Samenvatting
Samenvatting Opdrachtenboek H4 4 HAVO Aardrijkskunde BuiteNLand
- Vak
- Aardrijkskunde
- Niveau
- HAVO
Opdrachtenboek H4 4 HAVO Aardrijkskunde BuiteNLand
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 22 pagina's
Voorbeeld 3 van de 22 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
INTRODUCTIE68
4.1 Van de bergen naar de zee
69
4.2 De invtoed van de mens
71
4.3 lJsselmeergebied en de þ
Zuidwestet,ijke Delta 72
HOOFDVRAGEN
74
EXAMENTRAINING
77
4.4 Adaptief dettamanagement 78
4.5 Ruimte voor de rivier 79
4.6 Het lJssetmeer en de Zuidwestetijke
Detta
80
HOOFDVRAGEN
82
EXAMENTRAINING
85
SAMENVATTING
87
PRAKTISCHE OPDRACHT
89
lntroductie
1 Paragraaf lnhoud
Lees de introtekst en bekijk de foto op de openingspagina Paragraaf
van dit 1 AModerne aanpak om overstromi ngen te voorkomen
hoofdstuk. Paragraaf 2 BRivieren zijn bela ngrijke zoetwate rlevera
nciers,
a Door welke drie oorzaken wordt Nederland door Paragraaf 5
het water bedreigd? C Fysisch-geografisc he kenmerken van de rivien
b Welke van die drie oorzaken zie je op de foto
van de intropagina? Paragraaf ó D Traditionete maatregeten om rivieren te bedwingen.
c Denk jij
dat de situatie op de foto in de toekomst
meer of minder
voor zal komen? Beargumenteer je antwoord.
3
,lMe
2 Lees het artikel zijn weer veilig voor het water, in 2050, en
bekijk de bronnen van de introductieparagraaf.
Blader nu door het hoofdstuk.
a lÂ/elke drie bedreigingen van Nederrand in dit artikel
a Behoort de stof van dit hoofdstuk tot de SE_ of CE-stop worden ook
genoemd in de tekst bij de introductiefoto?
b Welke twee gebieden in Nederland krijgen in
dit hoofdstuk veel b Noem vijf maatregelen waarmee de overheid het gevaar
aandacht? van over_
stromingen probeert te keren.
c De paragrafen met reerstof worden steeds
afgewisserd met de c Geef twee voorbeelden waaruit blijkt dat onze economie
zogenaamde .Examentraining,. voor 15
tot 20 procent afhankelijk is van zoet water.
Welke twee thema,s komen in Examentrainin
gZ aande orde en in d Leg uit waarom voldoende zoet water in de toekomst
welke provincies liggen deze gebieden? een
noodzaak is.
d Paragraaf 1, 2, 5 en 6 gaan over rivieren.
Wat is het verschil in in_
houd als je deze paragrafen met elkaar vergelijkt?
Ifáak de goede
combinaties.
O Noordhoff U¡tgevers bv
, 69
t.@ 5
Bekijk figuur 1, het artikel en gebruik de atlas.
Bekijk bron 1 tot en met 4.
a Zonder dijken en duinen zou een gedeelte van Nederland over_ a Wat is de relatie tussen bron 1 en de andere drie bronnen?
stromen. Welk percentage oppervlak van Nederland loopt risico te
b Bij welke maatregel in het kader van Ruimte voor de rivier
overstromen?
ondervinden de bewoners van het rivierengebied weinig hinder?
b Wat zou economisch erger zijn in Nederland, een overstroming Verklaarje antwoord.
door de rivieren ofeen overstroming door de zee? Lichtje ant_ c Op welke twee manieren krijgt de nauwe doorgang van de Waal
woord toe.
bij Nijmegen (bron 4) meer ruimte?
c In het westen van Nederland liggen gebieden die niet overstro_
d Welke bron past het beste waar de rivier Nederland binnen_
mingsgevoelig zijn. Welke gebieden zijn dat?
stroomt en welke bron die dichter bij de Noordzee ligt?
d Op de reliëfkaart van Nederland zie je de 1 meter NAp lopen. e Op bron 3 zie je de ontpoldering van de Noordwaard. Dit houdt
Waarom heeft men juiste deze lijn gekozen? in dat bij piekafuoeren dit gebied mag onderlopen om zo de wa_
terstand in de rivier te verlagen. Zet de cijfer 1 tot en met 4 onder
Nedertand zonder dijken FIGUUR 1 elkaar en schrijf er de goede inwlling achter.
Ç't= Dit gebied is om een fysisch-geografische en een sociaalgeogra_
Çt=
r
fische reden gekozen. Een fysisch-geografische reden is dat het
gebied 1 ... ligt en bij hoge 2 ... de steden Vì/erkendam en Gorin_
i,/ chem met overstroming bedreigd worden.
Een sociaal-geografische reden is dat het gebied bijna niet 3 .. . is
en een 4 ... bestemming heeft.
6
Bekijk het rijtje met begrippen onder Voorkennis. De begrippen zijn
behandeld in de onderbouw en keren nu terug in dit hoofdstuk. Ken
je ze nog?
Neem de letters A tot en met J over en schrijf er met een cijfer achter
welk begrip bij elke omschrijving past.
Beqrip 0mschrijving
A delta 0p veeI ptaatsen in de weretd vind je hier grote
havens.
B estuarium 2 De oorsprong van deze rivier [i gt in de Atpen.
C gemengde 3 Hoe grover de grondsoort, hoe meer water
r¡v¡er opqenomen wordt.
D reqenrivier 4 De hoofdrivier met atle bij- en ziirivieren.
E gtetsjerrivier 5 Hier is de stroomsnetheid van rivieren q root.
F infittratie ó De Rijn en de Donau zijn hier voorbeelden van
9------------iE rm G boventoop 7 Het gebied waar de rivier in zee uitmondt en
materiaaI sedimenteert.
tI gebied dat zonder dijken of duinen
door de zee wordt overstroomd
H middentoop 8
I benedentoop 9
De rivier en daa[t met de getijden van de zee-
n gebied dat zonder dijken
door rivieren wordt overstroomd
J stroomgebied 10
De Loire en de Maas ontvangen uit deze bron
hun water.
ln Duitstand vind je in dit deet van Rijn
het[ingen met wijngaarden.
o Verkorte.teerroute I - 5 - ó
@ 4.1 Van de bergen naar de zee
^l
c De Rijn krijgt in het na- en voorjaar steeds meer water te
Lees de paragraaf en bekijk de bronnen.
verwerken.
Hieronder staan verschillende beschrijvingen. Neem de letters
d Het verzamelgebied waarbinnen alle neerslag via de zijrivieren
in
over in je schrift en zet er het juiste begrip achter. Kies uit: regiem
de hoofdstroom uitkomt.
- gemengde rivier - debiet - waterscheiding _ meanderen _ neerslag_ e Het hoogteverschil langs de Rijn tussen Lobith en Hoek van Hol_
regiem - stroomgebied - verval klimaatverandering _ gtq&jerrivier _
- land is 14 meter.
vertragingstij d - verhang - re genrivier.
f De Rijn wordt gevoed met regenwate¡ en smeltwater uit de
bergen.
a Het waterpeil in de Amblève is in een paar uur tijd heel hoog g De afuoer van de Maas wordt hierdoor onregelmatiger
geworden.
h De grens tussen twee stroomgebieden.
b De Rijn ontspringt in de Zwitserse Alpen als een snelstromende
bergrivier.
