Samenvatting periode 2.4
WEEK 1
FH1 Hoofdpijn deel 1
70% van de mannen en 90% van de vrouwen heeft hoofdpijnklachten ervaren.
Prevalentie
- Spanningshoofdpijn 69%
- Hoofdpijn a.g.v. systemische infectie 63%
- Migraine 16%
- Na een doorgemaakt trauma 4%
- Zonder oorzaak 2%
- Inspanningshoofdpijn 1%
- Vasculaire oorzaak 1%
- Subarachnoïdale bloeding 1%
- Hersentumoren 0,1%
ICHD = Internationaal classification of headache disorders
1. Primaire hoofdpijn: wanneer de bron van nocisensoriek gelegen is in de hersenen
2. Secondaire hoofdpijn: hoofdpijnsyndroom als gevolg van een andere aandoening
3. Craniale neuralgie, centrale en primaire faciale pijn en andere hoofdpijn
Ziekteverzuim
Leeftijdspiek van hoofdpijn ligt rond de 40 jaar in de werkende populatie.
Aantal ziekte dagen per 1000 werknemers per jaar:
- Migraine 270 dagen
- Spanningshoofdpijn 820 dagen
Primaire hoofdpijn:
1. Spanningshoofdpijn (Tension Type Headache)
2. Migraine
3. Cluster hoofdpijn
Spanningshoofdpijn
Minimaal 2 van de 4 symptomen:
- Bilaterale klachten
- Drukkend of band gevoel
- Machtig tot normale intensiteit
- Niet beïnvloedbaar door dagelijkse activiteiten (fysieke activiteit)
Volgende citeria moeten ook aanwezig zijn:
- Foto- en fonofobie (gevoeligheid voor licht en geluid).
- Geen spraken van misselijkheid of overgeven.
- Kunnen 30 min tot een week duren en komen gemiddeld 10x per jaar voor.
Samengevat: Meestal bilateraal, drukkende, matig tot gemiddelde intensiteit. Verergerd niet bij
inspanning en geen misselijkehid. Fono- of fotofobie is mogelijk.
Er wordt onderscheid gemaakt in spanningshoofdpijn met en zonder drukpijn (pericranial
tenderness). Drukpijn aantonen door middel van palpatie: score 0-3.
,Incidentie en prevalentie
- Tussen de 30-78% van de bevolking
- Meer vrouwen dan mannen, 20-45 jaar
- Spanningshoofdpijn komt vaker voor dan migraine
NSAID’s helpen niet bij spanningshoofdpijn, spierverslappers (benzodiazepinen) kunnen wel helpen.
Predisponerende factoren zijn vermijdend gedrag of catastroferen.
Migraine
Unilateraal, pulserend en matige tot intense pijn, verergerd door fysieke activiteit
symptomen: nekstijfheid, foto- en fonofobie, misselijkheid, gapen, wazig zien.
Klachten beginnen een paar uur tot paar dagen van te voren. En klachten kunnen
4 tot 72 uur duren.
Oogmigraine = opthalmische migraine. Uit zich door verstoring van het gezichtsveld
aan beide zijden en kan gepaard gaan met hoofdpijn.
Symptomen van oogmigraine: gezichtsuitval/verstoring van het gezichtsveld,
lichtflitsen/vlekken, hoofdpijn, duizeligheid, verlamming van de ogen. De symptomen komen
vaak onverwacht opzetten en duren meestal 5-10 minuten, kan ook 30-60 min duren.
→ Retinale migraine is een zeldzame vorm en verstoord maar 1 kant van het gezichtsveld.
Incidentie en prevalentie
- Er zijn meer nieuwe gevallen van migraine bij vrouwen dan bij mannen
- Meer vrouwen dan mannen, 35-45 jaar
- Het aantal nieuwe gevallen is het hoogste onder volwassenen
Cluster hoofdpijn (suïcidale hoofdpijn)
Aan 1 zijde (unilateraal) en wisselt niet van kant, maakt mensen radeloos. Duur 15 tot 180
minuten. Symptomen: Rode ogen (conjunctival injection), tranen, gezwollen ooglid, hangend
ooglid (ptosis), zweten in gelaat, vernauwing pupil (miosis), rusteloosheid, loopneus
(rhinorrhoea) of verstopte neus (nasa congestion).
Andere vormen:
- Paroxysmale hemicrania
- Neuralgiforme hoofdpijnaanvallen (SUNCT)
Incidentie en prevalentie:
- Meer mannen dan vrouwen (10:1), 20-40 jaar
- Prevalentie 40/100.000
Craniale neuralgieën
Neuralgie = zenuwpijn. Craniale neuralgie beschrijft een ontsteking van 1 van
de 12 zenuwen die in de motor en sensatie functies van het hoofd en de nek
verzorgen. Meest erkende = trigeminusneuralgie, die hersenzenuw V
(nervus valgus) beinvloed en intense pijn in het gezicht kan veroorzaken.
Oorzaak is nog onbekend.
