100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Pedagogiek Hoofdstuk 2 - Cognitieve Veranderingen €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Pedagogiek Hoofdstuk 2 - Cognitieve Veranderingen

2 beoordelingen
 199 keer bekeken  0 keer verkocht

Een samenvatting van hoofdstuk 2 (Cognitieve Veranderingen) uit het boek Kleine Ontwikkelingspsychologie

Voorbeeld 1 van de 4  pagina's

  • 1 november 2015
  • 4
  • 2015/2016
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (7)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: rubenschaarsberg • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: peppeziklee123 • 8 jaar geleden

avatar-seller
Yanissal
Hoofdstuk 2: Cognitieve veranderingen
Niet alleen lichamelijk groeiproces, ook geestelijk: Alle belevingen van jongeren. Hoe zij over zichzelf
denken en andere mensen beoordelen, wat ze belangrijk vinden en wat ze afwijzen, welk beroep ze
willen en over verliefd zijn, inzicht in ouderlijk milieu en grotere zelfstandigheid.  Komt door
verandering in hersenen.  Intelligentie krijgt een grotere reikwijdte:
1. Adolescenten weten meer dan schoolkinderen: Meer ervaring, dus meer informatie kunnen
verzamelen.
2. Het denkvermogen krijgt de beschikking over een verder ontwikkeld instrumentarium (=
Materialen die je ergens voor kunt gebruiken)

Het begrip intelligentie
Intelligentie: Geeft de mate van verstandelijke vermogens aan t.o.v. een vergelijkbare (leeftijd)groep.
Intelligentie is een relatief begrip: Blijft voor de meeste mensen het hele leven hetzelfde.

Wat verandert er in de adolescentie in vergelijking met de kindertijd?:
- Verstandelijk vermogen van een jongere kan meer aan en functioneert beter.
- Hij wordt niet slimmer, maar kan zijn al denken met moeilijker en andersoortige vraagstukken
bezighouden.

Flynn-effect: Voor de groep is het gemiddelde IQ door allerlei oorzaken iedere 10 jr. ong. 3 punten
omhoog gegaan. Maar de relatieve positie voor individuen t.o.v. elkaar is voor de meerderheid gelijk
gebleven.
Intelligentiepositie t.o.v. leeftijdgenoten na 5e jaar: Stabiel, na 11e jaar: Zeer stabiel.

Schoolkeuze
Verhoging intelligentiescores met name bij jongeren die naar school blijven gaan. Jongeren die niet naar
school gaan: IQ blijft gelijk of dalen.

Op school wordt je gedwongen je hersens te gebruiken  Use it or lose it: “(Hersen)cellen die niet
gebruikt worden sterven af en wat wordt gebruikt blijft bestaan of verstevigd.”

Autochtone ouders uit hogere inkomensgroepen sturen kinderen eerder naar een hoger niveau dan de
citotoets laat zien, dan allochtone ouders. Allochtone jongeren krijgen vaak minder steun van thuis, dan
autochtone jongeren.

Praktisch of theoretisch?
Leerpotentie in de hersenen is tijdens adolescentie het grootst.  Wil niet zeggen dat alle jongeren
alles kunnen leren: Heeft o.a. te maken met de verschillen in waar hun intelligentie geschikt voor kan
zijn.
 Verschil in goed zijn in werken met de handen en goed zijn in werken met woorden.  Voor
beide heb je je hersenen (hoofd) nodig.

Rond 1900: Zo lang mogelijke leerplicht: Nadruk op algemene vorming, psychische bagage en
algemene ontwikkeling.  Jongeren verplicht verbale vakken volgen: Ten koste gegaan van motivatie
en succesbelevingen. Hierdoor heeft het menselijk brein meer beloningen nodig om bepaald gunstig
gedrag vast te houden.  Op kleine beloningen en positieve ervaringen reageert het puberbrein bijna
niet.

Capaciteit van het denken
Tweedeling in intelligentie:
1) Algemene (vloeiende) intelligentie: Mogelijkheid die iemand heeft in verschillende situaties
en bij diverse opgaven met verstandig inzicht te werk te gaan. Kan iemand dit?  Wordt
toegeschreven aan algemene (vloeiende) facetten van intelligentie: Eigenschappen die
algemeen inzetbaar zijn.
2) Uitgekristalliseerde intelligentie: Specifieker en talent specifiek. Bij facetten die minder
algemeen inzetbaar zijn en vooral bij sommige vraagstukken van pas komen. BV: Omvang
woordenschat.

Psychologen komen met steeds meer verder uitgesplitste intelligenties: talenten. Een jongere kan
muzikaal begaafd zijn, maar als hij nooit ervaringen heeft met muziek komt dat niet tot uiting.

In de adolescentie is, volgens psychologen, de vloeiende intelligentie belangrijker: Zodat je kan
opereren en denken op verschillende terreinen. Later in het leven: Uitgekristalliseerde intelligentie
belangrijker: Komt door de taken die men inmiddels heeft.  Geldt meer voor theoretisch dan praktisch
georiënteerde intelligentie.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Yanissal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51683 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd