Een wet op het decentraal
bestuur?
Een essay over de wenselijkheid van een wet op het decentraal
niveau.
Inleiding
Schrijnende mails over lange wachtlijsten, personeelstekorten en jongeren die het hele land
worden doorgereden omdat er nergens plek is in een instelling. Rob Hoffman, directeur Sociaal
, Domein Helmond, die de jeugdzorg in zijn portefeuille heeft, geeft aan hier dagelijks mee te
maken te krijgen. Ondertussen zou de situatie van de jongeren alleen maar slechter en slechter
worden en kan er geen perspectief worden geboden aan de ouders. In 2019 is er uit onderzoek
door Andersson Elffers Felix (AEF) gebleken dat er een structureel tekort is van tussen de 1,6 en
1,8 miljard euro in de jeugdzorg.1 Niet alleen op dit beleidsterrein kampen gemeenten met
tekorten. Daarbij komen ook nog de kosten van de opschalingskorting die in 2025 oplopen tot
975 miljoen euro.2 Gemeenten voelen zich genoodzaakt om te komen tot forse bezuinigings-
maatregelen of lastenverhogingen, deze raken de lokale samenleving én de individuele burgers.
Denk aan maatregelen als minimalisering van onderhoud van wegen en de openbare ruimte,
maar ook de afbouw van voorzieningen zoals bibliotheken, zwembaden en de matiging van
armoedebeleid en subsidies.3
Decentralisatie is geen nieuw verschijnsel, het vond zijn aanvang in het midden van de jaren
zeventig met initiatieven van enkele vakdepartementen.4 De afgelopen jaren zijn veel
overheidstaken en -bevoegdheden gedecentraliseerd. Een belangrijke reden hiervoor is de
veronderstelling dat decentrale overheden beter in staat zijn om beleid af te stemmen op de
lokale situatie, oftewel om maatwerk te realiseren.5 Echter vergt decentralisatie veel inspanning,
taken en bevoegdheden moeten naar behoren uitgevoerd worden, rekening houdend met het
behalen van landelijke beleidsdoelen.6 Dit ging ook nog eens gepaard met flinke bezuinigingen,
vaak bleek het budget ontoereikend te zijn. Zo geven de burgemeester en de wethouders van
gemeente Zoetermeer aan: “de gemeenten de facto dwingen om te bezuinigen op
basisvoorzieningen, terwijl het Rijk zelf financieel voor de wind gaat, is voor onze inwoners niet
te begrijpen.”
Kortom er is dringend behoefte aan een algehele versterking van het huidige bestuursstelsel. 7
Op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft emeritus-hoogleraar
staatsrecht Elzinga een proeve van een Wet decentraal bestuur geschreven. Deze wet kent
verschillende bouwstenen, die elk voor zich bijdragen aan het verminderen van de genoemde
knelpunten in het huidige openbaar bestuur.8 In dit essay ga ik in op de vraag wat deze wet zou
toevoegen aan reeds bestaande wettelijke regelingen én of de wet kan bijdragen aan verbeterde
verhoudingen tussen de overheden. Dit door eerst aanleiding van het wetsvoorstel te
bespreken, de inhoud uit te werken en tot slot mijn eigen oordeel erover te geven.
Aanleiding wetsvoorstel
Artikelen 114 lid 1 en 115 Provinciewet, 116 lid 1 en 117 Gemeentewet en art. 124 Grondwet
zijn de zogenaamde ‘decentralisatie-bepalingen’. In deze bepalingen wordt aangegeven dat
decentralisatie geboden is indien taken beter door provincie of gemeente kunnen worden
behartigd dan door het Rijk, hierbij wordt ook gewezen op de noodzakelijke beleidsvrijheid. 9
1
Hilderink e.a. 2020.
2
Kamerstukken II 2019/20, 35480, 3, p. 7.
3
Kamerstukken I 2019/20, 29 362, F, p. 4.
4
Groenendijk, RegelMaat 2013/28.
5
Van der Veer, Schalk & Gilsing, Beleid en Maatschappij, 2011/38.
6
Boogers & Reussing, Bestuurswetenschappen, 2019/73.
7
VNG 2021.
8
VNG 2021.
9
VNG 2021.
1