De nervus trigeminus bestaat uit 3 zenuwen:
1. V1 = nervus ophthalmicus → verantwoordelijk voor gevoel in voorhoofd en ogen.
2. V2 = nervus maxillairs → verzorgt het middenstuk van het gelaat (de wang- en neusregio
maar ook de inwendige bovenkaak, bovengebit en neusbijholten).
3. V3 = nervus mandibularis → verantwoordelijk voor het gevoel in de onderkaak, ondergebit,
de tong en de kin.
,Kan 1 seconde tot 2 minuten duren → kan uitgelokt worden door scheren. Behandeling bestaat uit
medicatie of een operatie. En de pijn heeft minimaal 1 van de volgende kenmerken:
1. Intens, scherp, oppervlakkig of stekend.
2. Luxerend triggergebied of triggerfactoren
Andere hoofdpijn
- Primaire hoesten hoofdpijn
- Primaire inspanning hoofdpijn
- Primaire hoofdpijn geassocieerd met seksuele activiteit (preorgasmic/orgastisch)
- Hoofdpijn veroorzaakt door: kou, ijs eten, bromfietshelm
- Nieuwe dagelijkse aanhoudende hoofdpijn (NDPH)
Secondaire hoofdpijn
- Hoofdpijn toegeschreven aan hoofd en/of nek trauma
- Hoofdpijn of faciale pijn toegeschreven aan stoornis van de schedel, nek, ogen, oren, neus,
sinussen, tanden, mond of andere gezichts-of craniale structuren
- Hoofdpijn door stoornissen aan de hals = cervicogene hoofdpijn
- Hoofdpijn toegeschreven aan psychiatrische stoornis
- Hoofdpijn door somatisatiestoornis
- Hoofdpijn toegeschreven aan psychotische stoornis
14-18% van de chronische hoofdpijnen is cervicogeen
Cervicogene hoofdpijn
Refferd pain van nek naar hoofd, doffen niet kloppende pijn, pijn in bovenarm/schouder.
Meestal unilateraal. Kan komen door trauma in de voorgeschiedenis en de pijn kan uitgelokt
worden door bewegingen van het hoofd. Bijvoorbeeld door naar het plafond te kijken.
Geen effect op medicatie.
Incidentie en prevalentie
- 2-4% van de bevolking
- 17,5% bij mensen met een andere soort hoofdpijn
- 57% traumatisch
- Meer vrouwen dan mannen (4:1)
- Gemiddelde is 42,9 jaar
Middelen geïnduceerde hoofdpijn
Secundaire hoofdpijn
- Hoofdpijn door overmatig gebruik van medicatie
- Medicatie gebruik > 3 maanden
- Paracetamol of NSAID’s ≥ 15 dagen per maand
- Triptanen ≥ 10 dagen per maandag
Fysieke of mentale inspanning verergerd de hoofdpijn.
De werking van medicatie neemt af maar aanvallen/klachten nemen toe.
, Primaire hoofdpijn: Primaire hoofdpijn: Primaire hoofdpijn: Secundaire hoofdpijn:
Tension type – Migraine Cluster hoofdpijn Cervicogene hoofdpijn
spanningshoofdpijn (suïcidale hoofdpijn)
Vrouw > man Vrouw > man Man > vrouw Vrouw > man
20-45 jaar 35-45 jaar 20-40 jaar Gemiddeld 42,9 jaar
Pijn start aan de Pijn start fronto- Pijn start in de nek
schedelrand temporaal
Bilateraal Unilateraal (met side Unilateraal Unilateraal (zonder
shift) side shift)
Drukkende pijn Kloppende hoofdpijn Doffe, niet kloppende
pijn
Matig tot gemiddelde Gemiddeld tot zware Zeer ernstige Gemiddeld tot ernstige
intensiteit intensiteit intensiteit intensiteit
Aanvallen van 30 min Aanvallen van 4-72 Episodes: 7 dagen tot 1 Episodes van
tot 7 dagen uur jaar met pijnvrije wisselende duur
periode van > 1 maand
Chronisch: > 1 zonder
pijnvrije periodes
Hoofdpijn is niet Hoofdpijn is niet Hoofdpijn is uitlokbaar
uitlokbaar uitlokbaar door bewegingen van
het hoofd
Geen Geen arm/schouder Arm/schouderpijn
arm/schouderpijn pijn (ipsilateraal) niet
radiculair
Mogelijk een Geen Vaak
bewegingsbeperking bewegingsbeperking bewegingsbeperking
Verergert niet bij Verergerd bij Verergerd niet bij
inspanning inspanning inspanning
Foto- of fonofobie Foto-en fonofobie, Rode ogen, tranen, Foto- fonofobie
mogelijk misselijkheid, gezwollen/ mogelijk
Geen misselijkheid eventueel Aura’s neergehangen ooglid, Misselijkheid mogelijk
(gezichtsveld) zweten in gelaat,
vernauwde pupil, neus
verstopt, loopneus,
rusteloosheid.
Medicatie: Medicatie: Medicatie: Medicatie: geen effect
amitriptyline, profylacticum, profylacticum, indomethacin
kortdurend triptanen zuurstofinhalatie, sumatriptan,
paracetamol en sumatriptan/neusspray ergotamine
NSAID’s