College 1
Alles hangt met alles samen
- Jaren 50: individuele therapie was dominant. Oplossingen voor problemen werden gezocht door
cliënten over hun gedachten en gevoelens te laten praten. Individueel georiënteerde therapeuten
liepen tegen probleemverschuiving aan:
* Vrouw succesvol behandeld voor frigiditeit -> vervolgens wordt echtgenoot impotent
* Driftbuien ene kind behandeld, ander kind gaat ze vertonen
- Misschien had het probleem wel een functie. Focus hulpverlening van individu naar interacties en
patronen binnen gezinnen
Circulaire causaliteit = verandering in 1 subsysteem beïnvloedt het hele systeem; subsystemen
beïnvloeden elkaar en houden elkaar in evenwicht:
Operation CATDROP in Borneo
Verhaal is wel wat verfraaid; katten kregen gif niet binnen door eten van hagedissen maar
door vacht te likken waar gif op was gekomen. Rattenuitbraak en gevaar tyfus was maar in
klein deel van Borneo.
Onze gevoelens en gedragingen vinden plaats in een CONTEXT
Mensen kunnen in verschillende contexten verschillende kenmerken vertonen, de mensen waarmee
zijn interacteren hebben invloed op hun gedrag. Verschillende contexten kunnen andere gedragingen
oproepen en van een persoon kan hetzelfde gedrag in verschillende contexten verschillend
gepercipieerd worden. Bijvoorbeeld de voorzitter van de club van verlegen mensen.
Persoonlijkheid en systeemdwang
Wij zien persoonlijkheidskenmerken als iets wat vrij stabiel is, maar als je kijkt naar het
systeemdenken, dan kunnen dit ook eigenschappen zijn omdat je toevallig in een bepaalde situatie
leeft.
4e eeuw voor Christus in het oude Griekenland
Temperament (en gezondheid) van de mens
hangt af van balans tussen de lichaamssappen
Antroposofie: resp vuur (cholerisch;
initiatiefnemers, leiders), lucht (sanguïnistisch;
opgewekt, sociaal), aarde (structuur, materie),
water (flegmatisch; rust behulpzaam,
voegend)
Maar: cultuurbepaald welke dimensies als kenmerkend
voor de persoonlijkheid worden gezien
En persoonlijkheid is niet statisch
Als je deze test invult, dan heeft de manier waarop je
hem invult deels afhankelijk van je stemming.
,Systeemdwang = onzichtbare krachten die invloed op ons hebben, maar wij hebben er ook een
klein beetje invloed op
Een foto gemaakt op 13 juni 1936 op een werf in Hamburg, waar de Führer
een toespraak zou hebben gehouden. Een menigte zingt het Horst
Wessellied en brengt de Hitlergroet. Eén man houdt demonstratief de
armen over elkaar. In 1990 wordt hij herkend door zijn dochter. Hij heet
August Landmesser. Aanvankelijk net als iedereen lid van de NSDAP, maar
uit de partij gezet omdat hij een relatie kreeg met een jodin. Ze kregen
twee kinderen. In 1938 werd hij opgepakt door de Gestapo en naar een
concentratiekamp gebracht. Drie jaar later kwam hij vrij, om te gaan
vechten aan het oostfront. Na 1944 werd niets meer over hem gehoord en
in 1949 is hij officieel doodverklaard. Zijn vrouw was toen al lang geleden
vermoord in Ravensbrück.
We zien veel conformistisch gedrag, bij een bepaalde
prikkel gaan bepaalde persoonlijkheden gelijk gedrag
vertonen.
Als we ons niet meer verantwoordelijk voelen, dan
gehoorzaamt een groot deel van ons blindelings de
autoriteit. Dit kan verklaren waarom dingen als dat van
nazi Duitsland konden gebeuren
Milgram experiment: 2/3 van de mensen gaf dodelijke schokken
onder autoriteit. Maar weinig mensen weten dat Milgram niet
één, maar 23 varianten uitvoerde van zijn experiment. Het
percentage dat gehoorzaamde varieerde tussen de 0 en 92,5
procent.
Als we de 23 varianten naast elkaar leggen, dan blijkt eerder het
tegenovergestelde: 57 procent van de bijna duizend deelnemers
was uiteindelijk ongehoorzaam.
Milgrams carriere hing af van de gehoorzaamheid van zijn
participanten!
Rutger Bregman 1988
Adolf Eichmann had joden getransporteerd. Uit het onderzoek
van Milgram kwam dat dit was omdat hij conformeerde. Uit later
teruggevonden interviews bleek dat Adolf Eichmann geen
gedachteloze ambtenaar maar een fanatiek ideoloog was! In zijn
ogen was het goed wat hij had gedaan (systemisch geweten).
Auschwitz was het eindpunt van een langdurig proces waarin het
kwaad steeds iets normaler werd.
De banaliteit van het Goede: Georg Duckwitz: Duitse minister te
werk gesteld in Denemarken. Waarschuwde het volk voor
geplande Joodse deportatie. Regelde dat Deense Joden naar
Zweden konden vluchten. Hele Deense volk hielp mee en vrijwel
gehele Joodse bevolking daar gered.
