Bestuursrecht: rechtsbescherming
Week 1: constitutionele regeling en historische ontwikkeling
Constitutionele grondslagen: art. 112, 116, 117 Gw en 6 EVRM
- Nederland is een democratie en rechtsstaat. De fundamentele grondslagen en regels
over de inrichting van de staat en de verhouding tussen de staat en zijn burgers
vormen de constitutie.
- De constitutionele grondslagen betekenen fundamentele waarborgen voor de
rechtsbescherming tegen de overheid
- Denk met name aan onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Voorts aan fair balance in
belangen staat en belangen burger, uitspraken in het openbaar, etc.
Besluit en bestuursrechter: Bestuursrecht betreft rechtsbetrekking tussen overheid -
burger/bedrijf. Overheid is vaak een bestuursorgaan, maar soms ook een rechtspersoon zijn
(privaatrechtelijk rechtshandelen/feitelijk handelen → civiele rechter). Het orgaan (1:1)
neemt een besluit (1:3) en de burger (1:2) is het vaak niet eens. Dan gaan ze naar de
bestuursrechter, art. 1:4 Awb.
In eerste aanleg ga je naar de rechtbank. In hogere aanleg ga je naar CBB, CRvB, ABRvS,
etc. Deze behoren niet tot de rechterlijke macht. Waarborgen voor onafhankelijkheid en
onpartijdigheid staan niet in de Grondwet, maar in de speciale wetten gewaarborgd. Het
verschil is waar het geregeld is.
Ook de rechtbank, Hof, HR zijn bestuursrechter voor zover zij Awb of Wahv kunnen
toepassen. Bijv. fiscaal recht is bestuursrecht, maar hiervoor ga je wel naar het Hof en de HR.
- 8:1 een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter.
- 8:6 lid 1: het beroep tegen een besluit kan worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij…
- Dus als hoofdregel beroep tegen een besluit bij een RM-gerecht.
- Hoger beroep doorgaans echter niet bij een RM-gerecht.
Art. 112 Grondwet:
1. Aan de rechterlijke macht is opgedragen de berechting van geschillen over burgerlijke
rechten en over schuldvorderingen → vergunningen, uitkeringen. Dat iets publiekrechtelijk is
betekent niet dat het niet onder het eerste lid van (ruim nemen). Het gaat om de manier
waarop een geschil is ontstaan.
2. De wet kan de berechting van geschillen die niet uit burgerlijke rechtsbetrekkingen zijn
ontstaan, opdragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de
rechterlijke macht behoren. De wet regelt de wijze van behandeling en de gevolgen van de
beslissingen.
,Twee soorten geschillen
Uit burgerlijke rechtsbetrekking:
- Contractsvrijheid en eigendomsrecht
- Autonomie
- Eenieder toekomende bevoegdheden
Niet uit burgerljke rechtsbetrekking:
- Openbaar gezag, eenzijdige burgerbinding, besluit
- Legaliteit
- Exclusieve bevoegdheden
Rechterlijke macht is dus altijd bevoegd:
- Als je bij de Rb ogv BW en Rv een civiele procedure tegen de overheid begint terwijl
de Rb als bestuursrechter bevoegd is omdat het om een besluit gaat: de rechter (Rb) in
de civiele procedure is als RM-gerecht wel bevoegd
- In deze civiele procedure is eiser echter niet-ontvankelijk omdat er een met voldoende
waarborgen omgeven bestuursrechtelijke procedure openstaat (bij de Rb resp. CBB,
CRvB of ABRvS), doorgaans met verplichte bezwaarschriftprocedure vooraf).
Als er een bestuursrechtelijke rechtsbescherming weg openstaat (Rb - CBB/CRvB/ABRvS),
maar je gaat toch naar de civiele rechter:
- De civiele rechter verklaart zich bevoegd om van het geschil kennis te nemen;
- Maar verklaart eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering, omdat er een
bestuursrechtelijke rechtsgang met voldoende waarborgen openstaat.
Changoe-zaak (ambtenarenrecht): een ambtenaar werd ontslagen, ontslag wordt ingetrokken
(besluit). Hij had allemaal kosten gemaakt al voor een advocaat e.d. en wil schadevergoeding.
Hij gaat naar de civiele rechter o.g.v. art. 6:162 BW. Maar hij vindt de bestuursrechter minder
goed: bestuursrechter is terughoudend bij schadevergoeding, geen wettelijke rente, geen
vergoeding proceskosten. Dus minder waarborgen.
,RB: ik ben onbevoegd, want weigering schadevergoeding is een besluit. Omdat het hier om
ambtenarenrecht gaat.
- 8:2(1) Met een besluit wordt gelijkgesteld: a. een andere handeling van een
bestuursorgaan waarbij een persoon met betrekking tot diens in artikel 3 van de
Ambtenarenwet 2017 bedoelde hoedanigheid, zijn nagelaten betrekkingen of zijn
rechtverkrijgenden belanghebbende zijn.
Dus alle handelingen t.a.v. een ambtenaar appellabel bij rechtbank (afd. bestuursrecht) resp.
CRvB: besluiten, feitelijke handelingen of privaatrechtelijke rechtshandelingen.