O Noordhoff Uitgevers bv
, 70 lå{.}íil';!lfl'Í'[.jl( r$ .. t..Li{:þrüå\41üf:.\i lN!{:ì WAI L ROVI-.lìl AS t
¿ 5
Zijn de volgende uitsprakenjuist ofonjuist? Schrijfde letters a tot en Bekijk bron 7 en figuur 2.
met e onder elkaar inje schrift en schrijferjuist ofonjuist achter. a In bron 7 en f,guur 2 zie je hetzelfde proces. Beschrijf dit proces
â Het verval van een rivier neemt in de benedenloop af. met een oorzaak-gevolgrelatie
b rivier krijgt meer energie a1s de afvoer toeneemt.
Een b Zijn de volgende uitspraken goed offout?
c rivier meer water afuoert, wordt hij smaller en dieper.
A1s een A De foto van figuur 2a is in de zomer en foto 2b in de winter
d Bij de monding van de rivier vindt erosie en sedimentatie plaats. genomen.
e De stroomsnelheid is kleiner bij de bron dan bij de monding. B Gletsjers groeien in
de winter aan en smelten in de zomer weer af.
C De laatste decennia is er wereldwijd sprake van een netto
3 aangroei van gletsjers.
a Bekijk bron 5. Schrijfde begrippen bovenloop, middenloop en c Leg uit hoe het komt dat een gletsjer 'stroomt'.
benedenloop naaste elkaar in je schrift en noteer er de juiste om- d Wat zullen de gevolgen zijn van dit proces zijn voor onder andere
schrijving onder. Kies !ít: zand en klei - rotsen en keien - steile hel- de benedenloop van de Rijn? Je antwoord moet een oorzaak-
Iingen - vertícale erosie - horizontale erosíe - grind en stenen - groot gevolgrelatie bevatten.
verval - klein verval - erosie en sedimentatie - erosie - sedímentatíe
- groot debiet - kleín debiet - hoge stroomsnelheid - Iage stroomsnel-
heid - horizontale en verticøIe erosie - gemiddelde stroomsnelheid.
6@
Bekijk figuur 3 en GB 188lGB 204.
b In welk deel van rivier, de bovenloop, de middenloop of beneden- a Wat geeft de streepjeslijn op figuur 3 aan en tussen welke rivieren
Ioop, vervoert de rivier het meeste water? zou je nog meer van dit soort streepjeslijnen kunnen tekenen?
c Als een rivier in de benedenloop terecht komt, gaat hij meande- b Zoek met behulp van de atlas uit wat voor rivier het is. I(ies uit:
ren. Hoe komt dat? gletsjerrivier - regenrivier gemengde rivier.
A De Missou¡i is een ...
Ir@ B De Mississippi is een ...
Gebruik bron 5, 6 en de atlas. C De Ohio is een ...
aNoem ten minste vijf van de negen landen die in het stroomgebied D De Arkansas is een ...
van de Rijn liggen. c De Mississippi ontspringt in het noordwesten van de staat Minne-
b Hoe ziet de waterscheiding tussen de Rijn en de Maas er meestal uit? sota bij het Itascameer op een hoogte van 500 meter en stroomt
c Wat voor soort rivier zie je op bron 5A, 58 en 5C? Kies uit: smelf- bij New O¡leans in de Golf van Mexico. De rivier heeft een lengte
waterrivier - regenrivier - gemengde rivier. van 3766 km. Bij Cairo, op een hoogte van 90 meter, mondt de
d Op welke foto van bron 5 stroomt de Rijn het snelst? Verklaar je Ohio in de Mississippi.
keuze. Bereken:
e Op welke foto van bron 5 is het debiet het grootst? Verklaar je keuze. - het verval van de bron van de Mississippi tot Cairo.
- het verhang van de bron van de Mississippi tot New Orleans.
foto A: 1 929 foto B; nu FIGUUR 2
1 Het stroomgebied van de Mississippi FIGUUR 3
1
)-{'1
:d.' 'JFr-4qç')ç--*
sì
\ì
500 km
O Noordhotf Uilgevers
bv
Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:
Bewezen kwaliteit door reviews
Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!
In een paar klikken geregeld
Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.
Direct to-the-point
Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Noaveldmaat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen