TENTAMEN BEHANDELING: INTERVENTIES BINNEN DE ORTHOPEDAGOGIEK
COLLEGE 1 (H1, H2, H28)
Behavior: alles wat een persoon doet of zegt.
- Overt behavior: gedrag dat geobserveerd kan worden.
o Lopen/schreeuwen
- Covert behavior: gedrag dat binnen een persoon gebeurt à cognitive behavior.
o Private self talk (tegen jezelf praten in je hoofd), je iets voorstellen (je kan je
voorstellen hoe iets ruikt of proeft)
Behavioral deficits: te weinig van een bepaald gedrag.
Behavioral excesses: te veel van een bepaald gedrag.
Behavior modification: het systematisch toepassen van leerprincipes en technieken om
overt en covert gedrag te meten en te verbeteren zodat het dagelijkse functioneren beter
wordt. 7 karakteristieken:
1. Nadruk op definiëren van problemen in termen van meetbaar gedrag, waarbij
veranderingen in de meting worden gebruikt als indicator in welke mate het
probleem is opgelost.
2. Behandelingsprocedures en technieken zijn manieren om iemands huidige omgeving
te veranderen. Stimuli in de omgeving lokken hierbij bepaald gedrag uit.
3. Methodes worden precies omschreven.
4. Technieken worden vaak in het dagelijks leven toegepast.
5. Technieken stammen af van onderzoek in learning sciences.
6. Het legt nadruk op de wetenschappelijke demonstratie dat een bepaalde
interventie/behandeling verantwoordelijk was voor een bepaalde
gedragsverandering.
7. Veel waarde aan verantwoordelijkheid voor iedereen die meespeelt in het proces.
Target behaviors: gedrag dat bij een behavior modification programma wordt verbeterd.
Behavioral assessment: dataverzameling en analyse om (1) target behaviors te beschrijven,
(2) eventuele oorzaken van het gedrag te beschrijven, (3) een selectie te maken van een
goede behandeling en (4) de uitkomsten te evalueren.
Pavlov: klassiek/conditioneren met de hond.
Skinner: operant conditioneren met rewards en punishers.
Ellis: opsporen negative beliefs en deze omzetten naar rationele self-statements.
Beck: beetje zelfde als Ellis, geloofde dat dysfunctioneel denken konden leiden tot
depressie.
Triple P (Positive Parenting Program): ernstige gedrags-, emotionele en
ontwikkelingsproblemen voorkomen door opvoedadviezen.
Gerontologie: ouderen helpen met routines en hoe met verlies van vaardigheden omgaan.
, COLLEGE 2 (H5, H7, H17)
Respondent/klassiek conditioneren (reflexmatig/onvrijwillig in tegenstelling tot operant).
- Unconditioned reflex: stimulus-respons relatie waarbij stimulus een respons uitlokt
zonder dat er leren aan vooraf is gegaan.
- Unconditioned stimulus US: een stimulus die een respons uitlokt zonder dat er eerst
leren of conditioneren aan vooraf gegaan is.
- Unconditioned respons UR: respons uitgelokt door US.
- Conditioned reflex: een stimulus-respons relatie waarin een stimulus een respons
uitlokt omdat er conditioneren of leren heeft plaatsgevonden.
- Conditioned stimulus CS: stimulus in conditioned reflex.
- Conditioned respons CR: respons in conditioned reflex.
Respondent stimulus generalization: een bepaalde CS lokt een CR uit, maar ook soortgelijke
CS.
- Angst voor hamsters wordt uitgebreid tot angst voor soortgelijke dieren
Respondent stimulus discrimination: door extinctie van een bepaalde vergelijkbare stimulus
zal je onderscheid kunnen maken van de CS die echt de CR uitlokt, en stimuli die erop lijken
maar geen reactie meer uitlokken.
Higher order conditioning: een tweede neutrale stimulus wordt gepaard met een CS.
- Eerst was bijvoorbeeld het geluid van het openen van een voerblikje een CS voor de
kat, waarbij hij speeksel aanmaakt (CR). Iedere keer voorafgaand aan het openen
van het voerblikje, werd de piepende kastdeur opengemaakt. De kat leerde hierbij
dus dat het piepen van de kastdeur betekent dat hij eten krijgt, waardoor hij bij deze
andere stimulus al gaat kwijlen.
Respondent extinction: CS laten zien waarbij je niet meer de US biedt, waardoor de CS geen
CR meer uitlokt op een gegeven moment.
Counterconditioning: als er een zeer nare ervaring is ergens mee, kan een hele sterke
overheersende positieve ervaring een CR afleren (dus positieve stimulus toevoegen).
- Bij het horen van de bel normaal gesproken een elektrische schok, maar nu bij het
horen van een bel krijg je eten.
Unconditioned reinforcers: stimuli die reinforcend zijn zonder dat er conditioneren heeft
plaatsgevonden (primary/unlearned reinforcers).
- Eten
Conditioned reinforcers: stimuli die van zichzelf niet reinforcend zijn, maar dit wel geworden
zijn door conditioneren (secondary/learned reinforcers).
- Klikgeluidje bij bijvoorbeeld hondentraining
Backup reinforcers: wanneer een stimulus een conditioned reinforcer wordt door associatie
met andere reinforcers, zijn deze andere reinforcers back-up reinforcers.
- Als een hond steeds eten krijgt als beloning op iets goeds, gevolgd door een
klikgeluid, is het eten voor nu nog een backup reinforcer. Na een tijdje zal het
klikgeluid alleen genoeg zijn als reinforcer.