,De banaliteit van het kwaad = mensen gehoorzamen autoriteiten gedachteloos, zonder
verantwoordelijkheidsgevoel; dit klopt niet
De banaliteit van het goede journalist gaat terug naar experiment van Milgram. De conclusie van
het experiment was dat 2/3 tot het uiterste gingen bij het geven van schokken. In archieven bleek
dat dit maar 1 van de 23 experimenten was. Er deden wel 1000 mannen mee aan de experimenten
en meer dan de helft gehoorzaamde niet. En de redenen die mensen gaven om door te gaan, was dat
meer omdat ze dachten dat ze het goede deden en de wetenschap hielpen (en dus niet dat ze
gehoorzaamden aan een autoriteit). Ook Eichmann dacht dat hij bijdroeg aan het goede.
De banaliteit van het kwaad is dat het steeds normaler was geworden, bv. om Joden op een bepaalde
manier te behandelen. Het artikel van Bregman laat zien dat de conclusies van het Milgram
experiment niet zo ernstig zijn als dat men denkt. In Zweden stierf minder dan 1% van de Joden, daar
was de banaliteit van het kwaad richting Joden nog niet zo verspreid, dit wordt de banaliteit van het
goede ook het goede kan zich als systeem door een land verspreiden.
Kortom:
- De meeste participanten van Milgram gehoorzaamden niet
- Zij die het wel deden, deden het niet uit onderwerping aan autoriteit maar omdat ze dachten dat ze
het goede deden (de wetenschap vooruit helpen)
- En Eichmann was geen gedachteloze robot die alleen maar opdrachten uitvoerde, maar een
fanatieke ideoloog, die dacht dat hij het goede deed
- In nazi Duitsland en in Nederland was het slechte langzaam maar zeker normaal geworden
= de banaliteit van het kwaad
Moraal van het verhaal: Goed is net zo besmettelijk als kwaad. Verzet heeft zin.
Systeemdwang: systeem bepaalt deels gedrag
Ook binnen het gezinssysteem zijn er subsystemen die elkaar beïnvloeden.
Als hulpverlener moet je altijd oog houden voor de functie van gedrag binnen een systeem. Vaak zie
je in langdurige interactie patronen ontstaan die elkaar versterken, hierdoor ontstaat een soort
evenwicht (een manier vinden waarop het doable is in een gezin). Soms is dit een goed/gezond
evenwicht, maar soms zitten er ook ongezonde aspecten aan.
Wat betekent dat voor de hulpverlening aan gezinnen? -> oog voor functie gedrag binnen het systeem
- Anorexia als machtsmiddel in de strijd om autonomie
- Gedragsprobleem kind leidt af van huwelijksprobleem ouders
- Innige band tussen moeder en dochter compenseert eenzaamheid moeder
Evenwicht / Homeostase
Kluwengezin = overbeschermende families waarin weinig emotionele kwesties onbesproken blijven;
te dicht op elkaar, geen autonome ontwikkeling
Werkterrein systeemgerichte professional
- Patronen in de tussenruimte/interactie
- In die tussenruimte ontstaan waarden en omgangcodes
- Verwikkeling van mensen en de geschiedenis die zij samen doormaken
Systeem = een eenheid, opgebouwd uit deelverhoudingen, waarbij het niet alleen gaat om de delen
op zich of om het geheel, maar om doelgerichte circulaire betrekkingen tussen dit alles
, Je kan ieder systeem zien als iets dat input krijgt, wat door throughput naar
output gaat, wat dan weer feedback geeft aan de input.
Stippellijn het systeem staat in voortdurende interactie met de
omgeving (er is steeds een wisselwerking)
Entropie = wanneer een systeem zich terugtrekt en zich meer afsluit (wordt hier ziek van)
Negentropie = negatieve entropie; het systeem stelt zich open, krijgt input en energie (wordt weer gezonder)
Je hebt te maken met het subsysteem
‘partners’ (vader en moeder), ook moet je oog
hebben voor het subsysteem opvoeders ten
opzichte van het subsysteem kinderen.
Je kan ook subsystemen indelen naar geslacht.
Het kan helpen om het systeem te tekenen en
het gezin vragen waar zij in het systeem staan
(wie staat er naast je, wie staat er tegenover
je?)
Het suprafamiliaire systeem (bloedverwanten tot in de 4 e lijn; familieleden om het gezin heen):
- Eerste graad * (adoptie)ouders
* (adoptie)kinderen
- Tweede graad * grootouders
* kleinkinderen
* broers en zussen
- Derde graad * overgrootouders;
* achterkleinkinderen;
* neven en nichten (kinderen van broers of zussen);
* ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
- Vierde graad * betovergrootouders;
* achterneven en achternichten (kleinkinderen van broers of zussen);
* neven en nichten (kinderen van broers of zussen van de ouders);
* oudooms en oudtantes (ooms en tantes van de ouders)
Voordelen:
- Familieberaad gericht op de steun uit het eigen netwerk halen
- Eigen Kracht Conferenties gericht op de steun uit het eigen netwerk halen
- Netwerkpleegzorg veel aandacht voor in de jaren ’80 (kinderen bij oom/tante of opa/oma plaatsen)
Nadelen:
- De roulerende rekening = wanneer mensen de rekening van iets wat ze hebben meegemaakt
doorgeven aan de eigen kinderen (bv. mishandeld kind gaat later eigen
kinderen ook mishandelen);
- Intergenerationeel trauma = wanneer iemand een nare geschiedenis heeft, dan kan die
geschiedenis voelbaar zijn voor de kinderen van de persoon, omdat
het iemand enorm veranderd heeft