Deze samenvatting geeft een korte beschrijving van alle kernconcepten binnen de domeinen Binding en Verandering. Daarna is er een korte samenvatting over de moderne westerse samenleving.
Functionalisme-paradigma
Zoeken naar functies taken van organisaties en instituties die mede zorg dragen voor het
voortbestaan van het systeem. Een sociaal systeem neigt uit zichzelf meer naar stabiliteit dan naar
zelfvernietiging. De relaties die mensen met elkaar aangaan en hun handelen zijn gericht op het
voortbestaan van het systeem van de samenleving.
Conflict-paradigma
Binding en cohesie ontbreekt. Er zijn geen gemeenschappelijke waarden en normen. Als die er wel
zijn, zijn deze opgelegd door de dominante groep.
Sociaalconstructivisme-paradigma
Het handelen van personen ten opzichte van elkaar. Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, wordt
gevormd door de reacties van anderen. Bindingen zijn noodzakelijk voor mensen om te komen tot
een gemeenschappelijke koers van gemeenschappelijk handelen. Nadruk ligt op de persoonlijkheid
of identiteit van de actor en identificaties.
Rationele actor-paradigma
Actoren gaan bindingen aan, en gaan daarmee door voor zover zij er zelf voordelen aan ontlenen.
Sociale cohesie
3 factoren bevorderen sociale cohesie:
1. Wederzijdse afhankelijkheid zorg voor elkaar op zich nemen
2. Dwang of macht
3. Gedeelde waarden en normen saamhorigheidsbesef
Twee mechanismen die een samenleving bijeenhouden :
1. Tijdens socialisatie en acculturatie worden gemeenschappelijke waarden en normen
overgedragen op anderen. Mensen nemen die in zich op dat ze deel van henzelf worden.
2. Dmv sociale controle sporen mensen elkaar aan zich aan de waarden en normen te houden.
Politieke cohesie
Verwijst naar de binding met de staat en met de natie, waarbinnen mensen een geschiedenis met
elkaar delen en eenzelfde taal en cultuur hebben.
Problemen politieke cohesie:
1. Mensen hebben minder vertrouwen in de politiek minder politieke betrokkenheid.
2. Schaalvergroting. Beslissingen worden in een groter verband genomen. mensen minder
betrokken bij wat er ‘van hogerhand’ beslist wordt.
, 3. Kloof tussen bestuurders & politici en burgers mensen hebben het gevoel dat er over hun
hoofden heen beslist wordt.
Sociale institutie
Binnen een samenleving zijn regels vastgelegd, waardoor situaties volgens een vast en voorspelbaar
patroon verlopen. Dat maakt ons gedrag voorspelbaar. Er is een gereguleerde vorm van interactie.
Kenmerkend:
Vaak een lange traditie
Enerzijds vrij stabiel, anderzijds vrij veranderlijk, omdat het gedrag van mensen verandert.
Een eigen realiteit hebben een individu kan niet op eigen kracht een sociale institutie
veranderen.
Niet alleen gebaseerd op dwingende macht, maar ook op gezag.
Sociale instituties worden geaccepteerd, omdat ze bij de cultuur horen. Ze zijn overgedragen via
socialisatie. Er is sprake van legitimatie.
Groepsvorming
Kenmerken primaire informele groep (meest vertrouwde groep, staat het dichtst bij iemand)
Beperkt aantal leden.
Persoonlijke en emotionele band tussen de leden.
Een wij-gevoel.
Een informeel karakter.
Vervult een rol bij socialisatie op micro- en mesoniveau.
Sterke sociale cohesie.
Kenmerken secundaire groep:
Grotere omvang.
Onpersoonlijk karakter
Socialisatie op macroniveau en sociale controle.
Minder betrokkenheid op elkaar en daardoor ook minder groepscohesie.
Mensen vragen zich af wie er wel en niet bij de groep hoort. Als je bij de ingroup hoort ontvang je
een bepaalde identiteit en heb je er ook een binding mee. De outgroup staat er vijandig tegenover.
Fasen van het ontstaan van nieuwe groepen:
1. Oriëntatiefase : onzekerheid over de manier waarop mensen binnen de groep met elkaar
omgaan.
2. Conflictfase: verschillen in opvattingen hierover worden duidelijk.
3. Integratiefase :Gedeelde waarden en normen worden duidelijk, je luistert naar elkaar.
4. Uitvoeringsfase : De samenwerking verloopt ongestoord.
5. Ordefase : de manier van samenwerken wordt aan verdere regels gebonden
institutionalisering van de groepssamenwerking.
Dropping out/opting out Mensen willen niet langer bij een groep horen.
Uitsluiting / discriminatie Mensen mogen niet meer bij een groep horen.
Het kan ook zo zijn dat iemand er niet meer bij kan horen.
Grote informele groep
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariekemb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.
