MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het Effect van Speciaal Muziekonderwijs op de Executive Functioning bij Kinderen
Naam: Karlien Dekoster
Studentnummer: 852371858
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: 25 juni 2021
Karlien Dekoster
,MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
In dit onderzoek werd er gezocht naar de meest effectieve combinatie van soort
muziekonderwijs en frequentie ter bevordering van het executief functioneren van kinderen.
Hiervoor werd zowel het soort muziekonderwijs gemanimpuleerd, bestaande uit regulier
muziekonderwijs en speciaal muziekonderwijs, als de frequentie gemanipuleerd, bestaande
uit tweemaal per week, eenmaal per week en eenmaal om de twee weken.
Er waren 421 deelnemers uit groep 4 in het onderzoek, komende uit verschillende klassen.
De klassen werden verdeeld onder 6 condities, bestaande uit de mogelijke combinaties
tussen soort muziekonderwijs en muziekfrequentie.
Er werd een onafhankelijk factorieel 2 x 3 design gebruikt om resultaten te verkrijgen. Hieruit
bleek dat naargelang de frequentie steeg het speciaal muziekonderwijs effectiever werd. Het
excutief functioneren werd door het regulier muziekonderwijs amper gestimuleerd, en
naargelang de frequentie steeg, werd er een negatief effect verkregen. Er wordt een speciaal
muziekonderwijs aangeraden met een hoge frequentie.
Karlien Dekoster
, MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij
kinderen (Jaschke, Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden,
Kreutz, & Bongard, 2012). Executieve functies hebben betrekking op een palet aan
vaardigheden (zoals plannen en zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee,
2011). Hoewel er nog veel discussie is over de precieze conceptuele definitie van dit begrip,
is er consensus over het belang van dit begrip voor het leren en de ontwikkeling van
kinderen, wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren (Blair & Raver, 2015;
Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en
actieve klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de
executieve functies verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017).
Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot lesvormen waar leerlingen aangemoedigd worden om
meer te bewegen in plaats van stil te zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo
is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om
de theorie te toetsen dat actieve participatie de executieve functies verbeteren. De
veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de ontwikkeling van executief
functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante gebieden in het
brein activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief functioneren
(Särkämö et al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een causaal
verband tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Tevens zijn
generalisaties moeilijk te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd
muziektraining bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017),
vocale training (Bialystok & Depape, 2009), gestructureerd muziekonderwijs in school
(Jaschke et al., 2018) en als luisteren naar muziek (Moreno et al., 2011).
Voor zover bekend is bij studies naar muziektraining en onderwijs niet eerder een
interventie gedaan die plaatsvond in het reguliere schoolcurriculum. Een interventie die in het
curriculum is ingebouwd heeft een grotere ecologische validiteit dan studies die speciaal
ontworpen zijn om de effecten van muziekonderwijs te bestuderen in een kunstmatige
Karlien Dekoster