100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Nederlands leswijs hoofdstuk 4 en 5 grammatica en formuleren €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Nederlands leswijs hoofdstuk 4 en 5 grammatica en formuleren

 14 keer bekeken  0 keer verkocht

een korte Nederlands samenvatting over grammatica en formuleren.

Voorbeeld 1 van de 2  pagina's

  • Nee
  • 4 en 5 grammatica en formuleren
  • 16 juni 2022
  • 2
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3152)
avatar-seller
maxweijers
Nederlands hoofdstuk 4 en 5



Mannelijk, vrouwelijk en onzijdige woorden.

Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen het lidwoord DE

Onzijdige woorden krijgen het lidwoord: HET

Alle geografische namen zijn altijd onzijdig. -> het Nederland van vroeger

Altijd vrouwelijk indien het woord eindigt op:

-teit – heid, -ing, -st, is, ica, theek en iek



Voornaamwoorden(persoonlijk, bezittelijk, wederkerend, onbepaald, aanwijzend, betrekkelijk,
vragend)

Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar levende wezens of zaken, bezittelijke
voornaamwoorden verwijzen naar een bezit van iemand, wederkerende voornaamwoorden
verwijzen meestal naar het onderwerp in de zin, onbepaalde voornaamwoorden verwijzen niet naar
een specifieke persoon, aanwijzende voornaamwoorden verwijzen naar iets of iemand,
betrekkelijke voornaamwoorden verwijzen naar een ding ( bijv. ik schrijf dat boek ) , bij vragende
voornaamwoorden vraag je naar iemand of iets.



Antecedent

Waar een betrekkelijk voornaamwoord naar verwijst is het antecedent. Bijv. ik ga naar dat pretpark.
Of dat is mijn tekening.



Dubbele ontkenning

Dit is het herhalen van een ontkennend woord waardoor er 2 in staan. Bijv. Ik ontken dat ik
daar niet ben geweest.



Misleidende tweeling

Woorden die wat betreft qua betekenis op elkaar lijken zoals

Als/dan  als bij een evenwaardige vergelijking, dan bij een vergelijkende trap.

Rede/reden  rede = toespraak en reden = argument

Kennen/kunnen  kennen = weten wie het is/door te leren en kunnen = in staat zijn om

Na/naar  na = volgorde/tijd en naar = ?

Te kort/tekort  hij kwam 6 euro te kort. En hij had een tekort (znw)

Te veel/teveel  hij gaf te veel uit. Een teveel aan (znw)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maxweijers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd