Hoofdstuk 6 Aangaan van huwelijk en geregistreerd partnerschap
§6.1 Inleiding
Lange tijd was het huwelijk het belangrijkste instituut van het familierecht en de nagenoeg enige weg
voor degenen die een gezin wilde stichten. Het huwelijk was namelijk de enige weg voor degenen die
een gezin wilden stichten. Het huwelijk was namelijk de enige geaccepteerde vorm voor een
affectieve relatie tussen volwassenen en het enige instituut dat hun kinderen een wettige status
verschafte. In Nederland kunnen twee volwassen personen die hun leven met elkaar willen delen,
kiezen tussen twee formele relatievormen – het huwelijk en het geregistreerd partnerschap – maar
ook voor een informele relatie vorm, zoals het ongehuwd samenwonen en latrelaties.
§6.2 De betekenis van het huwelijk
Het huwelijk heeft verschillende sociologische, antropologische, juridische en religieuze
betekenissen. De wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerrechtelijke betrekkingen. In
Nederland wordt alleen aan het burgerlijk huwelijk juridische betekenis toegekend, dat wil zeggen:
een huwelijk gesloten voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand volgens de regels van de wet. Het
huwelijk heeft zowel de kenmerken van een overeenkomst als van een instelling.
Los van deze kwalificatie is het een aparte burgerlijke staat. Net als bij overeenkomsten is het sluiten
van het huwelijk gebaseerd op de vrije wil en de wilsverklaring van partijen. Toch zijn de algemene
regels inzake nietigheid van de overeenkomsten uit titel 2 van Boek 3 BW niet op het huwelijk van
toepassing, omdat de aard van het huwelijk zich daartegen verzet. Het voornaamste verschil is dat de
inhoud van het huwelijk geïnstitutionaliseerd is, dat wil zeggen dat de rechten en verplichtingen van
echtgenoten, met uitzondering van het huwelijksgoederenregime, net als de andere rechtsgevolgen
van het huwelijk dwingendrechtelijk zijn bepaald en niet door partijen bij de huwelijksvoltrekking
kunnen worden overeengekomen of op een later tijdstip kunnen worden veranderd. Het huwelijk
wordt voor een onbepaalde periode aangegaan, qua intentie – en vroeger ook daadwerkelijk – voor
de duur van het leven, door mensen die in een affectieve relatie samenleven, en het omvat tal van
aspecten van persoonlijke en vermogensrechtelijke aard.
§6.3 Belangrijke ontwikkelingen
Het huwelijk is een eeuwenoud instituut, dat continu aan verandering onderhevig is geweest. Het
traditionele, levenslange huwelijk tussen een man en een vrouw, met de ongelijke rolverdeling van
de man als hoofd van de echtelijke verhouding, maakte plaats voor een makkelijk ontbindbaar en
vaak korter durend huwelijk tussen juridisch volledig gelijke echtgenoten van verschillende of gelijk
geslacht.
Tot 2001 stond het huwelijk slecht open voor partners van verschillende geslacht. In 2001 heeft
Nederland als eerste land ter wereld het huwelijk opengesteld voor partners van gelijk geslacht. Als
principieel verschil tussen het homo- en het heterohuwelijk werd gezien het aanvankelijk ontbreken
van afstammingsrechtelijke gevolgen bij het homohuwelijk.
§6.4 De rechtsgevolgen van het huwelijk
Het huwelijk heeft tal van gevolgen op het gebied van familierecht, overige gebieden van het
privaatrecht – het erfrecht, het aansprakelijkheidsrecht, gezondheidsrecht – en veel andere
rechtsgebieden, zoals het socialezekerheidsrecht, het fiscale recht en het straf(proces)recht. Door
het aangaan van het huwelijk krijgen de partners van rechtswege onder andere alle wettelijke
rechten en verplichtingen van echtgenoten. De echtgenoot van de moeder van een kind wordt van
rechtswege juridisch ouder van dat kind. Sinds 1 april 2014 geldt hetzelfde voor de echtgenote van
de moeder, mits het kind is verwekt door het zaad van een onbekende donor. Verder heeft het