HR: 3.2 […] Wanneer een administratieve rechter bevoegd is van een geschil kennis te
nemen, doet zulks in het algemeen niet af aan de bevoegdheid van de burgerlijke rechter op
grond van art. 2 Wet RO, met name niet aan zijn bevoegdheid met betrekking tot vorderingen
uit onrechtmatige daad. Wel dient de eiser door de burgerlijke rechter niet-ontvankelijk te
worden verklaard, wanneer, kort gezegd, de administratieve rechter voldoende
rechtsbescherming biedt (zie bijv. HR 25 nov. 1977, NJ 1978, 255). […]
Conclusie: zelfs wanneer de bestuursrechter bevoegd is om over elke soort handelingen te
oordelen, ook dan is de civiele rechter altijd bevoegd, maar eiser in zijn vordering niet-
ontvankelijk wanneer een met voldoende waarborgen omgeven bestuursrechtelijke weg
openstaat.
In laatste instantie beoordeelt de HR of een rechtsgang, incl die bij een niet RM-gerecht, met
voldoende waarborgen is bekleed. De HR is de hoogste Nederlandse instantie om te
beoordelen of instanties die er zijn voor procederen tegen de overheid wel deugen. In
allerlaatste instantie is dit het EHRM (art. 6 EVRM).
Indien je van mening bent dat een rechtsgang niet met voldoende waarborgen omkleed is bij
de bestuursrechter, dan kan je uiteindelijk terecht bij de HR en die kan je eventueel
ontvankelijk verklaren.
Drie dimensies van het bestuursrecht
1. Legitimatie: macht en gezag
2. Organisatie en instrumentatie: om macht uit te oefenen
3. Normering en rechtsbescherming: van/tegen machtsuitoefening.
Historische ontwikkelingen: Als er sprake is van een handeling van het bestuur die mensen
raakt, wie moet dan rechtsbescherming bieden? En moet dit dan de gewone rechter zijn of de
bestuursrechter? En de bijzondere of de algemene bestuursrechter?
, Bestuur of rechter? (vanuit historisch oogpunt)
Hier zijn verschillende meningen over. Door geschillen te laten oplossen door de rechter zorg
je ervoor dat het evenwicht tussen de wetgever en bestuur gewaarborgd blijft. Aan de andere
kant heeft het bestuur een discretionaire bevoegdheid, waarbij veel beleidsruimte is. Je hebt
dan niet zo veel aan een wet en een rechter, waar moet op getoetst worden? Je kiest ook je
eigen bestuur, er is kiesrecht. Rechtspraak door het bestuur heet het Kroonberoep. Op het
terrein van belasting (ontneming eigendom) en sociale zekerheid was minder discretionaire
bevoegdheid, en dan dus wel meer ruimte voor toetsing door de rechter. Er komen door de
jaren heen steeds meer bestuursrechters (bijzondere, maar ook een algemene).
Dus in Nederland was geen principiële keuze voor rechtspraak i.g.v. geschillen van burger
met overheid. Uit een oogpunt van trias politica is dit onbegrijpelijk. HR kwam niet tot het
oordeel dat het Kroonberoep niet met voldoende waarborgen is omgeven, zodat je in je
vordering bij de civiele rechter ontvankelijk bent ook waar beroep op de Kroon openstaat.
Guldemond/Noordwijkerhout (HR)
- Over dempen stukje vaarsloot door gemeente waardoor Guldemond in genot
eigendom wordt geschaad
- Mag de civiele rechter oordelen over geschil tussen burger en overheid (uit od, waar
geen bestuursrechtelijke rechtsgang is opengesteld)?
- Wat is bepalend voor bevoegdheid gewone rechter?
o Stelling bestuur: fundamentum petendi
o Stelling eiser: objectum litis
- Het laatste, dus niet het (privaat- of publiekrechtelijke) karakter van het geschil, maar
het recht waarop eiser zich beroept
- Dit brengt mee dat civiele rechter ook kennis kan nemen van geschil tussen overheden
onderling.
Benthem (art. 6 EVRM)
In de jaren ‘70 wordt LPG populaire brandstof. Oliemaatschappijen kunnen er flink aan
verdienen, maar niet ongevaarlijk. Daarom rijksbeleid met o.a. afstandsregels. Beleid in de
vorm van een richtlijn moest worden toegepast door B&W, terwijl zij zelf ook beleidsruimte
hebben. Milieu-inspecteur (rijksambtenaar) heeft wettelijk recht om tegen milieubesluiten
van de lagere overheid beroep in te stellen bij de Kroon (feitelijk: bij zijn baas, de
milieuminister). Instructie milieuminister aan milieu-inspecteur om Kroonberoep in te stellen
wanneer B&W besluit over LPG-pomp nemen waarbij wordt afgeweken van LPG-richtlijn.
Dit getuigt niet van onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
Oliemaatschappijen zijn het oneens met LPG-richtlijn. Zij willen een ander rijksbeleid. Ze
willen dat doen door het Kroonberoep onderuit te halen. Ze gebruiken de heer Benthem
hiervoor, garagehouder met wens voor een LPG-pomp. Sterke zaak.