Les 1
Waarom mogen dezelfde mensen niet aan meerdere disciplines werken? Gebrek aan kritische
werkomgeving zelfoverschatting gerechtelijke dwaling
Criminalistiek valt onder algemene forensische wetenschappen:
- waarheid achterhalen (juridisch en wetenschappelijk)
- gerechtelijke doeleinden
- zijn wetenschap
Forensische wetenschap=toepassen van alle wetenschappen die kunnen worden worden aangewend
bij het achterhalen van de waarheid en gebruik voor gerechtelijke doeleinden
criminalistiek is onderdeel van forensische wetenschap natuurwetenschappelijke deel
Criminalistiek=studie van fysische zaken die gerelateerd zijn aan criminalistiek
Toepassing van natuurwetenschappelijke methode bij het onderzoeken van fysieke sporen of
objecten, welke direct of indirect samenhangen met een mogelijk gepleegd strafbaar feit.
Onthoud: natuurwetenschappen + onderzoek sporen (analyseren, interpreteren en identificeren)
Criminalistiek is terugredeneren: heden bestuderen om verleden te achterhalen
In forensische wetenschap heb je ook disciplines die niet natuurwetenschappelijk zijn of gericht zijn
op waarheidsvinding.
Voorbeelden:
- medisch/biologisch: DNA-analyse, haaranalyse en toxicologie
- andere subdomeinen: fysisch/chemisch (wapens en explosies), microsporen (schotresten, glas en
vezels), verdovende middelen, digitale technologie en biometrie (documenten en handschrift)
Verschil criminalistiek en forensische wetenschappen
bij forensische wetenschappen heb je ook: wetenschap dat niet technisch of natuurwetenschap is
(rechtspsychologie) of wetenschap dat niet gericht is op waarheidsvinding (forensische psychologie)
I gericht op de persoon van de dader-strafbaarheid en toerekeningsvatbaarheid I
Verschil criminalistiek en criminologie
Criminologie zijn sociale wetenschappen en gebruikt technieken uit sociologie, psychologie en sociale
antropologie. Criminalistiek zoekt naar bewijs. Criminologie zoekt naar aard van misdaad, crimineel
gedrag en effect van sancties.
Wat doet forensisch onderzoeker?
bepalen herkomst van spoor
terugredeneren met forensisch bewijs als argument hoe sterk is het bewijs
het hangt af van het onderzoeksdoel hoe je terug gaat redeneren. Het doel zegt ook welke methode
en technieken gebruikt gaan worden.
3 niveaus:
1. Bron/herkomst van spoor source level
2. Wijze en tijdstip waarop spoor is ontstaan/ hoe is het spoor hier terecht gekomen activity level
3. Wat is er gebeurd/ is er sprake van een delict offence level (voor juristen)
1. Wat voor spoor is het
2. Personen relatie tot strafbaar feit
1
,3. Betrekking tot delict.
Niveau 1 bron niveau:
- identificatie: het bepalen van de samenstelling van het spoor
Vragen die oa gesteld kunnen worden: Uit welke stof bestaat het onderzochte materiaal? Wat voor
object is het onderzochte materiaal?
- classificatie: het bepalen van de klasse van het type spoor, soort sporen
Vragen die oa gesteld kunnen worden: Tot welke klasse/groep stoffen of voorwerpen behoort het
onderzochte materiaal?
- Kwantificatie: Bepalen hoeveelheid/concentratie
Vragen die oa gesteld kunnen worden: Wat is de concentratie? Wat is het gehalte? Wat is het
gewicht van de stof/object?
- Individualisatie: het bepalen van de unieke gemeenschappelijke bron, bepalen van welk uniek
voorwerp of persoon het materiaal afkomstig is.
Vraag die gesteld kan worden: Van welke unieke stof, voorwerp of lichaam is het materiaal
afkomstig? (Is niet altijd vast te stellen)
Bij individualisatie wordt er maar naar 1 ding gekeken. Bij classificatie wordt van het gevolg terug
geredeneerd.
Niveau 2 activiteitenniveau
Associatie: het bepalen van relevant contact, bijv. tussen twee voorwerpen (vezels, glas, mes). Zijn
twee sporen of objecten met elkaar in contact geweest? Wijst de relatie aan van de aanwezigheid
van de dader op de plaats delict
Toelichting: Gebruiksvoorwerpen kunnen gerelateerd worden aan de bron, bijvoorbeeld op grond
van functie of fabricage. Om te achterhalen of een bepaald spoor van een bepaalde bron komt,
kunnen replicatieproeven worden gedaan. Dit zijn proeven om aan te tonen of juist uit te sluiten dat
een bepaalde handeling een bepaald effect heeft.
Niveau 3 misdrijfniveau
Reconstructie: het bepalen van de toedracht van het (strafbare) feit/aard en plaats van
gebeurtenissen in tijd en ruimte. Het bepalen hoe iets gebeurd is.
Voor individualisatie heb je associatie nodig. Identificatie of individualisatie van sporenmateriaal
zonder een duidelijk aantoonbare associatie van sporen met het strafbare feit vormt een principieel
onvoldoende basis voor een sluitende reconstructie van de werkelijkheid.
Criminalistiek maakt ook de koppeling naar de zittingszaal:
artikel 339 wetboek van strafvordering bepaalt dat als wettige bewijsmiddelen alleen worden
erkend:
- eigen waarneming van de rechter
- verklaringen van de verdachte
- verklaringen van getuige
- verklaringen van een deskundige
- schriftelijke bescheiden
feiten of omstandigheden van algemene bekendheid zijn geen bewijs
De waardering van het bewijs is aan het oordeel van de rechter overgelaten. Rechter vraagt de
deskundige, omdat hij onvoldoende verstand heeft van een bepaalde zaak. De rechter is degene die
2
, op basis van het onderzoek van de deskundige een beslissing moet nemen. Rechter is vrij in de
bewijswaardering.
Eisen aan deskundigenbewijs: de daubert criteria (vs en china)
De deskundige en zijn rapport moeten betrouwbaar zijn. Als dat kan worden gegarandeerd dan heeft
het de meeste bewijswaarde.
De criteria zijn benoemd naar het plaatsje daubert waar 7 rechters hebben besproken wanneer een
methode of theorie als bewijsstuk in een rechtszaak toelaatbaar is. De 4 voorwaarden voor de
daubert criteria zijn:
- de theorie of methoden die gebruikt zijn, zijn getoetst of kunnen worden getoetst.
- het onderliggende onderzoek is gepubliceerd
- de foutenmarge voor de methode is niet te groot
- de methode door vakgenoten worden algemeen geaccepteerd
als de deskundigheid wordt betwist mag de rechter dit verweer alleen goed gemotiveerd verwerpen.
Alleen het erbij halen van extra deskundigen die eerdere conclusies niet verwerpen is niet genoeg.
De verwerping van een gemotiveerd verweer dat een door een deskundige gebruikte methode niet
betrouwbaar is, dient te worden gemotiveerd.
Deze criteria geven aan waaraan het deskundigenbewijs moet voldoen. Dus door de uitspraak in het
Schoenmakersarrest zijn in Nederland de criteria in het deskundigenrapport:
• Wat is het beroep, de opleidingen ervaring van de deskundige?
• Strekt de deskundigheid zich uit over de materie waarover de deskundige zich uitspreekt?
• Welke methode heeft de deskundige gebruikt?
• Wat is de betrouwbaarheid van de gebruikte methode?
• Was de deskundige in staat de methode vakkundig toe te passen?
Van een professioneel forensisch deskundige mag men verwachten dat deze niet slechts beschikt
over bepaalde expertise, maar tevens blijk geeft door studie of ervaring geschoold te zijn in de
forensische wetenschap en zich bij het uitvoeren van zijn onderzoek en het opstellen van zijn
deskundigenrapport bewust is van het gewicht dat aan zijn rapportage kan worden toegekend.
Er zijn een aantal risico’s in de relatie jurist en deskundige ten aanzien van het deskundigenbewijs.
Tussen de forensische en juridische wereld bestaan enkele communicatieve problemen. Aan de
interpretatie van deskundigenbewijs door bijvoorbeeld de rechter of de officier van justitie kan een
aantal gevaren zitten
- Plunderen=het selectief gebruiken van de resultaten/bevindingen in het rapport
Justitie maakt soms selectief gebruik van de resultaten van het deskundigenonderzoek waardoor het
oordeel van de deskundige geen recht wordt aangedaan aan diens bevindingen. Om dit op te lossen
stellen sommige deskundigen als eis dat hun bevindingen alleen maar in zijn geheel mogen worden
aangehaald. Uitspraken van deskundigen kunnen zo ook uit zijn verband worden gerukt.
- Verschuilen=wanneer de rechter of OvJ zich achter de conclusie van de deskundige verschuilt
De vraagstelling is gericht op een deterministisch antwoord: ja of nee. Het doel is om deskundigen
woorden in de mond te leggen dat het vrijwel zeker is dat de verdachte het spoor heeft
achtergelaten. Bijvoorbeeld wanneer er een vraagstelling is die categorisch in plaats van
probabilistisch is zoals bijvoorbeeld: is de getuige betrouwbaar? Dan moeten deskundigen een ja/nee
antwoord geven terwijl ze dat op basis van hun wetenschap niet kunnen geven.
- Verzwijgen=onthouden van ontlastende of niet belastende bevindingen van het onderzoek
door politie of justitie
Het niet rapporteren van negatieve uitkomsten of bepaalde belangrijke zaken niet aan de deskundige
vragen. Hierdoor wordt de feitenrechter en de verdediging relevante informatie onthouden.
- Blind vertrouwen= de deskundige heeft altijd gelijk.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chelsea789. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.