OPERATIONELE MARKETING
Hoofdstuk 9 T/M 17
Commerciële Economie
CE3
Gemaakt door: Anniek Bond
Anniekbond1@gmail.com
,Hoofdstuk 9:
Product: Alles wat onder de aandacht van de markt kan worden gebracht of
aangeboden voor aankoop, gebruik of verbruik en wat voorziet in een behoefte of
een wens; dit kan zowel materiële objecten zijn als diensten, personen, plaatsten,
organisaties en ideeën.
Diensten: activiteiten, benefits of vormen van behoeftebevrediging die te koop
worden aangeboden, ontastbaar zijn en waarvan de consument geen eigenaar kan
worden.
Productniveaus:
1. Kernproduct (core product)
De oplossing of een verzameling kernbenefits die de klant verwerft
wanneer hij het product aankoopt. Het product beschouwd in termen
van functies voor de afnemer: het product als vervuller van een
specifieke behoefte van de afnemer
1. Tastbaar product ( tangible product)
De componenten van het product die fysiek
waarneembaar zijn. Met vijf kenmerken: De
onderdelen, het kwaliteitsniveau, de functies, de
stijl, de merknaam, de verpakking en andere
kenmerken die tezamen de benefits van het
kernproduct leveren.
1. Uitgebreid product (augmented product)
De toegevoegde eigenschappen, zoals extra
dienstverlening, garanties, service na de
verkoop, installatie en benefits, die rond het kern-
en het tastbare product worden gecreëerd.
Productindelingen:
1. Duurzaamheid
Niet-duurzaam product: consumentenproduct dat een relatief korte
levensduur heeft en normaal gesproken slechts eenmaal of enkele
malen wordt gebruikt.
Duurzaam product: consumentenproducten dat normaal gesproken
over een langere periode en/of keer op keer wordt gebruikt.
1. Consumentenproduct
Product dat door de finale afnemers (eindconsument) voor persoonlijk
gebruikt wordt gekocht.
1. Convenience (gemak producten) ( gewoontekoopgedrag) :
, Koopgedrag: regelmatige aankoop, geen planningen, weinig
vergelijking en beperkt winkelen. Weinig betrokkenheid van de klant.
Prijs: lage prijs
Distributie: intensieve distributie, gemakkelijke locaties en worden
overal aangeboden waar de klant dit verwacht.
Promotie: massapromotie door producent
Voorbeelden: tandpasta, tijdschriften, wasmiddelen
2. Shopping ( variatie zoekend koopgedrag) ( probleemoplossend
aankoopgedag):
Koopgedrag: minder regelmatige aankoop, veel planning, en
uitgebreid winkelen, vergelijking van merken in prijs, kwaliteit, stijl.
Prijs: hogere prijs
Distributie: selectieve distributie op minder plaatsten. Slechts
enkele distributiepunten per middel grote stad
Promotie: reclame en persoonlijke verkoop door producent en
wederverkopers.
Voorbeelden: grote huishoudelijke apparaten, tv, meubels, kleding.
3. Specialty ( complexkoopgedrag) (dissonantie reducerend
koopgedrag) (uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag):
Koopgedrag: sterke voorkeur voor en loyaliteit aan een merk,
speciale inspanning voor aankoop, weinig vergelijking van merken,
weinig prijsbewust.
Prijs: hoge prijs
Distributie: exclusieve distributie op maar één of een paar plaatsen
per aanbiedingsregio. Slechts enkele distributie punten per
provincie.
Promotie: zorgvuldige gerichte promotie door producent en
wedeverkopers.
Voorbeelden: luxeproducten, zoals Rolex-horloge en fijn kristal
4. Unsought ( negatieve belangstelling)
Koopgedrag: weinig kennis van en over het product
Prijs: verschillend
Distributie: verschillend
Promotie: agressieve reclame en persoonlijke verkoop door
producent en wedeverkopers.
Voorbeelden: levensverzekeringen
1. Industriële producten: