Conclusie
Ondanks de onjuiste hoogte van de bandjes van CYP2C9*2 suggereert de PCR-RFLP op het DNA van
het slachtoffer dat Jessica het genotype *1/*2 heeft voor het CYP2C9-gen. Dit is bepaald aan de hand
van het aantal ontstane fragmenten. Daarnaast heeft groep 301/202 hetzelfde resultaat met ook de
juiste grootte van de bandjes. De PCR van de VKORC1 heeft niet gewerkt, echter zijn de andere
onderzoekers tot de conclusie gekomen dat Jessica het genotype VKORC1-1639 G/A heeft. Hieruit
blijkt dat Jessica gevoelig is voor warfarine en daarom kan dit mogelijk hebben bijgedragen aan haar
dood wanneer niet een verlaagde dosis is ingenomen. Aan de hand van het onderzoek op de
onderbroek kan geconcludeerd worden dat het slachtoffer seksueel contact heeft gehad. Dit blijkt uit
de oplichting van de vlekken met de polilight bij 450/490 nm en de indicatie van amylase met de
phadebas test. Deze indicaties worden verklaard en bevestigd door de aantoning van sperma en
speeksel met de cytologische kleuringen HE en PAP. Echter hebben de PCRs met de markers MUC1
en opa 4-RAPD niks opgeleverd en kan er niet gezegd worden met wie mogelijk seksueel contact is
geweest. Het vergelijkend haaronderzoek laat wel zien dat het haar van Floor ter Beek en
onderzoeker Senna de Vreede mogelijk een match vertoont met een haar van het PD en daar dus
aanwezig geweest kunnen zijn. Deze onderzoeken geven daarentegen geen spoor van overschrijdend
gedrag.
Discussie
Het warfarine onderzoek, dat werd uitgevoerd om te bepalen of het slachtoffer gevoelig is voor
warfarine, toonde aan dat CYP2C9*2 3 fragmenten had voor AvaII en CYP2C9*3 1 fragment voor
kpnl. Dit is volgens de verwachting wanneer het slachtoffer het genotype *1/*2 heeft voor het
CYP2C9-gen. Echter zitten de bandjes dan niet op de juiste hoogte. De bandjes voor CYP2C9*2 zijn
gevonden op een hoogte van 500 bp, 400 bp en 79 bp. Deze zouden zoals aangetoond in het
onderzoek van K.C.Seng et.al op een hoogte moeten zitten van 375, 296 en 79 bp [1]. In dit
onderzoek is na de PCR van CYP2C9*2 alleen een bandje te zien op een hoogte van 375 bp. Ditzelfde
is ook te zien in ons onderzoek. Ookal is de positieve van deze PCR niet positief kan, omdat het
bandje van CYP2C9*2 op de juiste hoogte zit, toch worden aangenomen dat de PCR heeft gewerkt.
Daarnaast zijn de instellingen geoptimaliseerd en hebben eerder voor de positieve controle ook
goede resultaten geleverd. Het enzym AvaII heeft gezorgd voor vele bandjes bij de controle en heeft
dus met succes geknipt. De negatieve controle heeft alleen een bandje voor het lambda DNA en
daarom kan gesteld worden dat dit DNA niet zonder het enzym is geknipt. Het aantal bandjes is
daarom betrouwbaar. Het verschil in bandjeshoogte na de PCR-RFLP zal daarom niet door deze
technieken zijn veroorzaakt. Mogelijk heeft de gelred bij het runnen van de elektroforese de
bovenste twee bandjes verhoogd. De bandjes voor CYP2C9*3 zitten wel op de verwachtte hoogte van
105 bp. Deze grootte voor exon 7 is ook aangetoond in het onderzoek van K.C Seng et.al. Wederom is
deze positieve controle niet positief, maar door de verwachtte hoogte van 105 bp kan toch worden
gezegd dat de PCR heeft gewerkt. Wederom is ook deze PCR al geoptimaliseerd en heeft daarom al
eerder goede bandjes geleverd met deze instellingen. Het PCR-product van 105 bp is dus niet geknipt
door het kpnl enzym. Echter werkt deze, aan de geknipte bandjes in de controle te zien, wel. Het feit
dat de resultaten van de groep 301/302 dezelfde genotype vertoont met de juiste bandjesgrootte
bevordert de betrouwbaarheid. Verder gaf het warfarine onderzoek voor de aantoning van SNPs in
het VKORC1-gen na de PCR geen bandje bij het slachtoffer. De PCR is geoptimaliseerd en heeft toen
bandjes vertoont op de juiste hoogte van 636 bp. Met deze instellingen is de PCR ingezet op het DNA
van het slachtoffer en de positieve controle. Bij de resultaten van de PCR heeft de positieve controle
een bandje op de 636 bp. Dit geeft aan dat de PCR daadwerkelijk heeft gewerkt. Het DNA van het
slachtoffer is ook gebruikt voor het CYP2C9 onderzoek en laat zien dat dit DNA intact is en de PCR
hierop zou moeten werken. Kortom lijkt dit een fout te zijn in het bereiden van de mastermix met
DNA. De PCR op het VKORC1-gen bij groep 301/302 liet zien dat het slachtoffer bandjes had op 50,
114, 472 en 522 bp wat verwacht wordt wanneer het slachtoffer het genotype heterozygoot G/A
bezit, maar de bandjes op 540 bp en 560 bp horen niet bij dit genotype. Ditzelfde is ook gebeurd bij
onze positieve controle na de RFLP. De studie van N.Kaur et.al laat zien dat de PCR van de VKORC1
, een bandje geeft op 636 bp, maar ook op meerdere plekken. Dit was in dit onderzoek een reden dat
na de RFLP de juiste bandjes werden verkregen, maar ook extra [2]. Wellicht zou er een extra
klein/licht onopvallend bandje aanwezig zijn bij de VKORC1 na enkel de PCR waardoor deze bij de
RFLP ook geknipt is. Dit zou wellicht ook een verklaring zijn waarom het bandje op de 114 bp niet de
meeste intensiteit uitstraalt wat wel was verwacht. Echter heeft het bandje wel een hogere
intensiteit dan het bandje op 79 bp. De PCR zou voor de aantoning van mogelijke aspecifieke binding
nog een keer gedraaid kunnen worden bij een annealing van 60 °C in plaats van 58 °C. Omdat geen
enkel genotype van de VKORC1 een bandje boven de 522 bp verwacht en verder alle bandjes van de
aangegeven genotype aanwezig zijn kan dit resultaat toch als betrouwbaar worden geschouwd.
Het semen onderzoek bestond uit verschillende deelonderzoeken. Op de plekken van de onderbroek
is de polilight, phadebas test en de cytologische kleuringen PAP en HE uitgevoerd met het doel
mogelijk seksueel contact aan te tonen. Hierbij is gezocht naar lichaamsvloeistoffen (met name
sperma enof speeksel). Bij de polilight trad er fluorescentie op bij 450 en 490 nm. Dit is volgens
verwachting bij aanwezigheid van sperma/en of speeksel. Aan de hand van de polilight kan geen
onderscheid gemaakt worden tussen de lichaamsvloeistoffen door de overlapping van de
emissiespectra. De Phadebas test, dat routinematig wordt gebruikt voor de detectie van speeksel, gaf
een positief resultaat. De geschiktheid van Phadebas®-papier als een vermoedelijk
screeningsinstrument voor speeksel op forensische stukken, werd onderzocht in de studie van D.J.
Wornes et.al. De resultaten van deze studie toonden aan dat Phadebas®-papier gevoeliger is voor α-
amylase-activiteit en minder specifiek voor speeksel dan eerder werd gerapporteerd [3]. De blauwe
kleuromslag die in dit onderzoek is gevonden duidt dus op aanwezigheid van amylase. Er kan hierbij
niet met zekerheid onderscheid gemaakt worden tussen alles wat amylase bevat. Omdat de
phadebas test een presumptieve test is kan het probleem van een positieve test zich voordoen.
Doordat amylase vaak wordt gebruikt in wasmiddel zou dit ook kunnen voorkomen in een gewassen
onderbroek. Echter liet het onderzoek van A. feia en N. Novroski zien dat kleding die gewassen is in
wasmiddelen waarvan bekend is dat ze enzymen bevatten, geen detecteerbare niveaus van α-
amylase vasthoudt na een typische wascyclus. Hierin is aangetoond dat de verdunde wasmiddelen
zelf wel sporen van amylase lieten zien [4]. Dit onderzoek bevordert de betrouwbaarheid van een
daadwerkelijk positieve test. De cytologische kleuring HE gaf onder de microscoop aan dat er sperma
en speeksel aanwezig is in de onderbroek. De PAP kleuring gaf alleen speekselcellen aan. Een reden
voor het vinden van enkel een zaadcel bij de HE-kleuring is de manier van swabben. De swab is op
een plek van de vlek gehaald en er is dus niet over de hele vlek geswabt. Daarnaast waren er met de
polilight drie vlekken gevonden waarvan de vlek op het kruis niet is geswabt. Mogelijk zaten op de
plekken die niet zijn geswabt de meeste zaadcellen. Er is al een zaadcel gevonden en dit zouden er
dus meerdere kunnen zijn. Voor de betrouwbaar van de kleuringen zijn controles meegenomen
(semen en speeksel). Bij de HE-kleuring was de semen controle paars gekleurd en de speeksel
controle roze/paars zoals verwacht. Bij de PAP kleuring was de semen controle blauw en de speeksel
controle had roze, oranje en blauw cytoplasma en blauwe kernen zoals verwacht. De controles
bevestigen hiermee dat de kleuringen zijn gelukt. Daarnaast lieten de controles ook zien dat de twee
lichaamsvloeistoffen goed onderscheiden kunnen worden van elkaar. De identificatie van de cellen
zou in monster dus geen probleem opleveren. De speekselcellen van de HE-kleuring hadden geen
kern meer en waren klein, ze lijken gedegradeerd. De speeksel controle had de verwachte vorm van
cellen die nog goed intact zijn. De cellen hadden namelijk een grote omvang, platte vorm, niet-
granulair cytoplasma, op de middenlijn gelegen kern en grote cytoplasma-tot-kernverhouding.
Ditzelfde geldt voor de spermacontrole waarvan de koppen en staarten nog aan elkaar zaten. De
controles wijzen aan dat de degradatie waarschijnlijk niet tijdens de kleuring heeft plaatsgevonden.
De swab is met hoge druk afgenomen wat voor de degradatie heeft kunnen zorgen. Eveneens kan
het te lang bewaren van de onderbroek een verklaring zijn. In tegenstelling tot de HE-kleuring was bij
de PAP-kleuring wel al degradatie van de spermacellen te zien bij de controle. De kleuring zelf zou
naast het afnemen en bewaren van de onderbroek ook nog voor degradatie hebben gezorgd. De
cellen waren nog duidelijk te herkennen en zouden ondanks degradatie toch te zien moeten zijn bij
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chelsea789. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.