a WBR
- Boedelmenging/erfrecht/verjaring
- Boedelmenging:
a. Goederen en schulden van echtgenoten/geregistreerd partners gaan van rechtswege
behoren tot een gebonden gemeenschap als bedoeld in titel 1.7 BW, waarin beide
echtgenoten gerechtigd zijn tot in beginsel 50% (1:94 BW) = gemeenschap van goederen
b. Arrest HR 15 maart 2013: er is sprake van fraus legis als een geregistreerd partnerschap
naar bedoeling van partijen voor slechts één dag is aangegaan met antifiscaal oogmerk
(eigenlijk gewezen in kader van toepasselijkheid art. 3 lid 1 onderdeel b WBR, maar geldt
ook voor onderdeel a, want de uitspraak brengt mee dat de bepaling in dergelijk geval
niet van toepassing is op de verkrijging krachtens boedelmenging waardoor de
verkrijging dus WEL belast is met overdrachtsbelasting).
c. Arrest HR 14 april 1993: ontbinden huwelijk na vele jaren door echtscheiding en vlak
voor de scheiding de huwelijksvoorwaarden wijzigen zodat desbetreffende onroerende
zaak vrij van overdrachtsbelasting toebedeeld kon worden aan de andere echtgenoot is
NIET in strijd met doel en strekking van de WBR. Hier dus GEEN fraus legis!
- Erfrecht:
a. Als je te maken krijgt met erfbelasting, krijg je niet ook te maken met
overdrachtsbelasting
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Notarieelrechtenstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.