Lean Green Belt
Algemeen
Lean Management: een business-strategie met een focus op het gestructureerd en procesmatig
creëren van klantwaarde
Gemba: werkvloer, dit is de plaats waar klantwaarde daadwerkelijk wordt gecreëerd.
De 5 principes van Lean Management:
Waarde Waarde voor de klant, eigenschappen/prestaties van een product of dienst waar
de klant voor wil betalen
Waardestroom Welke activiteiten dragen bij aan het creëren van waarde voor de klant en welke
dat niet doen
Flow Realisatie van gelijkmatige stroom van producten
Pull Productie op basis van de werkelijke afname door de klant
Perfectie Realiseren door continue te verbeteren
- Volgorde is van belang, waardestroom zegt niets als de klantwaarde niet in kaart is gebracht!
Misvattingen over Lean Management:
LEAN IS NIET LEAN IS WEL
Kostenbesparingsprogramma Door toepassing verminder je kosten
De volgende ontslagronde Creëert tijd voor kwaliteit
Alleen in productie Hele organisatie
Harder werken Slimmer werken
Verzameling tools Manier van denken, handelen en samenwerken
Project Geen einde
Toyota Production System (het TPS-huis): de basis van Lean
- Klantwaarde: eigenschappen of prestaties van een product/dienst waar de klant vor wil betalen
(bekeken vanuit de klant)
• Interne klant: maakt gebruik van de output van het proces in dezelfde organisatie
• Externe klant: betaald voor wat door de organisatie geleverd wordt. Dit zijn de belangrijkste
klanten, echter het merendeel van de bedrijfsprocessen levert een output aan de interne
klant
,Lean Green Belt
Waarde-toevoegende activiteiten: activiteiten en handelingen die worden uitgevoerd en die nut
hebben voor de klant. Bijvoorbeeld tijdige levering, goede service, goede kwaliteit, kloppende factuur
etc.
Niet-waarde toevoegende activiteiten: producten of dienst voldoet niet aan eisen van de klant (te laat
geleverd, meerkosten). Te onderscheiden in;
1. Muda: verspillingen (7 st.)
Verspilling Voorbeeld
Transport Transport en verplaatsing producten/data
Voorraad -Werk verzamelen om in 1x af te werken
-Tussenvoorraad en buffers halffabricaten
Beweging Beweging mens/machine
Wachten Wachten op voorgaande proces door mens/machine
Overproductie Proces loopt door terwijl er geen klantvraag is. Vooruit werken, meer
produceren dan nodig
Overbodige Data overnemen, controleren, printen én mailen, dezelfde gegevens op
processtappen meerdere locaties
Defecten Product/dienst voldoet niet aan verwachting van de klant. Herstelwerk,
miscommunicatie, invoerfouten, ziekte, storingen
Onderbenutting (8e ) Niet optimaal gebruik maken van de capaciteiten van mensen
(vaardigheden/talent) en middelen zoals machines, gebouwen en
systemen
Muda type 1 (onvermijdbare verspillingen): activiteiten die geen waarde toevoegen maar met de
huidige technieken onmogelijk kunnen worden geëlimineerd (controle of verplichting door wet -en
regelgeving)
Muda type 2 (vermijdbare verspillingen): activiteiten die geen waarde toevoegen en waarmee je kunt
stoppen
- Het benoemen van typen verspillingen is bedacht door Taiichi Ohno
- Circa 5% waarde toevoegend, 60% vermijdbaar, 35% onvermijdbaar
2. Mura: onevenwichtigheid (dagelijkse gang van zaken is niet in balans waardoor het werk
onregelmatig wordt uitgevoerd) - Externe oorzaak: seizoensgebonden vraag, acties - Interne
oorzaak: manier van organiseren (tentamenweek, maandafsluiting bij de boekhouding)
3. Muri: overbelasting doordat medewerkers/middelen voor 100% worden ingezet om werk af
te krijgen, raken zij overbelast. Dit kan fysiek (tillen, blootstelling aan straling, teveel werk) of
mentaal. Dit leidt tot storingen of ziekte van medewerkers.
, Lean Green Belt
Just-in-time (JIT): logistiek model waarbij met behulp van een flow-proces op de juiste plaats en
moment leveren tegen minimale offers. Hierdoor heb je geen (of minimale) batches, wachtrijen.
Idealiter:
• Goederenstromen gaan in de juiste volgorde en in één richting
• Maximale eliminatie/reductie van verspillingen
• Minimale hoeveelheid van onderhandelen werk (werk dat in het proces in bewerking is)
• Alleen levering van wat wordt gevraagd (voorkomen overproductie)
o Voordelen: voorraadvermindering, betere leverbetrouwbaarheid, verminderde
kwaliteitskosten, klantgerichtheid en stevige concurrentiepositie
o Nadeel: storingsgevoeligheid (grote gevolgen, daarom streven in het voorkomen van
fouten in diensten, wachttijden, omsteltijden, storingen etc.)
Jidoka: systeem waarbij een proces bij afwijkingen gestopt kan worden door de
medewerker/machine/systeem om defecten te voorkomen of direct te kunnen repareren. Het werk
stopt als het probleem optreedt en wordt niet doorgegeven aan de volgende processtap.
- Doel: producten defectvrij produceren
- Autonomisation: combinatie van automatisering en autonomie (zelfredzaamheid)
- Andon (lamp): systeem dat het management, stafmedewerkers en anderen waarschuwt in geval
van een kwaliteits -of procesprobleem. Wanneer er een fout gedetecteerd wordt, wordt het
proces stopgezet (lichtsignaal/geluid/kleursignaal). Dit kan door mens/machine.
Respect for people: manier van werken waarbij medewerkers worden geholpen maximaal te
ontplooien en problemen zelfstandig op te lossen
- Doel: alle medewerkers hun vermogens, om te denken/creatief te zijn, benutten en sterktes
maximaal te gebruiken door hen maatschappelijke bijdrage te leveren en talenten te ontplooien.
- Relatie medewerker – management is hiervoor belangrijk; wederzijds vertrouwen en
verantwoordelijkheid
- Fake Lean: geen sprake van respect-for-people, ontslaan Lean denkers, beschuldigen, winverlies
beslissingen, bureaucratiseren, goed nieuws gewaardeerd/slecht nieuws bestraft, geen
problemen herkennen en oplossen
- Nadeel Lean: weinig zelfstandigheid (zelfsturing, zelforganisatie)
Proces: activiteit waarbij een input wordt getransformeerd in output
Procesbesturing: het beheersen van processen om organisatiedoelstellingen te behalen a.d.h.v.
metingen en normen. Metingen worden gedaan aan de outputzijde in het proces, dit vergelijken met
de norm, hierna wel of niet bijsturen.
- Als je de meting doet tijdens de input is het belangrijk dat de volgende transformatie
voorspelbaar is om zeker te zijn van de output
- Aggregatieniveau: het niveau van samenvoeging van (deel)processen
- Scope van een proces: afbakening van een proces, waarbij wordt gedefinieerd waar het proces
begint en eindigt
Relatie tussen effectiviteit, efficiëntie en productiviteit
- Effectiviteit: mate waarin het proces levert wat wordt beoogd
- Efficiëntie: mate waarin de input nuttig besteed wordt om output te creëren
- Productiviteit: mate waarin het lukt om met minimale input maximale output te creëren.