Samenvatting Financiële
consequenties
Financieel management in relatie tot
huisvesting
- De Total Cost of Ownership (de
levensduurcyclus) is het
totaalbedrag aan kosten voor de
aanschaf en het bezit van een
product of dienst gedurende de hele
levens-/gebruikscyclus.
- In een Life Cycle Costing-analyse
worden niet alleen de kosten van de
investering meegenomen, maar
tevens de kosten van instandhouding
en soms ook voor onderhoud,
vervanging en sloop. LCC-analyses
zijn vooral productgericht.
- Op gebouwniveau wordt steeds
vaker gesproken over Total Cost of
Ownership.
- TCO is ‘stakeholder’ gericht; LCC is
gericht op productniveau.
Er lijken verschillende opvattingen te zijn
over het verschil tussen TCO en LCC.
LCC is een berekening van de kosten van
een asset (goed/dienst) gedurende de
technische levensduur (vanuit de asset,
van maken tot slopen).
TCO is een berekening van de
kostenconsequenties van het gebruik van
een asset (goed/dienst) gedurende de economische levensduur (vanuit het gebruik, van ingebruikname tot afstoten,
inclusief gebruiksrisico’s)
Onder de levensduurkosten worden de gebouwsgebonden kosten over de volledige levensduur van een gebouw
verstaan. Volgens de ISO 15686-5 zijn deze Life Cycle Cost onder te verdelen in de volgende vier posten:
1. Bouw
2. Gebruik
3. Onderhoud
4. Einde leven / slopen
Economische levensduur
De maximale periode waarin een productiemiddel, bijvoorbeeld een
machine, economisch verantwoord gebruikt kan worden. Op het
moment dat de kosten, die nodig zijn om een productiemiddel
draaiend te houden, de ingecalculeerde kosten overtreffen, is de
economische levensduur beëindigd. Dit geldt ook indien alternatieve
oplossingen op economische gronden de voorkeur gaan krijgen.
, Technische levensduur
De tijdsduur waarin een duurzaam productiemiddel technisch gezien in staat is de prestaties te leveren of de
gewenste functies kan blijven vervullen waarvoor het is aangeschaft.
Facilitaire technische gebouwsgebonden voorzieningen
- Energie en nutsvoorzieningen
o Zonnepanelen
- Technische infrastructuur
o Gas, water, elektra, ICT
- Gebouwbeheersystemen
o Planon, Draaijer + Partners
- Verlichting, ventilatie, binnenklimaat
- Milieuaspecten, verwerking (gevaarlijke)
reststoffen (zie hiernaast voor CO2-footprint)
- Toegangscontrole, beveiliging
- Brandbeveiliging
- Transport, distributie, parkeren
TCO/LCC
- Investeren
- Financieren
- Exploiteren
- Desinvesteren
Investeren
- NEN 2699: Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken
o Grondkosten
Verwervingskosten van de grond, infrastructuur, bouwrijp maken.
o Bouwkosten
Terrein, gebouw, vaste inrichting
De keuzes die in het begin van de PvE-ontwikkeling en aan het begin van het ontwerpproces
worden gemaakt, hebben doorgaans de meeste invloed op de kosten.
o Inrichtingskosten
Het gebouw dient overeenkomstig zijn bestemming gebruikt te kunnen worden.
Meer of minder luxe?
o Bijkomende kosten
Voorbereiding en begeleiding van een bouwopgave zoals management, architect, adviseurs, etc.
o Onvoorzien
Toeslag op de basisraming ter dekking van toekomstonzekerheden
o Belastingen
Omzetbelasting en bijzondere belastingen / heffingen
Leges, precario, aansluitingskosten
o Financiering
Financieringskosten/rente grond en bouw
o Bijkomende kosten, onvoorzien, belastingen en financiering zijn gerelateerd aan de andere
investeringskosten. Beïnvloeding via bijstelling van de andere investeringskosten.
- Investeringsselectie zonder tijdvoorkeur:
o Op basis van periodewinst
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
o Op basis van cashflow
Terugverdienperiode